Links: straatbeeld van de Begijnenstraat. Midden: bewoner Jan Gruyaert. Rechts: archiefbeeld van een cipiersstaking in 2005.© rr

BUURTREPORTAGE. Leven in de Begijnenstraat: “Alsof de gevangenis niet bestaat”

Antwerpen -

De overbevolkte gevangenis in de Begijnenstraat staat al weken in het middelpunt van de belangstelling. Cipiers staken voor onbepaalde duur, gevangenen verblijven er in erbarmelijke omstandigheden. Dat leidt tot spanningen die vaak ontaarden. Maar aan de andere kant van de muren, op enkele luttele meters van die kommer en kwel, gaat het leven zijn gewone gangetje. “De gevangenis maakt geen deel uit van onze samenleving hoewel ze er middenin ligt.”

Elien Van Wynsberghe

De Begijnenstraat is een begrip. En wel omwille van de gevangenis die in de volksmond samenvalt met de straat waarin ze gelegen is. Het gebouw dat tussen 1854 en 1859 werd opgetrokken op de kloostergronden van de zusters kapucinessen is vandaag de meest overbevolkte gevangenis van ons land.

Op dit moment verblijven hier ongeveer 670 gedetineerden terwijl er slechts voor iets meer dan 420 mensen capaciteit is. Combineer dat met een structureel personeelstekort en je krijgt buskruit, zo mochten we de afgelopen weken weer eens ontdekken. Maandag nog voerden tientallen vakbondslui actie aan de ingang van de gevangenis. Een dag later vielen er meerdere gewonden onder de gedetineerden bij een zware vechtpartij.

LEES OOK.“Muren van de gevangenis staan op instorten”: vakbonden voeren actie in Begijnenstraat

LEES OOK.Grote vechtpartij in Antwerpse gevangenis nadat gedetineerden vanuit hun cel messen naar beneden gooien: meerdere gewonden

Toch lijkt het leven in de gevangenis volledig losgekoppeld van het leven dat zich buiten die grauwe, dikke muren afspeelt. Wie door de Begijnenstraat wandelt en om zich heen kijkt, kan niet anders dan vaststellen dat dit een aangename, gemoedelijke, zelfs rustige straat is in hartje Antwerpen. “Ik ondervind geen voordeel en geen nadeel van de gevangenis”, vat Jan Gruyaert (80) mooi samen hoe ongeveer elke bewoner kijkt naar het neoromaanse gebouw en zijn inwoners.

Gruyaert is regisseur op rust, broer van de wereldberoemde fotograaf Harry Gruyaert en selfmade archeoloog. Hij kwam dertig jaar geleden in de Begijnenstraat wonen nadat zijn historische woning op de Vlasmarkt het ene na het andere café naast zich had gekregen. “Dat was niet meer leefbaar”, vertelt hij. “Maar in de kelders van die woning heb ik wel enorme vondsten gedaan uit de 14de en de 19de eeuw.”

“De meeste van mijn vondsten verkocht ik aan Antwerpse musea. Ik ben geen verzamelaar”

Jan Gruyaert

Selfmade archeoloog

Uit een van zijn keukenkasten haalt hij een zeldzaam, glazen vogeldrinkbakje dat hij eigenhandig restaureerde. Vanop een ander schapje: een stenen kruikje uit de 14de eeuw, ook zelf gerestaureerd. “De meeste van mijn vondsten verkocht ik aan Antwerpse musea. Ik ben geen verzamelaar.”

Met het geld dat hij daarmee verdiende, bouwde hij in de Begijnenstraat samen met zijn vrouw een architecturaal indrukwekkende woning op een perceel waar voordien zes kleine begijnenhuisjes stonden. Wat langs voor een gesloten, betonnen constructie lijkt, is langs achter een lichtrijk pand dat uitkijkt op de prachtige kloostertuin van het kapucinessenkooster die zelfs voor veel Antwerpenaren een goed bewaard geheim is.

Jan Gruyaert kijkt vanop zijn terras uit op de prachtige kloostertuin van de zusters kapucinessen.© Nattida-Jayne Kanyachalao

Zonnen in je blote kont

“Ik hecht ontzettend veel belang aan een goede woonplek”, vertelt Gruyaert. “Ik denk dat dat komt door het feit dat ik als kind erg ziek ben geweest. Ik was zwaar astmatisch en de periode tussen mijn twee en mijn vijftien bracht ik grotendeels door in kostscholen, onder meer aan zee en in een sanatorium in Zwitserland. Mijn doorbraak als regisseur maakte ik trouwens als student met de kortfilm Kamer met uitzicht. Die film ging over hoe ik door het raam van mijn ziekenkamer naar het leven erbuiten keek. Ik won er verschillende prijzen mee.”

