Land van kasba’s, bergketens, oases en fata morgana’s

Na een mooie, warme zomer komt bij de eerste winterprik bij ons meteen een weemoedig gevoel de kop opsteken. En dus boeken we een retourtje Marokko. Want Marokko is altijd een goed idee. Wat volgt is een intense rondreis door een eeuwenoud koninkrijk, waar we kennismaken met Naïma de keukenhulp in Marrakech, Hassan de Berbergids die leeft aan de voet van het Atlasgebergte, Bakkar de dromedarisdrijver in de Sahara en Omar de visboer in het schilderachtige Essaouira.

Tekst en foto’s Dieter De Beus

Marokko tijdens de Belgische herfst- en wintermaanden, dat zijn temperaturen die schommelen tussen een aangename 20 en 30 graden. De hordes Duitse en Britse toeristen die de meest populaire steden en badplaatsen overrompelen, zitten alweer thuis om hun vakantiekiekjes te bekijken en met enkel de straat van Gibraltar die het Afrikaans Maghrebland scheidt van Spanje, is Marokko bovendien vlot bereikbaar. We zetten de eerste voet aan grond in Marrakech, samen met Fez, Meknes en Rabat een van de vier koningssteden.

© ss

Aan de voet van de Hoge Atlas start onze rondreis. Een eerste aanblik op de ommuurde medina – het oude stadsgedeelte – geeft een impressie van de culturele rijkdom van het land. We werpen onze rugzakken af in de Riad Chocolat van Brusselaars Nicky en Eric. Hun riad, een traditioneel Marokkaans huis met een atrium of binnentuin, ligt verscholen in de kleinste straatjes van de oude stad. Net binnen de medina en dus nog vlot bereikbaar met de huurwagen. Nicky en Eric nodigen ons meteen uit voor een kleine, traditionele theeceremonie en vertellen honderduit over de lokroep van Marrakech, die hen weghaalde uit Brussel. Jarenlang werkten ze samen om deze riad zijn glorie van weleer terug te geven. De kamers werden opgetrokken volgens de Marokkaanse kunst: een weelderig gebruik van warme kleuren en die typische, mysterieuze oosterse pracht. Een klein stukje Belgische chocolade in elke kamer en Nicky’s mooiste foto’s aan de muur geven de riad een Belgisch tintje. Huishoud- en keukenhulp Naïma zorgt voor de Marokkaanse toets op het bord. Haar tajine, bereid volgens een familierecept dat generatie na generatie wordt doorgegeven, behoort ontegensprekelijk tot het beste wat de Marokkaanse keuken te bieden heeft.

Geuren en kleuren

De oude stad van Marrakech doorlopen is een beleving op zich. Er wacht je een spektakel van geuren en kleuren. Sta jezelf toe om te verdwalen in de soek, een wirwar van smalle straatjes langs duizenden kraampjes met specerijen, lampjes, gebak en tapijten waar het invallend zonlicht voor een bijzonder spektakel zorgt. Enkel de opdringerige guides noirs doen enige afbreuk aan de speelse taferelen in de binnenstad. Met gewiekste trucjes lokken ze toeristen mee om ze vervolgens op agressieve wijze tot aankopen te dwingen in dat ene winkeltje van vriend, neef of oom. Zorg daarom voor een stratenplan, zodat je op eigen houtje de weg naar het bruisende Djemaa el Fna-plein vindt. Djemaa el Fna betekent letterlijk Plein des doods omdat er vroeger heel wat executies plaatsvonden. Nu is het plein geklasseerd als Werelderfgoed door Unesco en is het de thuishaven van marktkramers, muzikanten, slangenbezweerders, acrobaten en andere straatartiesten.

© ddb

De volgende etappe van onze rondreis leidt ons over het Atlasgebergte via de Tizi n’Tichkapas richting Skoura. Het is een adembenemende route langs een smalle waterloop die de imposante bergketens doormidden klieft. Tussen de massieve rotsformaties en eindeloze palmgaarden ontwaren we de eerste kasba’s – het verdedigbare deel van de medina – die langzaam weg eroderen door wind, zon en regen. Karakteristiek in deze regio zijn de ksar, de versterkte dorpen van de Berberstammen, en de uit aangestampte leem en stro opgetrokken huisjes die samenklonteren tot dorpjes aan de oevers van kabbelende stromen. Daar beladen vrouwen hun ezels met de oogst van de velden, trappen de kinderen blootsvoets een balletje richting geïmproviseerde doelen en trachten de mannen enkele dirhams te verdienen met de verkoop van edelstenen, olijfproducten of handgemaakte kunstwerken.

