Direct naar artikelinhoud
Column

Er wonen in België een hoop mensen die weten hoe een goed liedje klinkt, maar goed is niet perfect

StuBru-presentator Stijn Van de Voorde loopt elke week voor de muziek uit.Beeld Thomas Legrève

Soms wil ik dolgraag deel uitmaken van een jonge, succesvolle Belgische band. Eerst vul je de affiches van lokale festivals, daarna hoor je een opgesmukte demo in een avond­programma op de radio en voor je het beseft sta je te blinken in het voorprogramma van een respectabele inter­nationale artiest. Plots krijg je een eigen kleedkamer met gratis drank en drie verschillende soorten chips. Tijdens de zomer­festivals staat er zelfs een fles gin en een fruitmandje op de rider. Wat achteraf nog overblijft, neem je gewoon mee naar huis. Bananen blijven makkelijk nog een week vers als er niet te veel bruine plekken op zitten. Wat een leven!

Op andere momenten ben ik enorm opgelucht dat ik níét in een jonge, succesvolle Belgische band zit. Te veel werk, te veel risico’s, te veel gedoe.

Daar dacht ik aan toen ik het productieproces las achter Hinges of Luck van Douglas Firs. Gertjan Van Hellemont trok twee jaar geleden moederziel alleen naar Montréal. Hij werkte er twee maanden intensief aan nummers die hij ’s avonds uittestte in plaatselijke cafés. Dat klinkt vast charmanter dan het was.

In de late lente van dit jaar vloog Gertjan naar Louisville, Kentucky. Daar woont Kevin Ratterman, een man die mee­sleutelde aan albums van onder anderen My Morning Jacket en Ray Lamontagne. Gertjan houdt van de klank die de Amerikaan uit zijn machinerie trekt, dus hij moest het doen. Er wonen in België een hoop mensen die weten hoe een goed liedje klinkt, maar goed is niet perfect. Dat is een vorm van dedication die mij bevalt. Perfectionisme is interessant, maar niet altijd plezant, voor wie eraan lijdt.

De echte stress van een nieuw album volgt in de week voor/van de release. Dan bepalen anderen of je goed werk leverde

Het derde album van Gertjan en zijn homies komt pas uit in oktober, maar volgende week organiseren de mannen een eerste luistersessie in een louche achterzaaltje van de AB in Brussel. Het publiek bestaat donderdagavond hoogstwaarschijnlijk voornamelijk uit geïnteresseerde fans, dus in dit geval blijven de ­zenuwen onder controle.

De echte stress volgt in de week voor/van de release. Dan bepalen anderen of je goed werk leverde. Heel wat muziekjournalisten informeren hun publiek fair en met enige kennis van zaken over de nieuwigheden die platenwinkels (en het internet) aanbieden. Hun mening is in essentie even subjectief en onbelangrijk als die van een gemiddelde Twitter-gebruiker, maar hun bereik ligt iets hoger. Het blijft ook opletten voor de aanstellers die zich graag interessant maken door een album na één vage luisterbeurt als ‘middelmatig’ te omschrijven. Dat hoort bij de risico’s van het vak. Niets aan te doen.

Respect van het undergroundmilieu is charmant, maar het mag iets meer zijn. Je vliegt niet zomaar de halve wereld rond.

En dan zwijg ik nog over de radio. Airplay is extreem belangrijk voor elke artiest die wil leven van zijn hobby. Als een radiozender naar eer en geweten beslist om een single niet op te nemen in de playlist, heeft dit niet altijd iets te maken met de kwaliteit van het nummer. Soms past het gewoon niet. De kast van een muziekliefhebber is voor de helft gevuld met prachtige albums die geen commercieel succes kenden. Respect van het undergroundmilieu is charmant, maar het mag iets meer zijn. Je vliegt niet zomaar de halve wereld rond.

Ik ken Gertjan enkel ‘van ziens’, maar wie met hart en ziel aan een verzameling liedjes werkt waar hij (of zij) zelf heel hard in gelooft, wint altijd mijn sympathie. Al koop je daar voorlopig niets mee. Wie kosten noch moeite spaart, moet theoretisch gezien beloond worden voor de geleverde arbeid. Zo werkt het gelukkig niet in de harde cultuurwereld. Een bakker die lang (en met hart en ziel) werkt aan een taart die ruikt naar de anus van een schaap, zal eveneens weinig succes oogsten. (Die geur is me voorlopig onbekend, maar ik ga ervan uit dat deze thuishoort in de categorie ‘onaangenaam’.)

Door omstandigheden weet ik intussen hoe Hinges of Luck van Douglas Firs klinkt. Zeer goed, als je het mij vraagt, maar beslis daar binnenkort vooral zelf over. Het is hen alvast van harte gegund.

Ik had zelfs bijna iets geschreven als ‘wat mij betreft staan de scharnieren naar het geluk voor hen helemaal open’.

Maar dat was wel een heel shitty einde geweest.