Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDubbelgangers

Dubbelgangers lijken niet alleen op elkaar, ze delen ook DNA

De Amerikaanse musicoloog Ross Duffin met zijn dubbelganger, een soldaat uit de Tachtigjarige Oorlog.Beeld Ross W. Duffin

Heeft iedereen ergens op de wereld een dubbelganger? Het lijkt een plot uit een sciencefictionverhaal, maar wetenschappers ontdekken steeds meer opvallende dingen over het fenomeen. ‘Zelfs superherkenners nemen gezichten op verschillende manieren waar.’

Dezelfde neus, dezelfde baard, zelfs hun kraalogen zijn gelijk. Hoe is het mógelijk? Het is augustus 2017 wanneer de Amerikaanse musicoloog Ross Duffin zijn dubbelganger aan de muur ziet hangen in museum Norton Simon, in het Californische Pasadena. De man die hem aanstaart vanaf het doek is een soldaat uit de Tachtigjarige Oorlog, rond 1630 vereeuwigd door de Nederlandse schilder Jan van Bijlert. “Je moet echt even samen met dat schilderij op de foto, zei mijn vrouw”, vertelt Duffin in een videogesprek.

Zo gezegd, zo gedaan. Duffin plaatst het resultaat op Twitter – bijschrift: ‘Ben mijn helm vergeten!’ – waarna de foto de wereld over raasde, tot op de dag van vandaag. De gepensioneerde wetenschapper komt ermee op de voorpagina van het Britse dagblad The Times en het kunstkatern van The New York Times. “Ik had nooit gedacht dat die foto zo viraal zou gaan.”

Het internet staat vol met voorbeelden van zulke lookalikes. Ze kregen een vlucht toen Google in 2018 de app Arts & Culture uitbracht, waarmee iedereen een selfie kan laten vergelijken met bestaande schilderijen. En de Nachtwacht is vier jaar geleden zelfs helemaal levensgroot nagemaakt met dubbelgangers, door fotograaf Julius Rooymans en modeontwerper Hans Ubbink.

Ook in het dagelijkse leven kunnen mensen als twee druppels water op elkaar lijken. Op sites als Twinstrangers en Lookaliker kun je zelfs op zoek gaan naar je onbekende ‘tweelingbroer of -zus’. En wie heeft er nog nooit zijn hoofd omgedraaid omdat hij dacht een bekende te zien? Of kreeg zelf te horen dat hij of zij aan iemand anders doet denken?

RTL-opiniepeiler Gijs Rademaker krijgt zo al jaren te horen dat hij sterk lijkt op Ben ­Woldring, baas van verschillende energie- en telefonievergelijkingssites, vertelt hij. “We hebben allebei rode krullen en een beetje kwajongenswangen, daar komt dat denk ik door.” Toen de twee vorig jaar tegelijkertijd aanschoven bij tv-programma Jinek, leidde dit tot hilariteit aan de talkshowtafel.

Maar wat bepaalt nu eigenlijk of iemand een dubbelganger is? Heb je met zo iemand ook een grotere genetische verwantschap? En hoe zit het met de volkswijsheid dat iedereen minstens één kopie rond heeft op aarde?

Om die vragen te beantwoorden moeten we eerst iets weten over hoe we gezichten in het algemeen herkennen. Mensen kunnen gemiddeld zo’n vijfduizend gezichten onthouden, berekende de Britse psycholoog Rob Jenkins in een experiment dat zes jaar terug verscheen in het vakblad Proceedings of the Royal Society B.

Als we een gezicht proberen te identificeren, letten we zowel op externe eigenschappen, zoals kapsel, haar- en gelaatskleur, als op interne gezichtskenmerken, zo laten wetenschappelijke studies zien. Bij die laatste moet je denken aan iemands oogopslag, wangen en vorm van de neus. Bij mensen die we kennen letten we vooral op deze interne kenmerken – handig omdat mensen ouder worden en ook weleens van kapsel veranderen.