“Ik hecht ontzettend veel belang aan een goede woonplek. Ik denk dat dat komt door het feit dat ik als kind erg ziek ben geweest”

Jan Gruyaert

Regisseur-op-rust

Gruyaert neemt ons met de lift mee naar boven. Vanop zijn hoogste terras kijkt hij langs de ene kant uit op de gevangenismuren, langs de andere kant ziet hij niets dan groen. “Dit is onze grootste luxe”, glimlacht hij. “Wij kunnen hier zonnen in onze blote kont en niemand die het merkt.”

Dat idee is redelijk absurd, te weten dat aan de overzijde van de straat gevangenen in mensonwaardige omstandigheden hun dagen doorbrengen. Want van de ongeveer tachtig gedetineerden die in de Belgische gevangenissen noodgedwongen op de grond slapen, bevindt maar liefst de helft zich in de Begijnenstraat.

Onmenselijk voor iedereen

Van die situatie is buurman Tillo Romain (55) goed op de hoogte. Hij is advocaat en heeft zijn kantoor sinds 1992 recht tegenover de gevangenis. “Mijn vrouw en ik namen het kantoor over van onze stagemeester, die hier ook al dertig jaar zat”, vertelt hij. “Voor een advocaat is dit natuurlijk dé ideale ligging. Het gebeurt geregeld dat mensen hier komen aankloppen met de vraag om hen bij te staan.”

“Voor een advocaat is dit natuurlijk dé ideale ligging. Het gebeurt geregeld dat mensen hier komen aankloppen met de vraag om hen bij te staan”

Tillo Romain

Advocaat met kantoor in Begijnenstraat

Zelf zit hij in het strafrecht, het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht. Zijn vrouw zit in het jeugdrecht. “Maar mensen associëren een advocaat altijd met strafrecht. En de Begijnenstraat is in Antwerpen een begrip. Men komt dus redelijk makkelijk bij ons uit.”

De Begijnenstraat, volgens advocaat Tillo Romain dé ideale locatie voor zijn kantoor.© Nattida-Jayne Kanyachalao

Dat maakt dat het koppel weet wat hard werken is. “Zoals wel meer advocaten worden we geregeld ’s nachts uit ons bed gebeld om cliënten bij te staan.” Ook in de gevangenis komt hij geregeld. “Met de cipiers heb ik een goede band. Ik ken er verschillende. Ik ben een vroege vogel en geregeld kom ik al om zes uur ’s ochtends op kantoor aan, op het moment dat de vroege shift in de gevangenis begint.”

“Natuurlijk heb ik begrip voor het feit dat ze staken. Wat zich daar afspeelt is onmenselijk voor iedereen. Zowel voor de gevangenen als voor het personeel dat omwille van de overbevolking zijn werk niet naar behoren kan doen”

Tillo Romain

Advocaat

De onvrede bij het gevangenispersoneel begrijpt hij goed. “Natuurlijk heb ik begrip voor het feit dat ze staken. Wat zich daar afspeelt is onmenselijk voor iedereen. Zowel voor de gevangenen als voor het personeel dat omwille van de overbevolking zijn werk niet naar behoren kan doen.”

Mysterieus

Voor Ella Van Diesen (25) is het gevangeniswezen veel nieuwer. Het is nog maar de tweede keer dat ze de muren van de Begijnenstraat langs de binnenkant zag. “Maandag begin ik hier met het geven van Engelse les aan gedetineerden”, zegt ze. “Ik deed zopas mee de selectie van de leerlingen: zestien in totaal.” Ze kijkt er erg naar uit. “Het is fijn om een positieve impact te hebben en je ziet dat deze mensen oprecht geïnteresseerd zijn, dat ze echt willen leren.”

Zelf woont ze in de buurt. “Maar tot voor kort was de gevangenis voor mij net zoals voor veel mensen vooral een mysterieus gegeven. Je weet niet goed hoe het er binnenin uitziet en wat er precies gebeurt.”

Intussen heeft ze daar toch al een beetje meer zicht op. “Wat ik tot nu toe heb gezien, is dat wie er werkt zich erg inzet voor de levenskwaliteit van de gevangenen: denk aan het aanbieden van onderwijs en sport. Maar het gebouw is oud en aftands en de omstandigheden zijn er verre van ideaal.”

Ella Van Diesen geeft Engelse les aan gedetineerden.© Nattida-Jayne Kanyachalao

Krijgsgevangene

Vanop haar terrasje hoort Gertrude Baelde (81) weleens een stem uit de luidsprekers op de binnenplaats van de gevangenis weerklinken. “Maar ik hoor nooit goed wat ze zeggen”, glimlacht ze. Op de tafel in haar keuken slaat ze een fotoboek open. Over enkele pagina’s verspreid plakken foto’s van stakingsacties in de gevangenis. Datum: 2005. Onder elke foto staat netjes geschreven wat er precies aan de hand is. “Ik maakte deze beelden vanuit mijn raam”, zegt ze. “Ik heb tientallen fotoboeken. Vooral van de reizen die ik maakte, maar ook van dingen die ik hier in Antwerpen zie.”

