Direct naar artikelinhoud
Aanslagen 22/3

Mohamed El Bachiri, sinds de aanslagen alleenstaande vader van drie zonen: "Na twee jaar ben ik gewoon op"

Na de aanslagen schreef El Bachiri het boek 'Een jihad van liefde'. Die boodschap van vrede en tolerantie verspreiden is het enige dat hem gaande houdt. "Dat en mijn kinderen."Beeld Wouter Van Vooren

Al twee jaar predikt Mohamed El Bachiri (37) een jihad van liefde. Als eerbetoon aan zijn vrouw Loubna, moeder van zijn drie zoontjes, die op 22 maart 2016 omkwam tijdens de aanslag in de Brusselse metro. Maar het kost hem steeds meer moeite om zelf de moed niet te verliezen. "De staat heeft ons in de steek gelaten."

Zijn handdruk voelt warm en gemeend, ondanks zijn koude vingers. Buiten waait een ijzige wind. Niet het beste moment om als fietser je handschoenen te vergeten, of om te fietsen tout court. "Maar ik ben nog niet klaar om de metro te nemen", zegt de voormalige tramchauffeur. 

We spreken Mohamed El Bachiri op vrijdag 16 maart in een Brussels café, op enkele kilometers van zijn huis in Molenbeek. Verschillende mensen wuiven van goedendag als hij binnenkomt, hij knikt minzaam terug. Hij weet op dat moment nog niet wat hij morgen, op 22 maart, gaat doen. Misschien naar de speeltuin met zijn zonen. "Als mijn lichaam het toelaat, tenminste." 

Vorig jaar bracht hij 22 maart door in het ziekenhuis, op de spoeddienst. Met wat misschien nog het best te omschrijven valt als een paniekaanval. "Ik kon me nog amper bewegen, had geen enkel gevoel meer in mijn armen. Je kunt je mentaal sterk proberen te houden, maar je lichaam controleer je niet."

'Ik kijk naar de wereld, maar van ver. Alsof ik er niet echt meer ben'

Er is morgen een officieel herdenkingsmoment, in het bijzijn van de premier en de Brusselse burgemeester, aan het Brusselse metrostation Maalbeek. De plek waar Loubna Lafquiri (34), samen met veertien anderen, om het leven kwam en vele anderen gewond raakten. Mohamed zal er niet bij zijn. "Die herdenking op zich is belangrijk. Maar zelf heb ik geen zin om hypocriet naast de Belgische autoriteiten te gaan staan. Ik zal je zo vertellen waarom." Eerst wil hij het over Loubna zelf hebben. 

"Ze was niet alleen mijn echtgenote. Ze was een geweldige moeder voor onze kinderen, mijn beste maatje. De vrouw die orde bracht in mijn chaos, met wie ik alles kon bespreken. De persoon met wie ik het hardst kon lachen.

"Loubna zei altijd dat ik een clown was. Als ze belde, nam ik bijvoorbeeld op met een vreemd accent. Ik wens ieder koppel een huwelijk toe zoals het onze. Alleen: als je die persoon dan verliest, ben je meteen alles kwijt."

Mohamed El Bachiri: "Door Loubna te raken, hebben de terroristen ook de moslimgemeenschap geraakt."Beeld Wouter Van Vooren

Loubna Lafquiri nam die bewuste ochtend in maart, zoals steeds, om iets over negen de metro naar haar werk. Ze was gymlerares in een Brusselse school. Mohamed, een metrobestuurder bij de MIVB, had vrijaf en sliep uit. Hij werd rond tien uur gewekt door een telefoontje van ongeruste vrienden. "Ik wist meteen dat ik haar niet meer zou terugzien. Ik voelde het."

Door Loubna te raken, hebben de terroristen ook de moslimgemeenschap geraakt, zegt hij. Zijn vrouw gaf les in een islamitische school, eerder per toeval, omdat daar net een plek vrijkwam toen ze werk zocht. "De leerlingen waren dol op haar. Loubna kon iedereen enthousiasmeren. Activeren. Opheffen. 

Weeskinderen

"Ze was heel open van geest. Net als ik voor een vrije invulling van de islam. Ze droeg geen sluier, dat was haar keuze. Ze was er geen minder goede moslim, laat staan een minder goed mens, door. Ik was getrouwd met de beste van alle vrouwen. Dat is niet de verliefde man die spreekt, dat is de objectieve waarheid." 

Pas na haar dood ontdekte hij dat ze voogd was van twee weeskinderen. Ze had daar nooit een woord over gerept. "Als ze onrechtvaardigheid zag, deed ze er ook echt iets aan. Zonder ermee uit te pakken."