Als we dubbelgangers zien, overlappen verschillende gelaatskenmerken met die van iemand die we kennen. Hoe dat precies werkt, is wetenschappelijk gezien grotendeels onontgonnen terrein, zegt neurowetenschapper Meike Ramon. “Er zijn bijna geen studies gedaan naar hoe we dubbelgangers waarnemen.”

Ramon is onderzoeker aan de Universiteit van Lausanne en een van dé gezichtsherkenningsexperts van Europa. Het grootste probleem bij gezichtsherkenning, zegt ze, is dat er grote individuele verschillen zijn. Sommige mensen kunnen nauwelijks gezichten identificeren, anderen zijn er juist goed in.

Ramon zelf is momenteel vooral geïnteresseerd in deze laatste groep, de ‘superherkenners’. Begin dit jaar schotelde ze negen van hen foto’s voor waarop dubbelgangers van Poetin te zien zouden zijn. Dit was op verzoek van de Zwitserse krant Neue Zürcher Zeitung, die wilde weten of de geruchten waar waren dat de Russische president om veiligheidsredenen soms dubbelgangers gebruikt. Het zijn broodjeaapverhalen die echter lastig te ontkrachten (of te bewijzen) zijn.

Dat bleek ook in Ramons test. De superherkenners werden het onderling niet eens – al dacht een meerderheid van hen dat op foto’s van bezoeken die Poetin vorig jaar bracht aan Marioepol en Dagestan een dubbelganger stond. Die resultaten kun je niet als bewijs zien dat het ook werkelijk om dubbelgangers ging, zegt Ramon er snel bij, dat is immers nog nooit objectief vastgesteld. “Dit was bovendien geen echt wetenschappelijk experiment. Zo hadden we bijvoorbeeld geen controlegroep. Maar het laat wél zien dat zelfs superherkenners gezichten verschillend waarnemen.”

Twee druppels water

Dat is niet verrassend, zegt ze. Het beeld dat op je netvlies verschijnt, is namelijk maar één deel van het herkenningsproces. “Verwachtingen, op basis van context en onze persoonlijke ervaringen, zijn ook bepalend. Dat maakt goed onderzoek naar dubbelgangers ook lastig.” Wat de één een perfecte lookalike vindt, vindt de ander een matige gelijkenis.

De invloed van eerdere ervaringen verklaart ook deels het stereotiepe vooroordeel dat ‘alle Chinezen op elkaar lijken’. De meeste mensen hier komen minder in aanraking met Aziatische gezichten; onze hersenen zijn dus minder getraind op hun verschillen. Bovendien varieert bij deze groep een eigenschap als haarkleur minder dan bij witte westerse personen. De oppervlakkige eerste indruk zet westerlingen dan op het verkeerde been.

Sommige wetenschappers proberen verschillen in waarneming te omzeilen door het gelaat nauwkeurig op te meten. Denk aan de afstand tussen de ogen, de lengte en breedte van iemands neus of de omtrek van het hoofd. Dat levert objectieve maten op waarmee je de gelijkenis rekenkundig kunt bepalen.

Je kunt zo zelfs een inschatting maken van het aantal dubbelgangers dat je hebt, rekenden onderzoekers van de Universiteit van ­Adelaide in 2015 uit. In het vakblad Forensic Science International analyseerden ze de ­gezichtskenmerken van vierduizend mensen.

Hun conclusie: als je naar slechts vier kenmerken kijkt, dan is de kans ongeveer een op de tien miljoen dat iemand anders precies dezelfde gezichtsafmetingen heeft. Maar hou je rekening met acht maten, dan is die kans kleiner dan één biljoenste. Er zijn dus al snel een kleine duizend mensen op aarde die een paar gezichtskenmerken met je delen, maar niemand die volledig als twee druppels water op je lijkt.

Lijken mensen met uiterlijke overeenkomsten genetisch gezien ook op elkaar? Die vraag stelde de Spaanse geneticus Manel Esteller zichzelf twee jaar geleden. Dat eeneiige tweelingen nagenoeg elkaars spiegelbeeld zijn, laat immers zien dat uiterlijk sterk genetisch bepaald is.

