© SCS/Soenar Chamid

Pieter Timmers ontgoocheld na zilveren medaille: “Ik verlies vooral goud”

“Opnieuw zilver. Opnieuw was er één iemand sneller. Verdomme toch.” De ontgoocheling overheerste bij Pieter Timmers, vlak na de finale van de 100 meter vrije slag. Met zilver - zijn tiende medaille op een groot kampioenschap - en een nieuw Belgisch record (46.54) had de Beringenaar nochtans een knalprestatie neergezet. “Misschien wel, ja. Maar het voelt toch vooral aan als goud verliezen.”

Een mooie lichtshow, een DJ die opzwepende deuntjes van David Getta en co door de boxen joeg en 6.500 toeschouwers - bijna allemaal uitgerust met klappers - die voor een fantastische ambiance zorgden. Welkom in de prachtige Royal Arena. Normaal gezien the place to be voor topconcerten, afgelopen week voor het eerst het epicentrum van een sportevenement. Tot zaterdag waren voor de Belgen alleen maar wat bijrolletjes weggelegd op dit EK, maar zondag traden ze voor het eerst op de voorgrond. Eerst pakte Fanny Lecluyse brons op de 200m schoolslag, meteen gevolgd door het zilver van Pieter Timmers op de 100m vrije slag.

Sterke Dotto

Timmers zwom een bijna perfecte race in baan vijf, maar zag van begin tot einde die verdomde Luca Dotto, in de baan naast hem, net voor zich uit zwemmen. Met 46.54 verbeterde Timmers zijn Belgisch record, maar de Italiaan zette daar prompt een 46.11 tegenover.

“Ik wist dat 46.5, misschien 46.4 erin zat”, aldus Timmers meteen na de race. “Dat was het maximum. Ik dacht dat die tijd wel eens goed kon zijn voor goud. Niet dus (zucht). Toen ik Dotto voor me zag aantikken, schoot er een grote fuck door mijn hoofd. Nu ja, verdiend voor die gast. 46.11, chapeau. Daar ben ik nu nog niet toe in staat.”

Hoewel zilver het hoogst haalbare was, bleef de ontgoocheling bij Timmers de bovenhand halen op tevredenheid. Dat bleek ook na de podiumceremonie. “Ik ben een topsporter. En een topsporter is alleen tevreden met het allerhoogste, met die ene plek”, zei de Beringenaar. “Ik had al negen medailles op grote tornooien. Maar er ontbrak nog één kleurtje in mijn collectie: goud. Daar had ik hier mijn zinnen op gezet. Ik ben een competitiebeest, mijn niveau ging deze week alleen maar in stijgende lijn. Ik had in de finale alles onder controle: mijn start, de break-out, de slagfrequentie... Het dan toch niet halen, is balen. Ik win niet zilver, ik verlies goud. Al besef ik dat ik niet mag klagen. Ik kom uit een moeilijke periode. Eerst was er die drukte tijdens en na de geboorte van Jutta, waardoor ik niet optimaal kon rusten. En vlak voor dit EK pikte ik nog een buikgriep en een bronchitis op. Geen ideale aanloop dus. Dat ik hier toch een zilveren medaille pak en een Belgisch record zwem is dus nog niet zo slecht, zeker?”

Cadeau voor Jutta

Timmers zit nu aan tien medailles op grote tornooien. Zijn exemplaar van Kopenhagen is wel de eerste waar zijn naam in gegraveerd staat. “Een leuk extraatje. Mijn medaille is een cadeautje voor Jutta. Al hecht ik nu ook weer niet zoveel waarde aan die medaille op zich. Het is maar een stukje zilver, een stukje metaal. Ik hecht veel meer belang aan de beleving, de herinneringen die ik aan de grote tornooien overhoud. Hier zaten 6.500 toeschouwers in de tribune. En die zorgden voor een geweldige ambiance. Een kippenvelmoment. Het deed me terugdenken aan het WK 2015 in Kazan. We zwommen toen de estafette, tégen de Russen. Dat was echt kicken.”

Nieuwe prikkel

Na overleg met coach Gaastra stapte Timmers dit seizoen over naar een andere trainingsaanpak. Minder kilometers, maar veel intensiever. Een aanpak die meteen lijkt te renderen. “Ik word volgende maand 30 en zwem hier een Belgisch record. Ik denk dat je dan wel kan stellen dat die aanpak werkt”, aldus Timmers.

Een aanpak die misschien ook de sleur wat doorbrak. Zo maalt Timmers niet alleen minder kilometers af, hij hoeft nu ook niet meer voor dag en dauw in het zwembad te duiken. “Sleur is een te groot woord. Het doorbrak eerder de routine. Mijn lichaam was die oude trainingen gewoon, herkende die meteen. De nieuwe aanpak hield mijn lichaam in feite voor de gek, gaf nieuwe prikkels. Die waren nodig. Al moet ik toegeven dat ik enorm veel heb afgezien. Waren we maar bij onze oude manier van trainen gebleven, heb ik een paar keer gedacht. Maar het heeft me meteen een medaille opgeleverd. Slecht kan het dus niet zijn (lacht). We moeten deze lijn doortrekken naar de langebaan. Vanaf nu ligt de focus op augustus 2018, op het EK in Glasgow.”