Direct naar artikelinhoud
InterviewJulien Watrin

Spurter Watrin over zijn ziekte: ‘Zodra het kon, trok ik mijn spikes aan’

Atleet Julien Watrin traint in Louvain-la-Neuve.Beeld BELGA

Midden januari stortte zijn wereld in. Herval, dat is een term die geen enkele kankerpatiënt wil horen. Drie maanden later lijkt de hemel weer opgeklaard voor Julien Watrin. De spurter voelt zich zelfs goed genoeg om zondag in competitie uit te komen.

Op 31 januari riep Julien Watrin (31) de nationale pers bij elkaar in Louvain-la-Neuve. Slecht nieuws, meldde de nationale recordhouder op de 400 meter horden. Hij was hervallen. De operatie om een kwaadaardige tumor in zijn teelbal te verwijderen had niet volstaan. Watrin zou aan een chemokuur beginnen, wat betekende dat hij de Spelen van Parijs kon vergeten.

“Ik heb daar nu vrede mee”, zegt Watrin in zijn flatje dat hij deelt met zijn vriendin. “Ik had tijd om te rouwen. Toen ik het nieuws kreeg dat ik kanker had, was mijn eerste gedachte: al die inspanningen voor niets. Samen met mijn trainers was alles tot in de details afgestemd om in Parijs de finale te lopen. Ik haalde een niveau dat ik nooit eerder haalde. Maar al snel zag ik in: neen, mijn ziekte is veel ernstiger. Het belangrijkste is dat ik nu niet herval.”

Twee weken terug liet je weten dat je in remissie bent. Een opluchting, toch?

“Zeker, vooral omdat ik het niet zag aankomen. Uit de MRI halfweg mijn behandeling bleek dat het effect matig was. De kans bestond dat ik een nieuwe operatie nodig had. Ik had dat al in mijn hoofd gestoken, met alle stress vandien. Mijn examens filosofie in juni heb ik niet kunnen afleggen. Ik had me op het ergste voorbereid bij de tweede controle, maar gelukkig kreeg ik toen wel goed nieuws.”

Hoe heb je die negen weken chemo beleefd?

“Ik had drie cycli. De eerste keer weet je niet echt wat je te wachten staat. Je voelt je slecht, grieperig. Na een behandeling van vijf dagen moet je zelf een methode vinden om je beter te voelen, om weer te kunnen trainen. En net als het beter gaat, is het terug naar de kliniek, aan het infuus en herbeginnen. Dat was mentaal belastend.

“’s Ochtends was ik één uurtje fris. Door de chemo kon ik niet goed slapen. Mijn bloeddruk steeg, ik voelde mijn hartslag in mijn nek, tintelingen in mijn vingers en tandvlees. Mijn oncoloog had me gewaarschuwd voor de symptomen, maar het blijft lastig. Het put je emotioneel uit.

“Elke vrijdag na de behandeling kreeg ik ook een inspuiting. Drie uur later: koorts, pijn aan mijn keel en longen. Brandende pijn. De eerste keer wist ik niet wat me overkwam. Ik sloeg in paniek, want ik zat alleen thuis. Bleek dat ik een infectie had. Dat kon carrièrebedreigend zijn omdat mijn immuniteit laag was. Mijn zus bracht me snel naar de spoed. Ik lag uren op een brancard, wachtend tot de koorts zou zakken. De tweede keer wist ik wel wat er zou komen. Dat maakte het draaglijker.”

Watrin: "Krachttraining heb ik niet meer gedaan, alleen zaken om mijn bewegingen soepel te houden.”Beeld BELGA

Vreesde je ooit dat je de draad niet meer zou kunnen oppakken als atleet?

“Ja, vooral als ik pijn had aan mijn longen. Ik was bang dat ik onherstelbare schade zou oplopen. Gelukkig voelde ik op de piste dat het ging. Het deed me goed om te lopen. Dat waren kleine momentjes waarop het leek alsof er niets mis was. Krachttraining heb ik niet meer gedaan, alleen zaken om mijn bewegingen soepel te houden.”

Heeft jouw ziekte veranderd hoe je naar het leven kijkt?

“Niet radicaal. Met mijn studies filosofie en sociologie is dat een thema dat me al bezig hield. Er zijn kleine zaken die anders zijn. Ik kijk nu graag naar trage films, terwijl het vroeger vooruit moest gaan. Ik las veel en snel om zoveel mogelijk kennis te verwerven. Nu, ik denk dat ik snel in mijn oude ritme zal hervallen. Ik train elke dag en heb examens. Het leven zal me snel weer inhalen.”

Viel het mee om de Belgian Tornados begin maart zonder jou naar goud te zien op het WK indoor?

“Ja, omdat ik toen mijn handen vol had met een andere uitdaging. Ik zag hoe Alexander Doom mijn Belgisch indoorrecord op de 400 meter verbeterde. Ik was blij voor hem en voor de jongens, net zoals ik dat was voor hun olympische kwalificatie op de Bahamas. We zijn altijd in contact gebleven.”

Ga je in een of andere hoedanigheid mee naar Parijs?

“Dat is niet het plan. Misschien is dat ook beter dat ik me op afstand houd. Als ik ga, volgen de media me misschien en ik wil geen afleiding zijn. Maar we moeten er nog over praten.”

Wanneer hoop je weer voluit te trainen?

“Dag mag al, zolang ik niet mijn uithouding aanspreek of in verzuring ga. De 110 meter horden, dat kan, maar geen 400 meter. En ik moet opletten met de belasting, dat ik geen grenzen overschrijd. Dus een week intens, dan een weekje rustig. Ik haal op de 110 meter niet het niveau voor een EK, maar wel om me te amuseren op het BK in juni. Of nu zondag in de interclubcompetitie. Augustus wordt in principe een vrije maand en dan in september hoop ik de voorbereiding op de 400 meter aan te vatten.”

Op naar het WK in september 2025 in Japan?

“Ja. Of waarom niet het EK indoor in Apeldoorn in maart?”

Maar eerst dit weekend. Op de interclub kan je je weer als atleet voelen.

“Ik bleef me altijd een atleet voelen, hoor, zelfs tijdens mijn behandeling. Zodra het kon, trok ik mijn spikes aan. Gelukkig maar, want ik had daar veel aan. Dit weekend wil ik me vooral amuseren en mijn club helpen. Ik denk niet dat ik heel performant zal zijn, maar ik kan wel een correcte race lopen, zonder me te blesseren. Weer in competitie uitkomen, dat zal een mentale boost geven.”

De Belgian Tornados, met Alexander Doom, Julien Watrin, Kevin Borlée en Dylan Borlée, op het EK 2023.Beeld BELGA