Voor een antwoord onderzocht Esteller het DNA van 32 dubbelgangerparen die gefotografeerd waren door de Canadese kunstenaar François Brunelle. En inderdaad, de ‘neptweelingen’ bleken flink wat genetische kenmerken te delen. De studie, gepubliceerd in Cell Reports, ging de wereld rond. ‘Dubbelgangers hebben meer gemeen dan alleen hun uiterlijk’, kopte Trouw.

Een van de ‘neptweelingen’ die de Canadese kunstenaar François Brunelle fotografeerde voor zijn project 'I’m Not a Look-Alike'.Beeld François Brunelle / Agnes Loonstra-Ester Scholten / Musée Magazine

De studie was erg mediageniek, maar wetenschappelijk minder spannend, relativeert Manfred Kayser, hoogleraar forensische moleculaire biologie aan het Erasmus MC. Zo viel de helft van de dubbelgangers al af omdat ze objectief gezien – lees: op basis van de afmetingen van hun gezicht – toch flink bleken te verschillen. Ook ontbrak een controlegroep. Dat is belangrijk, vertelt Kayser, omdat mensen sowieso een hoop genen delen, puur omdat ze eenzelfde etnische achtergrond hebben. ­“Om echt betrouwbare uitspraken te doen, heb je duizenden koppels nodig. Zoveel dubbelgangers kun je in de praktijk helemaal niet vinden.”

De Rotterdamse hoogleraar gebruikt daarom een andere aanpak in zijn eigen onderzoek, dat ook draait om hoe genen ons uiterlijk bepalen. “Tot nu toe kennen we een paar honderd plekken op het DNA die hierbij betrokken zijn, maar waarschijnlijk zijn het er duizenden.” Weet je welke dat zijn, dan kun je aan de hand van DNA voorspellen hoe iemands gezicht eruitziet. Handig voor rechercheurs bijvoorbeeld, wanneer die op zoek gaan naar de dader van een misdrijf. Als onbekend is hoe een verdachte eruitziet, kan DNA dat aangetroffen wordt op de plaats delict helpen een profielschets te maken, is het idee.

Kaysers onderzoek gaat uit van de grote getallen: meet de gezichtskenmerken bij duizenden willekeurige mensen, en kijkt hoe ze correleren met de variaties in hun DNA. Die grote aantallen zijn nodig, omdat de vele genen die samen ons gelaat bepalen elk vaak maar een geringe invloed hebben. “Om die invloeden te bepalen, moet je eigenlijk nog veel meer mensen onderzoeken, maar dat is duur. Er is helaas weinig geld voor dit soort studies, zeker in vergelijking met medische studies naar de relatie tussen genen en ziektes.”

Sommige genvarianten hebben echter een sterke invloed, namelijk op pigmentatie: “Dat gaat over alles wat met kleur te maken heeft, zoals je ogen, je haren en huid. Een paar genen zijn daarvoor grotendeels verantwoordelijk.” Een hiervan is bijvoorbeeld MC1R, dat bepaalt of mensen rood haar en een lichte huid hebben. Kayser ontwikkelde een tool waarmee je oog-, haar- en huidskleur kunt voorspellen aan de hand van de DNA-letters op 41 plekken in het genoom. Bij een zwarte huid lukt dat nagenoeg perfect, blond haar voorspelt het softwareprogramma in 80 procent van de gevallen correct.

Een snelle berekening laat zien dat er al snel 100.000 mensen op aarde rondlopen met nagenoeg dezelfde kleur huid, ogen en haren als jij. Het aantal mogelijke kleurgerelateerde DNA-combinaties is dan immers 41 maal 41 maal 41: een kleine 70.000. Uitgaande van 7 miljard mensen kom je dan op gemiddeld 100.000 ‘kleur’-lookalikes.

Bill Clinton

Dit is natuurlijk een simplistische weergave – genetische variaties zijn niet evenredig verdeeld over de wereldbevolking. Maar het is dus niet verwonderlijk dat mensen regelmatig denken dat ze dubbelgangers zien. Haar- en huidskleur springen al snel in het oog. Het verklaart wellicht ook sommige zogeheten vergismoorden, of waarom mensen soms door persoonsverwisselingen ten onrechte in de gevangenis belanden.

