© kristof van rompaey

Heistse bedrijven gelauwerd voor milieuvriendelijke aanpak

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) bekroonde twee Heistse bedrijven voor hun duurzame innovaties. De hoofdprijs van de Belgian Business Awards for the Environment (BBAE) ging naar De Neef Chemical Processing, samen met Janssen Pharmaceutica. Baltimore Aircoil Company eindigde als derde.

Kristof Van Rompaey

Het Heistse De Neef Chemical Processing (DNCP) groeide sinds de oprichting in 1972 uit tot een gekende speler in de chemie. Hun kennis wat betreft het zuiver maken van gebruikte solventen uit de farma-, chemische-, en autoindustrie is volgens Business Development Manager Koen Sonck meer dan ooit actueel. “Solventen heb je nodig bij chemische reacties”, legt hij uit. “Aan het eind van de productie van pakweg een geneesmiddel, hou je naast het eindproduct ook een restproduct over. Ofwel verbrand je die gebruikte solventen, ofwel destilleer je ze en maak je ze opnieuw bruikbaar. Dat laatste doen wij.”

Omdat verbranden steeds duurder wordt, en omdat de publieke opinie er steeds meer tegen spreekt, neemt de vraag naar hergebruik volgens Sonck alleen maar toe. “In 2000 openden we een tweede site in Kallo (Beveren). Een deel daarvan is pas sinds eind vorig jaar in gebruik en is exclusief voorbehouden voor Janssen Pharmaceutica”, legt hij uit. “De solventen die we er distilleren, dienen uitsluitend voor de productie van één bepaald medicijn. Het kostte ons zo’n vier jaar tijd om ons circulaire economiesysteem samen op punt te stellen, een belangrijke miljoeneninvestering voor ons bedrijf.”

Eenvoudig gezegd haalt DNCP de gebruikte solventen bij Janssen Pharmaceutica in Geel op en levert ze er na zuivering terug af. “Wat ons uniek maakt, is dat wij zeer complexe destillaties kunnen uitvoeren”, verduidelijkt Sonck. “Dat doen we met een minimum aan productverlies. Slechts een klein percentage residu wordt nog verbrand, waarbij er veel minder CO2 vrijkomt dan bij volledige verbranding. De grootste CO2-reductie gebeurt echter nog steeds tijdens de productie van solventen. Door restproducten weer bruikbaar te maken, gaat ook dat percentage significant naar omlaag.”

Voor de samenwerking met Janssen Pharmaceutica bedacht DNCP zelfs een speciale indeling voor hun vrachtwagens, waardoor ze nooit leeg rondrijden. Ook dat dringt volgens Sonck de CO2-uitstoot terug. “Bovendien is Janssens Pharmaceutica dankzij dit systeem steeds zeker van de voorraad zuivere solventen”, voegt hij nog toe. "Ze hangen dus niet af van de volatiele wereldmarkt, ook niet wat de prijs betreft."

Om de economische kring helemaal te sluiten, voegde het Mechelse bedrijf InOpsys zich als derde partner bij het project. “Naast de solventstroom die wij behandelen, is ook water een restproduct van de geneesmiddelenproductie”, geeft Sonck nog mee. “Janssen Pharmaceutica heeft een eigen waterzuivering, maar in dit geval moet het water eerst voorbehandeld worden omdat er metaal in zit. Dat neemt InOpsys voor zijn rekening. Samen gaan we het concept binnenkort ook voorstellen aan de Ierse farmaceutische sector.”

Het bedrijf Baltimore Aircoil International, op een boogscheut van DNCP in het Heist Industriepark, deelde tijdens de awarduitreiking de derde plaats met met Sioen Industries. Zij zijn gespecialiseerd in koelingsapparatuur voor industriële- en voedingsmiddeleninstallaties. Hun ontwikkeling Nexus helpt zowel de kosten als de CO2-uitstoot van de industrie betekenisvol verminderen. Tegen de zomer verdedigen DNCP, Baltimore en enkele andere genomineerden de Belgische kleuren tijdens de Europees editie van de awards.