De vraag is bijna te triviaal, maar ze niet stellen lijkt nog ongepaster: hoe het nu met hem gaat? "Het bilan na twee jaar is hard: er is weinig of niks geëvolueerd. Ik zit nog steeds vast in het dagelijkse gevecht. Ik voel me alleen. Elke ochtend is moeilijk."

Hij praat zacht, beheerst, zonder aarzelen. Zegt dat hij zo vaak mogelijk probeert te lachen. Wat als? Waarom ik? Het zijn vragen die hij weigert te stellen. Omdat ze te veel pijn doen. "Omdat altijd in het duistere toeven, slecht voor je is. Je moet de woede, het sombere overstijgen. Hoe? Ik maak abstractie. Ik kijk naar de wereld, maar van ver. Alsof ik er niet echt meer ben. Alsof ik in een andere dimensie leef. Ik observeer, denk na: hoe kan ik iets goeds uit dit drama halen?"

'Nu alle ogen van de wereld op Molenbeek zijn gericht, kunnen we ons ware gelaat tonen'

Er bestaat geen handleiding om te rouwen. Ieder zoekt zijn eigen manier. Mohamed schreef een boek: Een jihad van liefde. Een boodschap van tolerantie, een oproep om haat, verdeeldheid en terreur met liefde te beantwoorden. Hij verkondigde diezelfde boodschap al in het Canvas-programma De afspraak. Het filmpje werd miljoenen keren bekeken. 

In april trekt Mohamed langs scholen in Molenbeek om er voor jongeren te spreken. Om uit te leggen dat een jihad geen heilige oorlog tegen het Westen hoeft te zijn, om ze aan de echte betekenis van het woord te herinneren: inspanning. "De inspanning die je met jezelf moet aangaan. De inspanning om vredig samen te leven." Volgens komiek Wouter Deprez kan en zal Mohameds jihad van liefde andere moorden voorkomen. "Dat is de hoop", zegt Mohamed. 

In zijn boek is slechts één hoofdstuk gewijd aan Khalid El Bakraoui, de terrorist die op 22 maart met een bom de metro in Maalbeek opstapte. Het hoofdstuk telt niet meer dan zes woorden: 'Hij laat me koud, die kerel'.  Hij herhaalt het opnieuw, met een stelligheid die menens lijkt: Criminelen zijn criminelen. Je mag hen geen waarde geven. "Maar zijn daad, zijn ideologie, daar mogen we niet blind voor zijn."

Hij wil zijn leven wijden aan het bevechten van fanatisme. Om jongeren die worstelen de juiste richting te wijzen. "Sommigen vinden dat naïef. Uit de vele goede reacties van jongeren maak ik op dat het wel degelijk helpt. Molenbeek zit onterecht onder een vergrootglas. Frustrerend. Maar ik wil jongeren motiveren om die reputatie net te gebruiken om sterker te worden. Nu alle ogen van de wereld op Molenbeek zijn gericht, kunnen we ons ware gelaat tonen." 

Het is zijn manier om Loubna's dood en zijn leven zin te geven. Zijn boodschap verspreiden is het enige dat hem gaande houdt. "Dat en mijn kinderen."

'Mijn kinderen hebben structuur nodig. Iemand die hen zegt dat ze hun groenten moeten opeten. En ik kon het gewoon niet meer opbrengen'

Ayman is 11 jaar oud, Camil 9 en Shahine 4. "Ik probeer zoveel mogelijk rust, lichtheid, humor en liefde in hun leven te brengen. Samen naar de speeltuin, of de bioscoop. En tegelijkertijd toch de autoriteit te spelen die jongens op die leeftijd nodig hebben. Maar ik kan hun moeder niet vervangen. Laatst had Camil een zware astma-aanval. Dan voel je dat heel erg. Hoe hard ik hem ook probeerde te kalmeren: op zo'n moment heeft een kind de armen van zijn moeder nodig."

Op pagina acht van Een jihad van liefde staat deze zin: 'Oog in oog met het onvatbare; wat de kinderen te vertellen?' Mohamed is er nog steeds niet helemaal uit. Hij verwacht dat de moeilijkste vragen nog volgen, als ze ouder zijn. "Als we over haar dood praten – en dat doen we vaak, hoe moeilijk het mij ook valt – leg ik de nadruk op liefde, wijsheid, tolerantie."

Maar het zijn kinderen: ze zijn vooral triest en kwaad. Bang. "Soms kwamen ze huilend terug van school. Kinderen kunnen wreed zijn. Eenmaal een ander kind je zwakte kent, zal die daar op inspelen tijdens onnozele ruzies op de speelplaats: 'Och, loop naar je mama. Wacht, je hebt er geen meer'. Zulke dingen doen pijn, ook al zijn ze niet gemeend.

