Downkinderen bij voorbaat weigeren op school is discriminatie

Utrecht

De 8e Montessorischool Zeeburg in Amsterdam had deze mededeling op de website staan. Volgens de school was dit geen beleid en had een intern begeleider de mededeling op eigen houtje op de website gezet.

Maar voor het College voor de Rechten van de Mens doet deze gang van zaken er niet toe. De tekst stond namelijk minimaal enkele maanden online. ‘Hierdoor kon het door de buitenwereld worden gezien als het geldende standpunt van de school’, schrijft het College voor de Rechten van de Mens in de uitspraak.

De zaak was aangespannen door het Meldpunt Discriminatie. Dit antidiscriminatiebureau vindt dat de school ouders met een kind met het syndroom van Down ontmoedigde om hun kind aan te melden op de school. Daarmee zou de school discrimineren op grond van handicap of chronische ziekte. Ook vindt het meldpunt dat de school discrimineerde door ieder kind met het syndroom van Down bij voorbaat af te wijzen.

onderzoeksplicht

Het College voor de Rechten van de Mens stelt het Meldpunt Discriminatie volledig in het gelijk. De school heeft gediscrimineerd en niet voldaan aan haar wettelijke verplichting om per individueel kind te onderzoeken aan welke begeleiding behoefte is.

In de Wet passend onderwijs staat dat een school per kind moet onderzoeken wat de onderwijsbehoefte is en of de school de extra hulp kan bieden. Als de school de leerling de extra hulp niet zelf kan bieden, moet de school de ouders helpen om voor het kind een andere reguliere school te zoeken of doorverwijzen naar het speciaal onderwijs.

‘We zijn blij met de uitspraak’, reageert Regina Lamberts, directeur van de Stichting Downsyndroom. ‘Het College voor de Rechten van de Mens stelt terecht vast dat het individu hier werd miskend.’

Het probleem van discriminatie van kinderen met downsyndroom door scholen is met deze uitspraak nog niet uit de wereld, benadrukt ze. ‘Heel veel scholen denken hetzelfde als deze school, maar zetten het niet op hun website’, is haar ervaring.

‘Veel ouders moeten strijden om hun kind op een school in het dorp of in hun eigen omgeving te krijgen. Van kinderen met downsyndroom bestaat helaas bij velen het beeld dat ze per definitie veel begeleiding nodig hebben. Maar mensen met downsyndroom zijn niet allemaal hetzelfde. Het zijn individuen met ieder hun eigen kwaliteiten.’ <