Waarom jacht op everzwijnen niet eenvoudig is

© Joren De Weerdt

Overdag houden ze zich schuil en ze verplaatsen zich vaak. Op everzwijnen jagen, is niet altijd eenvoudig. ‘Er is geluk voor nodig.’

jvt

Maandag werden in Nederland drie edelherten doodgeschoten terwijl er de komende maanden 1.830 moeten verdwijnen. Aan het begin van de winter zijn ze nog heel fit en nemen ze snel de benen.

In ons land valt het met het aantal edelherten wel mee, maar everzwijnen vormen wel een probleem. De dieren richten de jongste tijd veel schade aan. Jagers proberen hun aantal binnen te perken te houden, maar ook dat is niet vanzelfsprekend.

‘Everzwijnen bewegen heel veel in hun zoektocht naar eten’, zegt jager Johan Broeckx. ‘Zo verplaatsen ze zich veel meer dan bijvoorbeeld reeën. Everzwijnen passen ook hun rustplaatsen aan. Dat maakt het zo moeilijk. Bovendien zijn het nachtdieren, en is er veel recreatie in de Vlaamse bossen. Dat maakt dat ze zelden overdag te zien zijn.’

Drukjacht

Voor everzwijnen gebruiken jagers in Vlaanderen vooral de stille drukjacht. Daarbij worden de dieren subtiel uit hun rustplaats gedrukt, waarna ze worden opgewacht door jagers op een hoogtezit. ‘In de organisatie ervan steek je veel tijd en energie’, legt Broeckx uit. ‘Zeker als blijkt dat de everzwijnen zijn vertrokken uit het gebied.’

Er is dus volgens hem wel wat geluk mee gemoeid. Zo zijn er vorig jaar op een gebied van 1.000 hectare bij een drukjacht 64 everzwijnen gedood. Bij een gelijkaardige jacht dit jaar in hetzelfde gebied werden achttien dieren geschoten.

Na zes maanden geslachtsrijp

De jacht is volgens Broeckx nodig omdat de everzwijnenpopulatie heel snel aangroeit. Na zes maanden is een everzwijn geslachtsrijp. Dat betekent volgens de jagersvereniging Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) dat een populatie in een jaar tijd kan verdubbelen. ‘We moeten er zo veel mogelijk schieten’, zegt Broeckx. ‘Zo kunnen we de schade aan de landbouw beperken, verkeersongevallen vermijden en de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest bestrijden.’

Alternatieven?

Dit jaar zijn er bijna 1.200 everzwijnen geschoten. Van elk dier wordt de leeftijd bijgehouden en worden er bloedstalen genomen. Maar om een populatie uit te roeien, is alleen jagen niet genoeg, stelt het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in een rapport uit 2012. Dat kan beter gebeuren in combinatie met andere methodes, zoals het gebruik van vallen. In gebieden met intensieve jacht zouden zwijnen zelfs hun gedrag aanpassen om de jagers te vermijden.

In een aantal gevallen is de jacht wel effectief om een populatie in toom te houden, stelt het rapport, zoals wanneer een groot percentage jonge en vrouwelijke dieren wordt geschoten.

Voor Natuurpunt is de jacht geen wonderoplossing. De natuurorganisatie pleit in eerste instantie voor grotere leefgebieden en preventieve maatregelen zoals schrikdraad. ‘Pas in laatste instantie wil Natuurpunt de populatie indijken door erop te jagen of ze te vangen en ze ergens anders neer te zetten’, zei Jan Kenens van Natuurpunt.

Voor de Vlaamse jagersvereniging brengen die voorstellen geen soelaas. Vlaanderen is te versplinterd, het eetbaar afval dat mensen achterlaten trekt de dieren aan en ze kunnen prikkeldraad kapotmaken.

‘Jacht is voor ons een belangrijk middel om de populatie klein te houden’, zegt woordvoerder Maarten Goethals. ‘Maar dat moet ook bewust gebeuren, en constant. Zeker in Limburg is het belangrijk dat jagers daarom overal mogen opereren. En naar bepaalde jachtgroepen toe pleiten we ook om bijvoorbeeld op zeugen te schieten. Want op die manier verhinder je de vermenigvuldiging ervan. Dat klinkt hard misschien, maar bevat een logica die iedereen kan vatten.’