Een klassiek voorbeeld in het vakblad Nature laat dat eveneens mooi zien. Daarin kreeg de toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton het kapsel aangemeten van zijn secondant Al Gore. Wie een korte blik op de foto werpt, denkt dat het Gore is; wie nauwkeuriger kijkt, ziet Clinton met een pruik. “We zijn eigenlijk best slecht in nauwkeurig de gezichten herkennen van mensen die niet dicht bij ons staan”, zegt ook gezichtsexpert Ramon. “Dat gaat soms zelfs mis bij grenscontroles. Er zijn verhalen bekend van mannen die per ongeluk op het paspoort reisden van hun vrouw, zonder dat douaniers het merkten.”

Waar de natuurwetenschappen geen antwoord op kunnen geven, is waarom mensen zo gefascineerd zijn door dubbelgangers. “Dat heeft te maken de nadruk die de maatschappij legt op uniciteit”, zegt filmmaker Bart Eysink Smeets, die deze gedachte als uitgangspunt gebruikte voor zijn film Bart en de zoektocht naar de dubbelganger (VPRO, 2023). Hij reisde stad en land af om zo veel mogelijk lookalikes van zichzelf te vinden.

Dat lukte aardig – uiteindelijk kwam er zelfs een elftalfoto met elf Barts. “Toen ik de Noorderkroon Award kreeg voor mijn vorige film, heeft een van mijn dubbelgangers de prijs opgehaald, omdat ik toen net vader geworden was. Niemand had het door.” Aan het einde van zijn film concludeert de filmmaker dat we maatschappelijk gezien beter energie kunnen steken in onze overeenkomsten dan in het uitvergroten van onze verschillen en uniciteit. “Mensen lijken veel meer op elkaar dan we denken, vind ik nu.” Zijn we uiteindelijk allemaal een beetje dubbelgangers.

Beroemde dubbelgangers in populaire cultuur

Vertigo – film (Hitchcock, 1958)

Als zijn geliefde zelfmoord pleegt, knoopt een man een relatie aan met een vrouw die op haar lijkt. Vervolgens probeert hij haar meer en meer te transformeren in zijn gestorven partner.

Us – film (Jordan Peele, 2019)

De Amerikaanse overheid heeft van iedereen een dubbelganger gemaakt, als onderdeel van een experiment. Als dat experiment wordt stopgezet, nemen de dubbelgangers wraak en proberen hun ‘echte’ tegenhangers te vermoorden.

The Rookie – televisieserie (ABC, 2018)

Agent Tim wordt op zeker moment geconfronteerd met Jack, een drugsdealer die sprekend op hem lijkt. Tims collega Lucy blijkt ook een lookalike te hebben, Sava. Jack en Sava hebben een relatie, iets waar Tim en Lucy zelf al jaren omheen draaien.

De dubbelganger – roman (Fjodor Dostojevski, 1846)

Na een gênante vertoning op een feestje van Klara, de dochter van zijn baas, treft ambtenaar Jakow Petrowitsj Goljadkin een dubbelganger. Die is vlotter en succesvoller dan hijzelf, zowel op het werk als in de liefde. Uiteindelijk wordt Jakow afgevoerd naar een psychiatrische instelling, omdat hij zich zijn ‘geslaagde’ alter ego inbeeldt.

William Wilson – novelle (Edgar Allan Poe, 1839)

De Engelse William komt op de kostschool een dubbelganger tegen. Deze kleedt en gedraagt zich net als hij, en volgt hem overal waar hij gaat – zelfs als hij de school verlaat. Als William hem uit frustratie dodelijk verwondt, bloedt hij zelf ook.

Doppelganger – autobiografie (Naomi Klein, 2023)

Naomi Klein beschrijft hoe ze steeds vaker wordt verward met haar naamgenoot, Naomi Wolf. Beiden werden in de jaren negentig bekend vanwege hun progressieve boeken, maar de laatste jaren is Wolf rechtser en een coronacomplotdenker geworden. De persoonsverwisseling heeft daardoor een steeds groter bevreemdend effect op Klein.