"Ze reageren zich af. Ieder op zijn manier. De oudste door hyperactief te zijn. De middelste is rustiger, stelt veel vragen. De kleinste begrijpt het nog niet. Die vraagt, als we op reis vertrekken, of mama ook meegaat naar Marokko?"

Pijn

De twee oudste zitten nu in de week op internaat. Mohamed klinkt verontschuldigend als hij het zegt. "Zij hebben structuur nodig. Iemand die hen zegt dat ze hun groenten moeten opeten. En ik kon het gewoon niet meer opbrengen: 'Toe, eet iets. Ga op tijd naar bed, rust uit.' 

"Ik weet: het is beter voor iedereen. Maar het doet pijn, voelt alsof ik tekortschiet. Het cliché klopt: mannen blijven kleine kinderen. Ik heb al moeite om voor mezelf te zorgen. De fulltime zorg voor drie jongens erbij nemen, franchement, dat is heel moeilijk. Eerlijk? Na twee jaar ben ik gewoon op."

Mohamed El Bachiri met zijn familie op het herdenkingsmoment in Molenbeek, waar het Loubna Lafquiri-plein werd ingehuldigd. "Een mooi symbool."Beeld BELGA

Fatima, een vriendin van Mohamed, heeft dit gesprek geregeld. Mohamed vandaag is niet meer de Mohamed van De afspraak, zei ze vooraf aan de telefoon. "Zijn boodschap is nog wel steeds dezelfde: een oproep voor meer vrede, liefde en tolerantie. Maar iets in hem is veranderd. Er is iets geknakt."

Dat komt meer naar boven, naarmate het gesprek vordert. "Ik heb het gevoel dat ik in de steek ben gelaten", zegt hij. "En dan heb ik het over de Belgische autoriteiten. Niemand is mij de afgelopen twee jaar komen vragen hoe het gaat, hoe het met mijn kinderen gaat."

'Vooral de Vlaamse en Nederlandse gemeenschap hebben mij geadopteerd'

De Belgische burgers zijn geweldig. Dat wil hij benadrukken. De massale steunbetuigingen na De afspraak en na zijn boek hebben hem verder gestuwd. "Opgetild. Vooral de Vlaamse en Nederlandse gemeenschap hebben mij geadopteerd. Maar de hulp moet eigenlijk van bovenaf komen."

Er is het financiële luik. Mohamed is een van de honderd beklaagden die naar de rechtbank trekken om een betere schadevergoeding van de verzekering te eisen. Hun advocaat Jean-Paul Tieleman heeft hen geadviseerd om andere, lees: te lage, voorstellen af te slaan. Gevolg: Mohamed heeft intussen nog geen euro gezien. En intussen blijven de rekeningen komen. Zoals die van de wekelijkse bezoeken aan de psycholoog, voor het hele gezin.

Bezoeken die – na een recente wetswijziging – vanaf eind dit jaar worden terugbetaald. "Hoopvol voor de toekomst, maar waarom moest het zolang duren?" Zijn zachte, rustige stem wordt voor het eerst in twee uur wat luider en feller. "Als je psychologische  hulp nodig hebt, heb je die meteen nodig, dan kun je geen jaren wachten. Zelf kan ik me op stand-by zetten, n'importe. Het gaat me om mijn zonen. C'est le papa qui parle. En als ik niet functioneer, kan ik ook niet voor hen zorgen."

Wachtzaal

In Frankrijk is de situatie anders, zegt hij. Daar neemt de staat zijn verantwoordelijkheid, zegt hij. Daar worden wezen na de aanslag geadopteerd door de staat. "Hier moeten wij ons maar wenden tot de verzekeraar. Iedereen kent de prioriteit van een verzekeraar: niet, of toch zo weinig mogelijk uitbetalen. Ik zit al twee jaar in de wachtzaal. Is dat menselijk?

"Loubna is niet om het leven gekomen in een verkeersongeluk, ze werd slachtoffer van een aanslag op onze staat. Maar onze autoriteiten doen nu alsof er geen verschil is. 

"Er wordt gewerkt aan een betere regeling, hoor ik ministers zeggen. Voor toekomstige slachtoffers van een terreurdaad. En wij dan? Ik voel een sfeer van ontkenning op het niveau van de autoriteiten. Na de aanslag wordt er fel over de slachtoffers gepraat, daarna enkel nog met de herdenking. We hebben zelfs nog geen officieel statuut."

Daarom laat hij verstek gaan voor de herdenking. "Ik ben volledig voor een gevoel van samenhorigheid. Maar enkel als je doorheen het jaar ook één bent geweest."

