*Verplaats de planten. In de zomer vermijd je best dat je planten in direct zonlicht staan, want dan kunnen ze verbranden. Maar in de herfst en de winter is er zo weinig zon, dat je ze best verhuist naar een plekje waar veel licht is.

*Het kan even zoeken naar een geschikte plaats: de vensterbank lijkt ideaal, maar is dat niet altijd. Planten houden niet van tocht en koude ramen. Zet ze dus niet vlak aan het raam. Ook vlak naast of op de verwarming is geen goed idee, daarvan drogen ze uit.

*Heb je vloerverwarming, zet je planten dan op een plantenstand zodat ze niet rechtstreeks in contact komen met de vloer, daarvan droogt de aarde onderaan uit.

*In de herfst en winter krijgen planten minder licht, ze groeien minder snel en ze hebben dus minder water nodig. Voel even met je vingers aan de grond waarin de plant staat. Als alleen de bovenste centimeters droog aanvoelen en de grond daaronder nog vochtig is, moet je nog niet gieten.

*Als de verwarming de hele tijd opstaat, heb je drogere lucht. Dat is wel vervelend voor planten. Het helpt om af en toe water te verstuiven over de bladeren van de plant, want ook langs die weg nemen ze vocht op. Doe dat niet te vaak, wekelijks is zeker genoeg.

*Geef in de herfst en winter geen extra voeding of meststoffen aan je plant. Ze groeien dan normaal niet, maar krijgen door die boost wel het signaal dat ze moeten gaan groeien - zelfs een plant zou daarvan in de war geraken. In maart en april, wanneer de dagen langer worden, hebben de meeste planten een groeispurt, dan kunnen ze die extra voeding wel gebruiken.

*Geen paniek als je plant eens een geel of een bruin blad heeft: dat is normaal, het betekent niet dat je plant aan het sterven is. Je knipt ze wel best af, zo voorkom je dat die bladeren gaan rotten en dat je ziektes, bacteriën of bladluizen krijgt.

Meer info over planten en ‘The Plant Corner’ vind je op www.theplantcorner.com.