Afgelopen jaar bracht het CPT achttien bezoeken aan verschillende Europese gevangenissen. Daarbij werd een opmerkelijke stijging van het aantal transgender personen in detentie opgemerkt. “Het gaat om een zeer kwetsbaar segment van de gevangenispopulatie”, zegt voorzitter Alan Mitchell. “Transgender personen lopen een verhoogd risico op intimidatie en misbruik”

Het is vooral zorgwekkend dat enkele lidstaten het bestaan van transgenders nog steeds ontkennen en dat er sterk uiteenlopende criteria worden gehanteerd voor hun plaatsing in een vrouwen- of mannenafdeling. Sommige landen baseren de plaatsing op zelfidentificatie, anderen op wettelijke erkenning of zelfs geslachtsbevestigende operatie. 

Genderidentiteit geheim

Zo ontmoette het CPT tijdens zijn bezoeken vrouwelijke transgenders in mannengevangenissen die verklaarden dat ze zich niet veilig voelden. Anderen beweerden dan weer seksueel misbruikt te zijn geweest of verbaal mishandeld door personeel. Ook zijn er meldingen van transgender vrouwen die niet op dezelfde tijdstippen mogen douchen als mannen, die steevast worden aangesproken met hun ‘deadname’ (de naam die ze meekregen bij hun geboorte, maar niet meer willen gebruiken, red.) of geen vrouwenkleding mogen dragen. 

Het CPT is van mening dat transgender personen moeten worden ondergebracht in de gevangenisafdeling die overeenkomt met het geslacht waarmee ze zich identificeren. Verder vindt het comité dat transgenders ook de mogelijkheid moeten krijgen om hun genderidentiteit geheim te houden. Het adviseert verder dat gevangenisadministraties transgender personen aanspreken met hun voorkeursnamen, titels en voornaamwoorden, ongeacht de officiële documenten. 

Opleidingen

Tot slot vraagt het CPT nationale gevangenisautoriteiten ook opleidingen te organiseren voor gevangenispersoneel zodat zij de specifieke behoeften en risico’s kunnen leren begrijpen en aanpakken.