Stakingsbeeld uit 2005.© Gertrude Baelde

“Dat hier vlak naast een gevangenis is, merk je bijna niet. Maar het nieuws erover volg ik natuurlijk wel. Maandag nog hoorde ik knallen tijdens de stakingsactie”

Gertrude Baelde

81 jaar

Nadat haar dochter het huis had verlaten en naar Australië was verhuisd, kocht ze zichzelf een appartement in de Begijnenstraat. Dat is nu twintig jaar geleden. “Het is hier heel goed wonen. Rustig”, zegt ze. “Dat hier vlak naast een gevangenis is, merk je bijna niet. Maar het nieuws erover volg ik natuurlijk wel. Maandag nog hoorde ik knallen tijdens de stakingsactie. Dan ben ik gaan kijken wat er gebeurde.”

Maar de binnenzijde van het gevangenisgebouw zag ze nog nooit. “Het zou me nochtans wel interesseren. Mijn oom zat hier ooit als krijgsgevangene tijdens de oorlog. Mijn vader is hem toen nog gaan bezoeken.”

Gertrude Baelde.© Nattida-Jayne Kanyachalao

Slapen naast de wc

Zo lang Gertrude al in de Begijnenstraat woont, zo jong is het verblijf van hip kledingmerk Stranger Society in de straat. Het geesteskind van Nederlander Daan Korsten (31) en zijn broer strandde hier twee jaar geleden. Sindsdien organiseren ze er geregeld pop-up events en ontvangen ze er klanten. Streetwear is wat ze verkopen, hun doelgroep: jongeren tussen pakweg 18 en 28.

“We waren meteen verliefd toen we dit pand zagen”, zegt hij. Van het leven aan de overzijde van de straat heeft hij geen idee. “Ik zie natuurlijk wel dat er gestaakt wordt. Maar daar heb ik geen last van. En persoonlijk vind ik het wel interessant om een zaak te hebben op een plaats waar er voor de rest niet heel veel gaande is. We trekken ons eigen publiek hierheen.”

Daan Korsten heeft in de Begijnenstraat het kantoor van zijn kledingmerk Stranger Society.© Nattida-Jayne Kanyachalao

Wat verderop is Hama Hamasalah (47) klaar om zijn wagen in te stappen. Hij komt dagelijks in de Begijnenstraat. “Mijn twee kinderen gaan hier naar de crèche”, vertelt hij. Zelf heeft hij een restaurant en een kapsalon op het Sint-Jansplein. “Hier ligt de huur te hoog. Maar ik vind dit een geweldige straat en een goede buurt. Ik zou hier heel graag komen wonen. Er is een derde kindje op komst. Misschien lukt het ons wel om volgend jaar te verhuizen. Als heel Antwerpen er zou uitzien zoals hier, dan zou dit een prachtige stad zijn.”

“Als heel Antwerpen er zou uitzien zoals hier, dan zou dit een prachtige stad zijn”

Hama Hamasalah

47 jaar

Al beseft hij zeker ook dat wat zich achter de hoge muren van de Begijnenstraat afspeelt, minder fraai is. “Ik volg het nieuws op ATV. Mensen slapen er op de grond, vlak naast de wc. Dat kan toch niet!”

Hama Hamasalah zou met zijn gezin graag in de buurt komen wonen.© Nattida-Jayne Kanyachalao

Buiten de samenleving

Het is intussen late namiddag en recht tegenover de gevangenis leven tientallen kinderen zich uit in de sporthal van Sint-Lutgardis tijdens de dans- en turnles. “De gevangenis is een deel van deze buurt hé”, zegt een moeder die haar dochter komt ophalen. “Je ziet de shiftwissels van de cipiers en je weet wanneer het gevangenentransport plaatsvindt. Tijdens het bezoekuur zie je wel eens bijzondere figuren.”

Een vader mengt zich in het gesprek. “Een goede vriend van me werkt er als cipier. De verhalen die ik van hem hoor, hoe mensen er als dieren in hok zitten: dat is mensonwaardig. Ik denk daar dagelijks over na. Natuurlijk zitten deze mensen daar voor een reden. Maar dit gebouw staat in het midden van onze stad en toch staat het volledig buiten onze samenleving. Hoe wij met onze gevangenen omgaan, is echt niet zo normaal. En dat lijkt de mensen enkel te boeien wanneer ze er een documentaire over zien op televisie, als entertainment. Maar hier in deze wijk lijkt het wel alsof de gevangenis niet bestaat. Dat wringt.”

De sporthal van Sint-Lutgardis ligt tegenover het gevangenisgebouw.© Nattida-Jayne Kanyachalao