Direct naar artikelinhoud
AchtergrondFietsateliers

‘Kom alsjeblieft wat sneller binnen om je remblokken of kabels te vervangen’: bij deze ateliers herstel je zelf je fiets

Bij Molembike kun je samen met ­vrijwillige en ­professionele fietsenmakers je rijwiel herstellen of ­onderhouden.Beeld Franky Verdickt

Zelf aan je fiets sleutelen? In grote steden zijn er meer en meer ateliers waar dat kan. Omdat fietshandelaars de handen vol hebben, zijn ze hard nodig. ‘Je kan hier je fiets herstellen voor een appel en een ei.’

“Elke keer dat ik schakelde, maakte mijn fiets een hoop lawaai”, zegt Alejandro Denis Orellana (30), terwijl hij aan de tweedehands Gazelle sleutelt die hij onlangs op de kop heeft getikt. “Hij schakelde ofwel niet, ofwel ging hij met een snok naar een andere versnelling. Dat kwam omdat de ketting niet goed was aangespannen.”

Orellana, afkomstig uit El Salvador, is naar het atelier van Molembike op de site van Tour & Taxis afgezakt waar fietsenmakers helpen om zijn fiets te herstellen. Hij krijgt er de hulp van Mauricio, een professionele technicus en vrijwilliger Thierry Lacasse, die samen met hem over zijn fiets staan gebogen.

Ze geven hem uitleg in het Spaans, een taal die Lacasse toevallig ook machtig is. Sinds het atelier drie jaar geleden in Tour & Taxis openging, maakt Lacasse deel uit van de vrijwilligersploeg. “Ik leer veel bij over fietsen en ik kan tegelijk mijn talen oefenen”, zegt Lacasse.

Ateliers zoals dat op de Tour en Taxis-site duiken meer en meer op in grote steden. In Brussel alleen al zijn er 27 ateliers participatifs, waar particulieren onder begeleiding van fietsenmakers aan hun fiets kunnen sleutelen.

Nu de lente aangebroken is, halen veel fietsers hun stalen ros van stal. Voor fietsherstellers is de maand april steevast een drukke periode. Wie een afspraak maakt met Molembike kan hier op dinsdag een uur lang aan zijn fiets werken.

“Nu is het echt hoogseizoen”, zegt fietshersteller Anna in het atelier van Molembike. “We zitten elke dinsdag vol. Ook nu zijn er weer acht mensen die we vanavond helpen met hun fiets.” Dinsdag is normaal de enige dag waarop het atelier open is. Maar wie meer tijd nodig heeft, kan een extra afspraak op donderdag boeken.

'Nu is het echt hoogseizoen. We zitten elke dinsdag vol. Ook nu zijn er weer acht mensen die we vanavond helpen met hun fiets'
AnnaMolembike

Ook in andere steden zijn er fietsateliers uit de grond geschoten. In Gent heb je twee Fietskeukens. In Leuven heeft de universiteit een DIY Fietsatelier, dat ze ter beschikking stelt van studenten. Dat volgt iets meer het ritme van het academiejaar.

“Bij ons is het vooral in september en oktober druk omdat het nieuwe academiejaar dan van start gaat”, zegt Pieter Van de Putte, die het atelier in Leuven leidt. “Wanneer de lente aanbreekt, zien we wel dat er een pak meer koersfietsen binnenkomen. De dagen worden langer, studenten trekken er meer op uit.”

We trappen meer

Er zijn verschillende trends die in deze fietsateliers samenkomen. De auto is nog steeds de koning van het verkeer, maar de fiets wordt wel steeds populairder. Vlamingen doen 18 procent van hun verplaatsingen met hun fiets, zo bleek vorig jaar uit het laatste Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen (OVG). Dat was een stijging van 4 procent in vergelijking met 2019.

In het Brussels Gewest wint de fiets terrein – onder meer door betere infrastructuur – al is het aandeel nog niet zo groot als in Vlaanderen. In Brussel is het aantal verplaatsingen met de fiets in tien jaar tijd gestegen van 3 naar 9 procent binnen de totale vervoermix. Dat toonde een studie van Brussel Mobiliteit vorig jaar.

Opvallend is het verschil in het aantal fietswinkels in Vlaanderen tegenover de rest van het land. In 2022 waren er in Vlaanderen 1.130. In Brussel en Wallonië samen waren er maar 214. Volgens Filip Rylant, woordvoerder van mobiliteitsfederatie Traxio, zijn fietsherstellers om verschillende redenen overbevraagd.

“Fietsen zijn alsmaar complexer geworden”, zegt Rylant. “Dat maakt dat het onderhoud veel langer duurt. Vroeger kon je in een kwartier een kabel vervangen. Nu zitten kabels mooi weggewerkt in het kader, waardoor je er al snel een uur mee bezig bent. Fietsen komen vaker met schijfremmen. Die zijn sterker, maar veel ingewikkelder dan de remmen bovenaan het wiel.”

