"Meest onwaarschijnlijke verhaal in de geschiedenis van de luchtvaart" krijgt nieuw hoofdstuk

Op 18 november 1946 is het Amerikaans militair transportvliegtuig van München naar Marseille. Aan boord bevinden zich Amerikaanse officieren en familieleden, onder hen een meisje van 11. Maar boven de Zwitserse bergen gaat het mis. De piloot komt in turbulent weer terecht en moet een noodlanding maken bovenop een gletsjer.

De inzittenden van het vliegtuigen komen er – op wat verwondingen na – allemaal met de schrik vanaf. Maar na de crash zitten de 12 passagiers en bemanningsleden maar liefst vijf dagen vast op de gletsjer. Het wrak wordt bedolven onder sneeuw en vormt op die manier een soort iglo. Met hout, benzine en olie stoken de slachtoffers vuur om zich warm te houden. Om te overleven drinken de 12 gesmolten sneeuw en eten ze elk één chocoladereep. 

_{Lees hieronder verder.}

Indrukwekkende reddingsoperatie

De reddingsoperatie die op touw gezet wordt, is indrukwekkend. Ongeveer 150 Amerikaanse troepen proberen de berg te beklimmen, maar het zijn uiteindelijk twee Zwitserse piloten op ski’s die de 12 inzittenden terugvinden. En ongelooflijk, maar waar, het verhaal kent een happy ending: er vallen geen slachtoffers. 

Die operatie is een mijlpaal in de Zwitserse luchtvaartgeschiedenis. En tot op de dag van vandaag zijn experten verbaasd over de goede afloop: "Het is het meest onwaarschijnlijke verhaal in de geschiedenis van de luchtvaart. Dat een vliegtuig met een snelheid van 280 kilometer per uur neerstort zonder slachtoffers te maken", zegt luchtvaartexpert Peter Brotschi aan de Zwitserse openbare omroep SRF. 

Het vliegtuig maakte dus in 1946 een noodlanding op een Zwitserse gletsjer. Door de jaren heen werden al brokstukken teruggevonden, maar het eigenlijke vliegtuig was nooit bloot komen te liggen. Door de aanhoudende hitte van de afgelopen maanden is het militair transportvliegtuig ook teruggevonden, drie kilometer verder dan waar het zijn noodlanding zou hebben gemaakt.