Direct naar artikelinhoud
Concertrecensie

Misschien moet Bazart eens proberen om zichzelf wat minder serieus te nemen

Bazart in het Sportpaleis
Beeld Alex Vanhee

Een concert van Bazart is niet aan te raden voor tinnituslijders. Daar heeft de muziek niets mee te maken – te glad om je trommelvlies te doorboren – maar wel de schelle keelklanken van het publiek bij elk sprongetje dat frontman Mathieu Terryn maakt. En dat zijn er veel.

Je kan niet ontkennen dat Bazart goed is in wat het doet. De massahysterie is er niet voor niks; elk refrein wordt van begin tot eind foutloos meegezongen door duizenden, net niet in zwijm vallende, mensen, die op aangeven van Terryn met hun armen zwaaien alsof hun leven ervan afhangt. Binnen een vijftal jaar – wanneer het grootste deel van de Bazart-fans eindelijk meerderjarig is – zullen ongetwijfeld ook de groupies en blote borsten volgen. 

De jongens van Bazart hebben gevoel voor show gekregen. Drie grote, zwevende panelen openden de weg voor Terryn, Symons en Nuytten tijdens hun intrede. Het had iets weg van een realityshow; denk aan de bekendmaking van De mol of de mysterieuze aankomst van een nieuwe kandidaat in Ex on the Beach. Halverwege het optreden dook de band plots op aan de andere kant van de zaal om daar de set te vervolgen, waardoor mensen op de eerste rij zich tot de schermen moesten wenden om een glimp op te kunnen vangen van Terryn – die de nieuwe kledinglijn van Kanye West leek ontdekt te hebben. Daar sta je dan, als superfan.

Er wordt Bazart wel eens verweten dat al hun nummers op elkaar lijken. Terechte kritiek; bijna altijd draaien onderling inwisselbare strofes vol kleverige synth- en zanglijnen rond de pot richting gelijkaardige refreinen. Maar de hits werken, ook live. Terryns hopeloze schreeuw tijdens ‘Nacht’ kwam in het Sportpaleis aan als een mokerslag, ‘Chaos’ schudde op zwoele wijze de gewrichten los en ‘Echo’ werd omgevormd tot een grootse, melancholische stadionballad. Vooral die laatste was verbazingwekkend sterk. Tot daar het goede nieuws.

Bazart in het Sportpaleis
Beeld Alex Vanhee

Doordat de songs zo op elkaar lijken, komen matige nummers als ‘Nodig’ en ‘Tunnels’ helaas over als flauwe, maar even bombastische, afkooksels van die hits – om het niet te hebben over ‘Zonde’, dat tijdens het slot wel een kerstsingle van Clouseau leek. Het werkte verstikkend, die lawine aan opgespoten songs – zoals ze ook het vlees van magere kalfjes opspuiten met water om het aan een hogere prijs te kunnen verkopen. Een ticket voor Bazart kostte om en bij de 40 euro.

Het is jammer dat het grootste optreden in de carrière van geweldige gastzangeres Eefje De Visser te danken is aan een nummer waarbij haar enige verdienste haar stem is; ‘Onder ons’ is een Bazart-song pur sang. Het deed weliswaar deugd om wat oestrogeen op het podium te hebben – al doen de falsetstemmen van de Bazartboys ons soms twijfelen aan hun hormonenbalans. De passage van Coely tijdens ‘Niet te dichtbij’ was dan weer afgrijselijk. Haar stoere rhymes vloekten enorm met de doodbrave pop, alsof er twee verschillende nummers tegelijkertijd door de boxen knalden. De ongemakkelijke danspasjes van Terryn leken wel uit een scène van The Office geplukt.

De passage van Coely tijdens ‘Niet te dichtbij’ was afgrijselijk. Haar stoere rhymes vloekten enorm met de doodbrave pop, alsof er twee verschillende nummers tegelijkertijd door de boxen knalden

Toen ‘special guest’ The Subs mee mocht spelen tijdens ‘Voodoo’, leek Jeroen ‘Papillon’ De Pessemier met zijn keytar een beetje de spot te drijven met de onwerkelijke situatie van een Sportpaleis vol krijsende tienermeiden. Misschien moet Bazart ook eens proberen om zichzelf wat minder serieus te nemen. Het is de laatste jaren erg snel gegaan voor Terryn en co, maar als hun derde plaat voortgaat op hetzelfde strakke recept als de eerste twee, zal het Sportpaleis elk jaar een beetje minder vol zitten. Misschien is het na deze tournee tijd om te herbronnen en een opvolger voor Clouseau’s ‘Domino’ te schrijven – ondertussen ook al achtentwintig jaar het schoonste lied in onze moedertaal. Het is maar een idee.