Direct naar artikelinhoud
Opinie

De jeugd slowt niet meer en ze heeft gelijk

Clement Peerens.Beeld Photo News

Clement Peerens is een Antwerpse popkenner en muzikant

Voor de jongeren onder de lezers van deze socialistische gazet: de slow was geen dans, maar een alibi voor verlegen mensen om elkaar te betasten. Dat gebeurde in jeugdclubs, op trouwfeesten en in baancafé’s, en volgens een vast stramien. 

Plots ging driekwart van de verlichting uit, en werd wat suffe, slome muziek opgestart. Wie zich al de hele tijd alleen aan een tafeltje had zitten vervelen (er bestonden nog geen smartphones om de tijd mee te verdrijven), stond op en zocht een partner. Meestal ging het om personen die er bij volle daglicht niet echt appetijtelijk uitzagen, en wegens puisten, vettig haar, vergroeiingen in het aangezicht enzovoort seksueel kansloos waren. 

De dansers namen plaats op de dansvloer en drukten zich tegen elkaar aan. Indien de man (hij was meestal de initiatiefnemer) voldoende had gedronken begon hij zijn onbekende partner te betasten. Indien dat niet het geval was, begon een gesprek, dat steeds opende met iets als 'Komt gij hier dikwijls?' of: 'Amai, er is veel volk vandaag!' en meteen weer doodbloedde. Als het betasten werd beantwoord met een tegenbetasting of veelzeggend geschurk met de heupen, werden de tongen in elkaars mond gestoken. Een musicoloog heeft ooit berekend dat, als je de tongen die in de jaren zeventig werden gedraaid op het gruwelijk 'Nights in White Satin' aan elkaar zou rijgen, je vier keer de afstand van de aarde tot de maan kan overbruggen. 

Lichaamsgeuren vormden destijds geen hindernis. Er werd toen nog volle bak gerookt in zalen en cafés. Dat camoufleerde een en ander

Indien het muilen naar meer smaakte, gingen de partners bij elkaars ouders taart eten. Daarna volgde een huwelijk, een lening voor een huis, en Ford Escort en lelijke kinderen die Klaas, Annelies en Jürgen heetten. Ten slotte werd op het jaarlijkse schoolbal opnieuw gedanst, maar dan met iemand anders, en dat was dan het einde van het sprookje.

Lees ook: Snelle tijden doen slow de das om

Rookverbod

Nog een klein technisch puntje: misschien vraagt u zich af hoe het dan zat met lichaamsgeuren, die eventueel een hindernis vormden. Wel, er werd toen nog volle bak gerookt in zalen en cafés. Dat camoufleerde een en ander. Het invoeren van het rookverbod op openbare plaatsen heeft de doodstrijd van de slow dus zeker versneld.

Nog een ander technisch puntje: mannen met een wat geringere gestalte en rijzige vrouwen, dat was een moeilijke combinatie. Idealiter liet de dame haar hoofd rusten tegen de schouder van de man. Maar een kerel van 1,65 meter zat bij een fotomodel van 1,80 meter met de neus tussen de samenstellende delen van het boezemgebeuren geprangd, om het maar een beetje deftig uit te drukken. Dat werd vaak als ál te vrijpostig ervaren. En om te muilen moest de dame door de knieën gaan. Dat was geen fraai tafereel, maar het was quasi donker, remember? Bij langdurig smossen, zoals dat toen heette, leidde dat evenwel tot gewrichtsproblemen.

Shaken

De jeugd slowt niet meer, en ze heeft gelijk. Er is nu onder andere Tinder. Een paar glazen zure pils om te ontremmen hoeft ook niet meer. Onze nachtwinkels bieden uitstekende en betaalbare voorzieningen voor de hitsige minderjarigen. Hulde aan deze instellingen, die van grote betekenis zijn voor de hedendaagse jeugdcultuur!

Zelf heb ik het genre nooit beoefend. Als een dame mij uitnodigde, antwoordde ik gevat: ‘Slowen? Ja, maar enkel verticaal.' Dat leverde weleens wat op, wat vaak het geval is met duidelijk communicatie.

Zelf heb ik het genre nooit beoefend. Als een dame mij uitnodigde, antwoordde ik gevat: ‘Slowen? Ja, maar enkel verticaal'

Dansen deed ik wel. Op dansmuziek namelijk: in mijn tijd was dat disco. Wat ik dan precies deed zou ik omschrijven als shaken. In principe deed ik dat in mijn eentje, maar meestal vormde zich meteen een kring van wulps kronkelende caissières rondom mij, helemaal in de ban van mijn dierlijk magnetisme. Ik keek die dames recht in de ogen, met een blik die blijkbaar hypnotiserend was. Tot Delhaize mij een proces aan de broek met olifantenpijpen lapte: hun werkneemsters waren soms dagenlang niet in staat om de prijs van de producten in te tikken. Barcodes bestonden toen nog niet. We hebben toen een compromis gesloten: ik heb voorgesteld dat ik voortaan dag en nacht een zonnebril zou dragen, en dat de warenhuisketen mij daar levenslang een geïndexeerd maandbedrag voor zou uitkeren. Plus om de drie jaar een nieuwe Ray-Ban.

De aandeelhouders gingen daar niet mee akkoord. Daarom ben ik naar een personeelsfeest getogen, en ik heb de dj gevraagd het heerlijke 'Heaven Must Be Missing an Angel' van Tavares te draaien. Ik heb mijn ding gedaan. Toen de directeur marketing de week daarop zijn vrouw nog net kon verhinderen de baby in de soeppot te gooien omdat ze – nog mentaal verdwaasd door mijn hypnotiserende moves – dacht dat het een soepkieken betrof, piepten ze wel anders. Ik kreeg meteen een telefoontje, en de gerechtigheid zegevierde.