Nederlandse economie blijft ‘solide’
Brussel
Zij verwacht in haar jaarlijkse herfstraming 2,8 procent groei in Nederland dit jaar. In 2019 wordt dat 2,4 procent, waarmee Brussel zijn verwachting van de zomer een procentpunt verder omlaag schroeft.
Nederland blijft hoe dan ook presteren boven het verwachte eurozone-gemiddelde van 2,1 procent dit jaar en 1,9 procent in 2019. De komende jaren remt de groei in de hele eurozone geleidelijk af, denkt het dagelijks bestuur van de EU, van 2,4 procent vorig jaar naar 2,1 dit jaar en verder terug naar 1,9 procent volgend jaar en 1,7 procent in 2020.
De dalende trend doet zich voor in de hele EU. De commissie ziet vooral bedreigingen door de handelsspanningen met de Verenigde Staten en onzekerheid over olieprijzen, rente en de uitkomst van de onderhandelingen over de brexit, het vertrek van de Britten uit de EU volgend jaar. ‘We moeten er harder aan trekken om de veerkracht van onze economieën te versterken. Nu is het moment voor de lidstaten om buffers aan te leggen en schulden verder weg te werken.’
Volgens de commissie draait de Europese economie op zichzelf goed; de werkloosheid in de eurozone daalt verder, van gemiddeld 8,4 procent dit jaar naar 7,5 procent in 2020. De begrotingstekorten zakken tot gemiddeld 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp), ruim onder de afgesproken 3 procent en ver beneden de gemiddelde 6,2 procent tien jaar geleden.
De schuldratio van de eurolanden daalt naar verwachting van gemiddeld 86,9 procent van het bbp dit jaar naar 84,9 in 2019 en 82,8 in 2020. Het streven is overigens 60 procent. Griekenland zit daar met ruim 180 procent ver boven, evenals Italië (ruim 130 procent). Nederland is er dit jaar met 53,2 procent ver onder en de staatsschuld daalt volgend jaar verder naar 46,6 procent, verwacht Brussel.
Vijf landen hebben nog steeds een zorgelijke boekhouding, met hoge schulden of tekorten: Italië, België, Spanje, Frankrijk en Portugal. <