Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Nieuw ontdekt Jupitermaantje beweegt als botsautootje tegen de stroom in

De zuidkant van Jupiter.Beeld AFP

‘Krankjorum.’ Zo omschrijft de Leidse astronoom Simon Portegies Zwart de ontdekking van een raadselachtig minimaantje van de reuzenplaneet Jupiter. Het rotsblok – hooguit een kilometer groot – beweegt dwars tegen zijn talrijke soortgenoten in. Toekomstige botsingen lijken onvermijdelijk.

Het weerbarstige Jupitermaantje is Valetudo genoemd (naar een achterkleindochter van de Romeinse oppergod Jupiter). Het maakt deel uit van een rijke oogst van maar liefst twaalf nieuwe maantjes rond de reuzenplaneet. Jupiter had er al 67; de teller staat nu dus op 79. De nieuwe maantjes zijn ontdekt door een team van astronomen onder leiding van Scott Sheppard van het Carnegie Institution for Science in Washington.

Volgens Portegies Zwart onderstreept de ontdekking dat de evolutie van het zonnestelsel veel gecompliceerder is dan vroeger werd aangenomen. "Destijds dachten we dat het stelsel ooit was ontstaan en dat er daarna niets meer gebeurde. De jongste jaren wordt steeds duidelijker dat het zonnestelsel nog steeds in ontwikkeling is. Het is een soort levend organisme."

Buitenbeentje

Galileo Galilei was in 1610 de eerste die vier manen bij Jupiter ontdekte. Die zijn een paar duizend kilometer groot; ze zijn met een goede verrekijker al zichtbaar. Later werden er ook tientallen kleine maantjes ontdekt. De binnenste groep draait in de ‘normale’ richting rond de planeet; de buitenste (veel grotere) groep gaat de verkeerde kant op. Op zich al opmerkelijk, maar de twee groepen zitten elkaar in elk geval niet in de weg.

'Het zonnestelsel zit nog tjokvol onopgeloste problemen'
Simon Portegies Zwart, astronoom universiteit Leiden

De nieuwe Jupitermaantjes zijn ontdekt op foto’s die gemaakt zijn met grote telescopen op aarde. Twee van de twaalf horen bij de binnenste groep kleine maantjes. Niks aan de hand. Negen horen er bij de buitenste groep en draaien dus in de ‘verkeerde’ richting rond de planeet, net als hun soortgenoten. Ook niks aan de hand.

Maar nummer twaalf, Valetudo, is een buitenbeentje. Hij beweegt weliswaar de goeie kant op, maar dat doet hij wel te midden van al die tegendraadse maantjes, en bovendien in een baan die flink scheef ligt.

Frontale botsing

Volgens de ontdekkers kan het niet anders of in het betrekkelijk recente verleden moet er van alles op elkaar zijn geknald rond Jupiter. Valetudo is misschien het laatste overblijfsel van een veel grotere maan, die meerdere frontale botsingen heeft ondergaan. De tientallen kleine tegendraadse maantjes in de buitenste groep zouden daar de brokstukken van kunnen zijn.

Portegies Zwart, zelf niet bij de ontdekking betrokken, is razend enthousiast over de vondst. "Het zonnestelsel zit nog tjokvol onopgeloste problemen", zegt hij. Eerder liet hij supercomputers stampen op simulaties van sterrenhopen, zwarte gaten en verre ijsdwergen. "Mijn handen jeuken om met die Jupitermaantjes te gaan rekenen."

Jupiter-Aarde: 79-1

Waarom heeft Jupiter 79 manen en maantjes en heeft onze eigen aarde er maar één? Dat heeft met het ontstaan van de planeten te maken. De vier reuzenplaneten (Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus) ontstonden tegelijk met de zon uit grote wervels van gas en stof. Het werden in zekere zin miniatuurzonnestelseltjes. Alle vier de reuzenplaneten worden dan ook vergezeld door een groot aantal manen. Bij Saturnus zijn er 62 ontdekt, bij Uranus en Neptunus respectievelijk 27 en 14.

De kleine ‘aardse’ planeten (Mercurius, Venus, de aarde en Mars) ontstonden door het samenklonteren van kleinere steenklompen. Daarbij werden geen manen gevormd. Mercurius en Venus gaan allebei ‘maanloos’ door het leven; de twee minimaantjes van Mars zijn waarschijnlijk later ingevangen planetoïden. Hoe de relatief grote maan van de aarde is ontstaan is nog steeds niet helemaal opgehelderd; vermoedelijk in de nasleep van een gigantische kosmische inslag, kort na de geboorte van de aarde.