Direct naar artikelinhoud
ReportageRafah

Angst en wanhoop regeren in Rafah: ‘Over een paar weken brandt iedereen weg’

Angst en wanhoop regeren in Rafah: ‘Over een paar weken brandt iedereen weg’
Beeld AFP

Het toenemende oorlogsgeweld in Rafah heeft vele honderdduizenden opgejaagd. De moedeloosheid en angst onder de Palestijnen bereikt nieuwe hoogten. ‘De tanks komen elke dag dichterbij.’

Ismail Harb (67) kwam woensdagavond met knallende hoofdpijn thuis, in zijn appartement in het westen van Rafah. Samen met zijn vijf zoons bouwde hij de hele dag in de volle zon aan wat hun nieuwe toevluchtsoord moet worden: drie geïmproviseerde tenten in Khan Younis, een gehavende stad, zo’n tien kilometer verderop.

Harb omschrijft in tekst-, video- en spraakberichten via WhatsApp de plek die hij eerder deze week uitzocht als “een zanderige vlakte zonder voorzieningen” tussen “tenten, tenten en nog meer tenten”.

Het valt hem zwaar om zijn huis in de meest zuidelijke stad van Gaza na veertig jaar te moeten verlaten, temeer omdat de vier muren de enige onwankelbare onderdelen van zijn leven waren, deze afgelopen maanden. Maar er blijven gaat niet meer. “Want iedere dag komen de Israëlische tanks dichterbij.”

‘Stap voor stap’

Toen Israël twee weken geleden begon aan de inval in Rafah, raakte Gaza zijn laatste enigszins veilige (bombardementen zijn er steeds wel geweest) haven kwijt. In en rondom de stad verbleven ongeveer 1,4 miljoen inwoners en ontheemden.

Sinds 6 mei roept Israël hen op te vertrekken naar “humanitaire zones” in de noordelijker gelegen stad Khan Younis en de kuststrook Al-Mawasi. 600 duizend Gazanen zijn sindsdien gevlucht, volgens de Verenigde Naties. Velen van hen voor de zoveelste keer sinds de oorlog uitbrak.

Het gevreesde “grootschalige grondoffensief” op Rafah blijft vooralsnog uit, maar in plaats daarvan valt Israël de stad “stap voor stap” aan, aldus premier Benjamin Netanyahu. Israël nam bijna twee weken geleden de grensovergangen bij Rafah en Kerem Shalom in en zegt “precieze” operaties uit te voeren om het “laatste bolwerk van Hamas” in te nemen. Minister van Buitenlandse Zaken Yoav Gallant stuurt meer Israëlische troepen naar Rafah, kondigde hij donderdag aan. Daardoor zullen de gevechten er binnenkort “intenser” worden.

Tegelijkertijd vechten het Israëlische leger en Hamas opnieuw hevig in het vluchtelingenkamp Jabalia, in het noorden van Gaza, omdat Hamas zich daar zou hebben gehergroepeerd.

Een Palestinijnse familie, gevlucht uit Rafah, komt aan in het noordelijker gelegen Deir el-Balah.Beeld AFP

Het rampscenario waarvoor hulporganisaties maandenlang waarschuwden, voltrekt zich daarom nu alsnog, zegt Hisham Mhanna, een medewerker van het Internationale Rode Kruis. “Op de plekken die Israël als veilig aanwijst, is helemaal niets”, zegt hij via een videoverbinding vanuit Gaza. Overal ligt afval, er is geen riolering en de ontheemden kunnen er geen nylontenten krijgen, die verkoeling bieden. “Over een paar weken brandt iedereen weg.”

De gesloten grensposten verminderen daarnaast drastisch de hoeveelheid beschikbare voedsel- en humanitaire hulp. De distributie is door de gevechten nog moeilijker, terwijl bijna alle Gazanen ervan afhankelijk zijn. “Je moet je voorstellen dat ik bij de 1 procent van dit land hoor, die zichzelf nog financieel redt”, zegt Mhanna. “Maar in de meeste families is het geld inmiddels helemaal op.”

Netanyahu zei woensdag in een videoboodschap dat de humanitaire catastrofe in Rafah, waarvoor hulporganisaties waarschuwden, zich niet voordoet. “Die zal zich ook niet gaan voordoen.”

Kleine wormpjes

Maar de omstandigheden waarover Doaa Shamallakh aan de telefoon vertelt, zijn ronduit slecht. Ze kookt op open vuur, omdat het gas op is. Het enige beschikbare drinkwater zit, getuige de foto’s die ze later stuurt, regelmatig vol met kleine wormpjes, wat op parasieten kan duiden. En haar laatste maaltijd was ten minste twaalf uur geleden en bestond uit droge biscuitjes.

Shamallakh vluchtte bijna twee weken geleden uit het oosten van Rafah en doet sindsdien geen oog meer dicht. Haar schoonfamilie, twee kinderen en zij (haar man kwam voor de oorlog om het leven) vertrokken in paniek, toen de eerste bommen boven Rafah uit de lucht vielen. Ze hadden geen idee waar ze naartoe moesten. “We hebben gewoon gerend en gerend”, zegt ze. “Mijn kinderen stopten pas uren nadat we hier waren aangekomen met huilen.” Hier is in het westelijkste puntje van Rafah. Vanwaar ze belt, ziet ze de zee.

Vooralsnog overwegen Shamallakh en haar familie niet om zich opnieuw te verplaatsen. De omstandigheden zijn namelijk niet beter in de door Israël aangewezen gebieden, zegt ze. Shamallakhs broer verblijft in een tent in Al-Mawasi, maar daar waren gevechten vlakbij, nog maar een paar dagen geleden. “Het is nergens veilig voor ons.”

Shamallakh, die voor de oorlog als docent Engels op een school werkte, meent dat buiten Gaza niemand iets doet om het geweld te stoppen. En dat vindt ze onbegrijpelijk. “Het is genoeg geweest”, zegt ze, gevolgd door een diepe zucht. “We hebben helemaal niets meer.”

Ziekenhuis op halve kracht

De gezondheidszorg, die al ernstig onder druk stond, brokkelt sinds de intensivering van de Israëlische aanval nog verder af. Het Rafah Indonesian Field Hospital sloot deze week, omdat het de veiligheid van de patiënten niet meer kon garanderen. Andere ziekenhuizen functioneren op halve kracht, omdat het personeel moest evacueren. Daarnaast is er een chronisch tekort aan brandstof en kunnen internationale hulpverleners niet meer worden afgelost vanwege de dichte grenzen.

Een moeder borstelt het haar van haar dochter, zij zitten nog in Rafah.Beeld AFP

“Ik weet gewoon niet meer wat ik moet zeggen”, zegt Guillemette Thomas, die vanuit Jeruzalem de inzet van Artsen zonder Grenzen coördineert. “Ik heb huilende werknemers aan de telefoon”, zegt ze. “En de bevolking die we proberen te helpen, ziet voor zichzelf geen enkele toekomst meer.”

Ismail Harb’s tenten zijn vrijdag bijna af. “We hebben nog drie dagen nodig”, schrijft hij via WhatsApp. Hij blijft ertegen opzien om er met zijn negentien familieleden naartoe te vluchten. Een van de tenten kreeg hij van een ander familielid, dat eerder was gevlucht van Khan Younis naar Rafah, maar inmiddels weer is teruggekeerd naar zijn compleet verwoeste huis. “Hij zei dat ze het daar honderd keer zo goed hebben als in een tent.”