’s Lands indrukwekkendste kasba vinden we in Aït Benhaddou, waar zowat 400 jaar geleden 6 kasba’s op een heuvel versmolten tot een machtig geheel. De stad is bijzonder populair bij Hollywood-producenten. Zo werden onder meer Game of Thrones, Gladiator en Babel grotendeels in de typische Berberse woonburchten geschoten. De filmindustrie investeert dan ook aanzienlijk in het behoud van de kasbastad, die uiterst gevoelig is voor de weersomstandigheden.

Warme bevolking

Bij valavond bereiken we Skoura, een parel geborgen in het hart van Marokko. Vrij van massatoerisme omdat voorbijgangers Skoura veelal zien als een pitstop tussen Marrakech en de meest voorname kloven, de Dades Gorges en Dades Todra. Maar het dorp, dat zich leent als een prima toevluchtsoord na de drukte van Marrakech, heeft zoveel meer te bieden. Dat maken Vanessa en Xavier van de L’Ma Lodge ons meteen duidelijk. Het Frans-Belgische koppel maakte hier hun levensdroom waar. “In Skoura ontdek je het echte Marokko met zijn kasbaruïnes, palmgaarden, sprookjesachtige oases en een warme bevolking”, zegt Vanessa. “Hier wilden we ons vestigen. We kochten een lap grond en bouwden het kale stukje woestenij gestaag uit tot ons eigen paradijselijk hoekje op deze wereld.” Negen jaar duurden de werken aan de lodge. De zeven kamers, leeftuin met knusse zit-, lees- en speelhoekjes en kleine dierenboerderij zorgen voor een warm thuisgevoel. De dadels, olijven en andere vruchten uit de tuin worden gebruikt in de keuken en vanaf het dakterras zie je de zon elke avond verdwijnen achter de rijen dadelpalmen. Luxe in de eenvoud der dingen.

Skoura geeft je bovendien een unieke inkijk in de Berbercultuur. Berbers zijn de oorspronkelijke bewoners van Noord-Afrika en hun ontstaansgeschiedenis gaat terug tot enkele duizenden jaren voor het begin van onze kalendertelling. Ze zijn de verpersoonlijking van de hartelijkheid van de Marokkaanse bevolking. Berbergids Hassan neemt ons op sleeptouw. Hij leidt ons weg van de vallei en na een kilometerslange hobbelige rit over een geïmproviseerde rijbaan tussen de zandvlakten verschijnt een oase aan de horizon. Geen fata morgana, maar een stukje groene natuurpracht te midden van het grauwe niets. Hier bewerkt Hassans volk de grond. “Wij hebben geen supermarkten nodig”, zegt Hassan. “We hebben hier alles voorhanden.”

© ddb

Terwijl Hassan ons doorheen de oase gidst en vertelt over het nomadenleven van zijn voorouders en de teloorgang van het Berberbestaan, ontvouwt zich voor onze ogen een onbetaalbaar kunstwerk. Een klein stroompje dat zijn weg zoekt langs de dreigende, metershoge rotswanden van de Sidi Flah-kloof wordt zichtbaar. Met de ondergaande zon als een volleerd meesterschilder tekent zich een onbetaalbaar kunstwerk van vluchtige kleuren en speelse waterspiegelingen af tegen het door erosie diep uitgesleten rivierdal. Zelfs Hassan verliest zich nog dagelijks in zo veel schoonheid. Vooraleer de zon helemaal ondergaat, nodigt de goedlachse gids ons uit voor een traditionele theeceremonie bij hem thuis. We ontmoeten zijn moeder en wachten samen met zijn 102-jarige grootvader op de thuiskomst van de schapenkudde. Terwijl Hassan en zijn 32 familieleden zich te slapen leggen op enkele flinterdunne tapijten, kruipen wij nog eenmaal onder de warme wol van L’Ma Lodge.

Sterren in de woestijn

Met ons fotoapparaat in aanslag, gaat het van Skoura via de idyllische Route van de Duizend Kasba’s naar Merzouga, het begin van de Sahara. Onderweg volgen machtig oprijzende kasba’s elkaar op als parels aan een ketting. Maar het zijn de diep ingesneden kloven van onder meer de Dades- en Todravallei die het meest tot de verbeelding spreken. De omringende natuurpracht maakt het moeilijk om de focus te houden op de zigzaggende kronkelwegen. Gaandeweg ruimen de impressionante rotsformaties plaats voor dorre zandvlakten, die op hun beurt weer overgaan in de oranjegouden zandduinen van Erg Chebbi, met hoogtes tot wel 150 meter.