'Er zijn niet veel pleinen die de naam van een vrouw dragen. Laat staan de naam van een Marokkaans-Belgische'

Het eerbetoon van zijn gemeente, "die hem wel heeft gesteund", ligt hem nauwer aan het hart: Molenbeek heeft nu een Loubna Lafquiri-plein. Een prachtig symbool, vindt Mohamed. "Ook al omdat er niet veel pleinen zijn die de naam van een vrouw dragen. Laat staan de naam van een Marokkaans-Belgische."

"Voor de instituten ligt 22 maart 2016 in het verleden. Voor mij niet. Overdag kan ik me meestal sterk houden. 's Nachts neemt je onderbewustzijn het over, dan komen de nachtmerries, en wordt het moeilijker."

Hij is geen groot voorstander van medicatie. Maar op dit moment helpen enkel pillen hem door de nacht. "Mijn zoon, die op een zeker moment last had van zwaar hyperactief gedrag, schreven ze ook medicatie voor. Ten einde raad heb ik dat geprobeerd. Na een week herkende ik mijn eigen kind niet meer. Een zombie. Als dat de 'oplossing' is, dan liever niet. Vandaag gaat het beter met hem, zonder pillen."

Marokko

Mohamed woont nog altijd in het huis waar ze voorheen met vijf leefden. Loubna's foto's hangen nog overal, haar spullen zijn niet verplaatst. Hij vindt dat beter voor de kinderen. Als ze herinneringen ophalen is het alsof ze er weer even bij is.

Al denkt hij de laatste tijd meer en meer aan verhuizen. Naar het buitenland, zelfs. Om niet te blijven steken, in het verleden en het verdriet. Om wat meer afstand te creëren. Marokko. Waar Loubna begraven is. Waar de koning het gezin al verschillende keren met veel egards heeft ontvangen. 

"Er heerst daar ook een ander klimaat. Met minder woede en frustratie. Toegegeven: daar is ook sociale discriminatie, maar mijn huidskleur vormt er geen probleem. Hier helaas wel."

Mohamed El Bachiri: "Het is geen goed moment om een donkere huidskleur te hebben, of om moslim te zijn."Beeld Wouter Van Vooren

Hij is slachtoffer van terreur, maar wordt met de regelmaat van de klok als potentiële terrorist behandeld. Of hij nu van de Thalys stapt in Parijs of Brussels Airport binnenstapt, mensen vragen naar zijn papieren en beweegredenen. Terwijl de rest mag doorlopen.

Of de politie ziet hem aan voor vluchteling zonder papieren. Zoals die keer dat Mohamed op weg was naar een afspraak met justitieminister Koen Geens (CD&V). "Ze controleerden sans-papiers. Ik werd ook aan de kant gezet. Moest mijn gsm en paspoort afgeven. Tien minuten werd een half uur. Toen ik mijn gsm wilde nemen om het uur te checken, snauwde een agent me af. Toen ik zei dat ik op het kabinet Geens werd verwacht, dachten ze dat ik gek was." 

Hij trekt even aan zijn zwarte leren vest, wijst naar de minisik op zijn kin. "Omwille van mijn uiterlijk, een uiterlijk dat ik niet wil veranderen. Het is geen goed moment om een donkere huidskleur te hebben, of om moslim te zijn. Dat is de realiteit waarin we vandaag leven."

'Ze controleerden sans-papiers. Ik werd ook aan de kant gezet. Moest mijn gsm en paspoort afgeven'

De politiek voedt de polarisatie, vindt hij. De hashtag soumission valt als voorbeeld, een hashtag waar N-VA-voorzitter Bart De Wever vorige week zijn tweet over het hoofddoekendebat besloot: 'Ik sluit me aan bij de leer van het vliegend spaghettimonster en stuur mijn kinderen naar school met een vergiet op hun hoofd. Gelijke behandeling voor elke overtuiging. #soumission'.

"Zo'n hashtag, zo'n tweet: dat zijn korte punchlines, maar ze hebben impact. Politici moeten mensen samenbrengen door te wijzen op datgene dat ons verenigt. Nu zoeken ze vooral de verschillen. Omdat dat meer stemmen oplevert. Goed voor hen, een catastrofe voor onze samenleving."

Liefde

Het brengt hem weer bij zijn jihad van liefde, waar hij graag het gesprek mee wil besluiten. "Die jihad, die inspanning, begint ook bij mezelf. Als ik naar iemand kijk, zie ik in de eerste plaats een mens. Een broeder of zuster. Wars van kleur of religie. Zoals Loubna dat ook altijd deed. Dat is mijn eerbetoon aan haar."

Meer informatie over het boek van Mohamed El Bachiri en de boodschap die hij daarmee wil verspreiden kunt u opvragen via jihad.amour2016@gmail.com