Het zorgt volgens Rylant voor een flessenhals in de sector. Er worden veel fietsen verkocht, maar er zijn handen tekort om de rijwielen te onderhouden of te herstellen. Tot vorig jaar stond fietshersteller in de lijst van de VDAB met knelpuntberoepen. Het beroep is door de boom in de populariteit van het fietsen tijdens ­corona op die lijst gezet.

Molembike.Beeld Franky Verdickt

In het postcoronatijdperk is er nog niet veel veranderd. Eigenaars die een afspraak maken om een fiets binnen te brengen, moeten soms erg lang wachten. Voor wie op zijn fiets rekent voor zijn persoonlijk vervoer is dat lastig.

In Brussel zijn er in sommige buurten erg weinig herstellers, vooral in de armere gemeentes Laken, Anderlecht en Molenbeek is het volgens het stadsmedium Bruzz moeilijk om er één te vinden. Daarom zijn herstelateliers een noodzakelijke aanvulling op het aanbod. Reparaties kunnen er snel en goedkoop gebeuren.

“Als je naar de fietsenmaker gaat, kan een grote herstelling 70 of 100 euro kosten”, zegt Benjamin Tollet van Molembike. “Voor veel inwoners in deze gemeentes is dat een grote hap uit hun budget. Hier is het mogelijk om voor een appel en een ei de herstelling zelf te doen. Het kost 1 euro om een werkplaats te boeken voor een uur en je betaalt verder enkel het materiaal. Remblokjes kosten 5 euro, een kabel voor remmen of versnellingen kost 2 euro.”

'Als je naar de fietsenmaker gaat, kan een grote herstelling 70 of 100 euro kosten. Voor velen is dat een grote hap uit hun budget'
Benjamin TolletMolembike

De andere trend waar de ateliers bij aansluiten is die van de repaircafés, waar trouwens ook vaak fietsen onder handen worden genomen. De filosofie is hetzelfde: objecten verdienen een tweede, of een derde en zelfs een vierde leven. Het enige wat je nodig hebt, is een beetje kennis en het juiste gereedschap. Als er bij Molembike een fiets binnenkomt, die niet meteen bruikbaar is, wordt hij gestript voor onderdelen.

“Dat heet hier désossage”, zegt Tollet. “Letterlijk betekent dat: de botten uit het karkas van een dier halen. Die onderdelen houden we bij voor onze herstellingen. We hebben hier een hele collectie met onder meer buitenbanden en voorvorken. Het is veel werk om fietsen op te breken, maar zonder die onderdelen zouden we het atelier meteen moeten sluiten. Onze verzameling is onze schatkamer.”

De kennis delen de fietsherstellers in het atelier onder elkaar. Wanneer Anna iets niet weet over de versnellingen van de fiets waar ze aan werkt, vraagt ze het aan een oudere man met een groene pet en een grijze sik. De grijsblauwe fiets is van een jonge vrouw, die hem onlangs van iemand kreeg.

Liefde voor de fiets

Door de vraag naar reparateurs zitten de opleidingen tot fietshersteller de laatste jaren wat in de lift. In het Vlaamse volwassenenonderwijs stegen de inschrijvingen van 1.994 in het schooljaar 2013-2014 naar 2.287 in 2021-22. In het jaar erna waren er 2.596 inschrijvingen, maar dat cijfer is nog niet officieel gevalideerd. In Brussel verhuist Syntra volgend jaar naar een atelier dat veel groter is om meer cursisten te kunnen verwelkomen.

Niet iedereen begint aan zo’n opleiding om professionele redenen. “Ik deed het gewoon uit liefde voor de fiets”, zegt Thomas Lambrecht, die na zijn werkuren twee jaar lang lessen gevolgd heeft om een gediplomeerd technicus te worden. “Het derde jaar in de opleiding bevatte lessen bedoeld voor wie een winkel wil opstarten, zoals over boekhouding, maar dat was niet mijn ambitie.”

Lambrecht is een zeer fervente wieleramateur die met de opleiding begon omdat hij niet meer op zijn fiets wilde wachten als hij voor een herstelling binnen was in een winkel. Wat het moeilijkste is om te leren?

Een wiel bouwen, zegt Lambrecht zonder aarzelen. “De spaken in het juiste patroon vlechten en afstellen zodat het wiel perfect recht draait, is erg tijdrovend en vergt specifieke tools. Daarom wordt het nog zelden gedaan en is het voor handelaars economischer om afgewerkte wielen bij de fabrikant te bestellen.”

Lambrecht raadt wie zelf aan de slag wil aan om te beginnen met de eenvoudige dingen. Een ketting of binnenband vervangen, of een derailleur afregelen, daar zijn genoeg filmpjes op YouTube over te vinden. “Als er een slag in je wiel zit, laat je het beter door de fietsenmaker repareren”, zegt hij.

