Direct naar artikelinhoud
Column

In mijn fantasie krijg je een halve stijve van al die betraande vrouwensmoeltjes

Anaïs Van Ertvelde.Beeld Stefaan Temmerman

Anaïs Van Ertvelde is historica en podcaster bij Vuile Lakens. Elke twee weken schrijft ze In Zeno over lichamen, seks, macht, kwetsbaarheid en verzet. 

You’re so vain. You probably think this song is about you.

De glazen cafédeur zwaait open, je werpt een snelle blik richting je reflectie en onmiddellijk speelt Carly Simon door je hoofd. You walked into the party like you were walking on a yacht. De wereld is je speeltuin.

Waarom zitten we hier op twee barkrukken tegenover elkaar? Goede vraag. Barkrukken zitten bij nader inzien altijd verdomd ongemakkelijk. Ik wil waarschijnlijk een helder einde, de losse draadjes afknippen, geen slordige rafelranden achterlaten.

Jij ziet een opening. Kijk, je ­spiegelt m’n houding al. Een hand op een keel, een driftig wippend beentje. Ik stuurde je Grand Unified Theory of Female Pain door. En dan nog een keer, omdat je vergat het te downloaden en de tijdslimiet verstreken was. ‘Dit essay moet je echt lezen! Leslie Jamison neut vaak, maar hier, wow! Hier doet ze iets ­uitzonderlijks. Een poging om de psychische pijn van vrouwen te ­vatten zonder die pijn op een ­piëdestal te zetten!’

Het is duidelijk dat dit gesprek een ritueel is waar we allebei zichtbaar van genieten. Dit vinden we veel lekkerder dan elkaar neuken

Te veel uitroeptekens, zelfs voor een Facebookbericht. Ik had het toen moeten weten. Ik wist het natuurlijk al lang.

“Vertel me dan, hoe heb ik je zo gekwetst?”, vraag je, begripvol ­knikkend, een watertje in de hand. Achter gesloten deuren huilde je vaak, dat vond ik eerst ontzettend aantrekkelijk. Zo’n volwassen vent die zich kwetsbaar durft te tonen. Maar alles went; als je lang genoeg kijkt, zie je de mechaniekjes. Ligt kwetsbaarheid plots in bed met slappe aanstellerij.

“Nou”, steek ik van wal. Klaar om nog eens aan de opsomming te beginnen: de door mij zorgvuldig bijgehouden tijdslijn van infracties. “Het stond toch al lang en breed in die brief die ik je in juni gaf?”

Plots zie ik je voor mijn geestesoog zitten, in bars, en op parkbankjes, of met je lange lijf op een sofa gevlijd, terwijl een parade aan parallelle vriendinnetjes naast je zit om de details van je achteloze wreedheden uit de doeken te doen. Zij, hun wonden benoemend, inkaderend, van onderschriften voorziend, met een intensiteit die ze anders alleen voor orgasmes reserveren. Jij, niet begripvol knikkend. Nee, ik zie je haast loensen van geilheid. In mijn fantasie krijg je een halve stijve van al die betraande vrouwensmoeltjes.

“Sorry, het was niet zo bedoeld.”

Het is duidelijk dat dit gesprek geen vertalingsslag is, geen oefening in empathie. Het is een ritueel waar we allebei zichtbaar van genieten. Dit vinden we veel lekkerder dan elkaar neuken.

“Oh nee, neenee!” Triomfantelijk geworden door die inval kaats ik de bal terug. “Nee, ik heb een veel beter idee. Vertel me eens hoe ik jou pijn gedaan heb!”

Je begint aarzelend: “Die ene nacht waarop je met me danste, en ook met je vriend, je rond ons beiden heen kronkelde. Je bent dat soort dingen misschien gewoon, maar je vroeg me niet eens of ik het wel zag zitten. Het was... grensoverschrijdend.”

Grensoverschrijdend. Ik proef het woord op mijn tong. Ik ben degene die zijn grenzen overschrijdt

Grensoverschrijdend. Ik proef het woord op mijn tong. Ik ben degene die zijn grenzen overschrijdt. Wat een deugddoende omkering van de dynamiek. Ik probeer mijn nieuwe rol uit.

“En, verder?”

“Je zei eens dat ik een spiegel­paleis zonder kern was. Dat is gewoon gemeen.”

Hij heeft gelijk. Dat is gemeen. Zoiets denk je, maar zeg je niet hardop. De triomf ebt weg. Waarom zit ik hier. Een helder einde dat niet kwetst en niet flatteert. Juist ja.