Maar, over de andere kant van de feiten: Uitgemergelde paarden en zielige zeehondjes
de morele verontwaardiging over het sterven of soms zelfs het actief afschieten van zieke, zwakke wilde dieren, gaat voorbij aan de normale werking van de natuur. Biologen en andere deskundigen zeggen al jaren dat we de dieren met rust moeten laten en stoppen met het bijvoeren van grote grazers en het opvangen van zeehonden.
Deze week was het weer zover: de Wetenschappelijke Adviescommissie Zeehondenopvang kwam met het dringende verzoek aan de opvangcentra om minder dieren te redden. De zeehonden zijn allang niet meer bijna uitgestorven, zoals dertig jaar geleden. Daarom is het oplappen van zieke, zwakke en eenzame exemplaren zelfs een bedreiging voor de soort. Als je die dieren echt wilt helpen, kun je ze het best uit hun lijden verlossen en direct afschieten, adviseerde de commissie.
De opvangcentra en dierenwelzijnsorganisaties waren in rep en roer. Het zou alleen maar gaan om geld, oordeelden dierenliefhebbers. Dat oordeel werd ook geveld over het beleid van Staatsbosbeheer om de grote grazers in de Oostvaardersplassen niet bij te voeren.
De natuur heeft een mechanisme om populaties van soorten in toom te houden, legden biologen al meer dan eens uit. De zwakke dieren sterven eerder en zo blijft de populatie beperkt in aantal en gezond en fit. In het geval van de grazers in Flevoland zou bijvoeren de zwakken niet helpen; de sterke dieren pikken toch al het hooi voor hun neuzen weg. En opgelapte zeehonden vormen oneerlijke concurrentie voor de andere beesten, staat in het rapport van de commissie. Na behandeling blijven ze vatbaarder voor ziektes, maar pikken wel eten van de gezonde dieren.
Daarnaast is de verontwaardiging selectief. Niemand heeft het ooit over de duizenden gezonde dieren met genoeg voedsel die elk jaar op de Veluwe afgeschoten worden. Dit jaar alleen al moeten er van alle 6000 wilde zwijnen 5000 afgemaakt worden, schreef milieufilosoof en voorzitter van de Stichting Natuurlijke Processen Jozef Keulartz in Trouw (8 maart). Door de overdaad aan eten krijgen de dieren meer jongen. Een vicieuze cirkel dus. Zelfs de jagers vonden het vorig jaar allemaal wat te ver gaan. Maar actievoerders maken zich drukker om het afschotpercentage van 25 procent in de Oostvaardersplassen, dat ongeveer gelijk is aan natuurlijke sterfte.
Er zijn genoeg argumenten om de natuur op haar beloop te laten. Maar als je dan echt consequent bent, zouden de Oostvaardersplassen weer onder water moeten. Want zo heeft de natuur het ooit zelf bedacht.