Molembike.Beeld Franky Verdickt

In het Engels klinkt het gezegde als volgt: take care of your ride and your ride will take care of you. Als je goed voor je fiets zorgt, zal je er minder snel problemen mee hebben. Het eenvoudige onderhoud kunnen gebruikers makkelijk zelf. Een goede bandendruk voorkomt leeglopers. Als de ketting goed is ingesmeerd, is er minder wrijving met de tandwielen, waardoor ze langer meegaan.

“Om mensen op het hart te drukken dat ze hun fiets moeten onderhouden, doen we elk jaar een actie”, zegt Jan Vanhee van de Fietsambassade. Dat is de organisatie die in Gent allerhande fietsinitiatieven ondersteunt. “We gaan op heel wat drukke plaatsen in stad staan met compressoren en smeerolie. We trakteren de Gentse fietsers op gratis vet en lucht.”

Studenten fietsen allicht meer dan de rest van de bevolking. Maar iedereen weet dat de tweewielers van studenten ook harder afzien. Pieter Van de Putte merkt dat sommigen van onderhoud erg weinig kaas hebben gegeten voor ze in het Leuvense DIY-atelier aan hun fiets komen werken. Welk advies kan hij de studenten nog geven?

“Als je een fiets kan binnenzetten, doe dat dan”, zegt Van de Putte. “Regen is echt nefast. Als er water in de kabels loopt, kunnen ze vastroesten. Kom alsjeblieft wat sneller binnen om je remblokken of kabels te vervangen. En stop met je hielen als rem te gebruiken, want dat werkt niet goed.”

Dure fiets, dure herstelling

Iedereen die al eens aan een fiets gewerkt heeft, weet dat het makkelijk is om een grote te onderschatten. Voor je het weet, heb je een halve dag staan vloeken en is de klus nog niet geklaard. Bij Molembike kijkt een dame aan tegen een fikse opknapbeurt. Ze staat bij een oude mountainbike, waarvan het stuur los en troosteloos naar beneden hangt.

“We hebben hem op straat gevonden”, zegt Laura (36). “De vorige eigenaar heeft hem in elkaar geknutseld met onderdelen die niet bij elkaar passen. We moeten dus alles opnieuw doen. De diagnose van de technicus luidt dat het minstens vier sessies zal duren voor de fiets weer buiten rijdt.”

Molembike.Beeld Franky Verdickt

Oude bommafietsen of vintage mountainbikes zijn nog makkelijk te fiksen. Maar de (elektrische) bakfietsen en longtails, fietsen met een extralang frame om je kroost of boodschappen te vervoeren, waar velen nu op overschakelen zijn dat niet. Zal het dan ooit te ingewikkeld worden om een versleten fiets op te lappen? De mecaniciens vrezen daar wel voor. Soms weten ze nu al niet wat gedaan.

“Bij elektrische fietsen komen er foutcodes op het scherm, waarvan we niet weten wat ze betekenen”, zegt Vanhee. “Fabrikanten willen die ook niet delen met ons. Ze schermen hun producten af. We kunnen er dus veel minder aan sleutelen.”

Batterijen testen of vervangen, dat lukt wel. Maar ingrepen aan de motor zijn zeer moeilijk. De Fietsambassade verhuurt bakfietsen, die aangekocht zijn bij Gentse handelaren. Maar als er defecten zijn, dan moeten de handelaars die vaak opsturen naar de fabriek. Voor de eigenaars is het dan wachten.

“Meer en meer mensen vervangen hun auto door een bakfiets”, zegt Vanhee. “Dat is hun transportmiddel om de kinderen naar school te brengen of boodschappen te doen in de supermarkt. Als die wegvalt, hebben zij wel een probleem.”

Bij high-end koersfietsen is het volgens Lambrecht hetzelfde verhaal. De versnellingen werken niet meer met kabels, maar met een elektronisch signaal. Het systeem voor de versnellingen is een kleine computer. “Als je geen dealer bent, kan je niet inloggen op de software”, zegt Lambrecht. “Je hebt daarvoor een dealercode nodig. De producenten Shimano en Campagnolo beperken zo wat je zelf kan doen.”

Tegenwoordig rijden er veel hippe vogels rond met oude racefietsen. Misschien zal dat over dertig jaar met de huidige luxefietsen niet zo makkelijk gaan. Lambrecht vergelijkt het met een oldtimer waar een liefhebber naar hartenlust zelf aan kan sleutelen. Met een Tesla moet hij dat niet proberen.

“Een gewone stadsfiets zal een gebruiker altijd zelf kunnen onderhouden”, zegt Lambrecht. “Maar de onderdelen van high-end fietsen worden erg ingewikkeld. Ik denk dat we daar naar het principe gaan dat enkel dealers het onderhoud kunnen doen. Tesla komt zijn wagens nu aan huis ophalen voor een herstelling. Allicht zullen we dat bij luxefietsen ook nog zien. ”

Een gewone stadsfiets zal een gebruiker altijd zelf kunnen onderhouden. Maar de onderdelen van high-end fietsen worden erg ingewikkeld
Thomas LambrechtFietshersteller