Daar, te midden van de oneindige woestijn, brengen we de nacht door. We kiezen voor een meer desolate beleving, weg van alle andere reisorganisaties die de kampen meestal opslaan achter de eerste zandduinen. Het Desert Luxury Camp van Jana, Abdou en Hamid is precies wat we zoeken. Een avontuurlijke rit met een 4x4 langsheen een voormalig stukje van het Paris-Dakarcircuit brengt ons tot diep in de woestijn. Daar treffen we Bakkar aan, een dromedarisdrijver die opgroeide in de regio. Hij brengt ons naar het tentenkamp even verderop. In het kamp kan je intekenen op tal van activiteiten, zoals sandboarding, een sandhammam of een tocht met de 4x4. Maar het is vooral aftellen naar het magische moment waarbij de zon verdwijnt achter de golvende gouden zandheuvels en miljoenen fonkelende lichtjes aan de sterrenhemel verschijnen. Na een heerlijke maaltijd wordt de avond afgesloten met een muziek- en dansoptreden bij het kampvuur. Daarna volgen nog enkele uren stargazen, waarbij we de onmetelijkheid van de geluidloze woestijn tot ons te nemen.

© ddb

Met het woestijnzand nog in de schoenen en broekzakken trekken we verder richting de Draavallei, die zich uitstrekt over een afstand van 100 kilometer tussen Agdz en Zagora. Zagora geldt als poort van de Westelijke Sahara en was vroeger een populair oord voor nomadenkaravanen, die vandaar 52-daagse tochten naar Timboektoe ondernamen om te leuren met goud, specerijen en slaven. Die tijd is lang voorbij, maar het blijft een heerlijke plek om rond te slenteren. In Agdz komen we terecht bij Mathilde en Zine el Abidine die de Ecolodge Bab el Oued Maroc uitbaten. De ligging, met huisjes diep verscholen in de palmgaarden, is uitzonderlijk en maakt van de lodge de ideale uitvalsbasis om dieper door de vallei te trekken. Het dakterras dat boven de bomenrijen uittorent levert spectaculaire vergezichten over 360°. Twitterbeeps zijn er niet in deze internetvrije zone, fluitende vogels des te meer. We spotten zelfs een Savannearend. De huiskat, -puppy, -pauwen en -dromedaris geven de plek een huiselijk gevoel. Bovenop de heuvel die de lodge flankeert, waakt een imposante kasba over de omliggende dorpjes. Een korte klim wordt beloond met een adembenemend panorama, waar bij valavond de omringende bergen het laatste daglicht onttrekken van de vallei en duizenden palmen langzaam worden toegedekt door de invallende nacht.

Vis van Omar

Het laatste onderdeel van de reis brengt ons naar het kuststadje Essaouira. Een lange rit die zelden verveelt. Langs de weg breken de paarse saffraanvelden het okerkleurig berglandschap en haalt de natuur vreemde capriolen uit. Zo klimmen geiten in de takken van arganbomen en vreten ze er de voedzame bladeren weg. Essaouira ligt aan de brede baai van de Atlantische kust en beschikt over een schilderachtige vissershaven. Daar zet Omar bij het krieken van de dag zijn kraampje op voor de dagelijkse vismarkt.

© ddb

In de medina is het heerlijk kuieren langs kleine marktjes en heb je een overvloedige keuze aan eetmogelijkheden: van hippe zaken met fusionkeukens tot minirestaurantjes in huiskeukens, waar de traditionele couscous worden geserveerd op jebli’s – grootmoeders – wijze, met de verse vis van Omar. Het strand van Essaouira voelt enigszins gekunsteld aan maar het strand van Sidi Kaouki, zo’n 20 kilometer ten zuiden van Essaouira, leent zich prima tot een romantische strandwandeling of surfdagje. Bij een zachte zeebries en het geluid van brekende golven, maakt eerder onbegrip voor de talloze liefdesverklaringen aan het Afrikaanse continent plaats voor dankbaarheid jegens Naïma, Hassan, Bakar, Omar en de ontzaglijke natuurpracht. Marokko is het allerbeste idee.

Keuze van de redactie