Wij lieten de man die alle Genkse kampioenenploegen meemaakte één dream team samenstellen: “En dan moet Trossard er nog inkomen”

© Boumediene Belbachir

Acht prijzen – vier titels en vier bekers – op 31 jaar Racing Genk. Pierre Denier (62) maakte álles mee. Bij de eerste drie titels (1999, 2002, 2011) was hij T2, vandaag is Denier teammanager. Om maar te zeggen: geen mens die de kampioenenploegen beter kan vergelijken. En dus mag hij – na wat aandringen, want “ik wil niemand tekortdoen” – zijn dream team samenstellen. “De ploeg van dit jaar is veruit de beste.”

Frank Buyse

We staan in GoalMine – het museum van KRC Genk – nog geen halve minuut bij de grootste kampioenenbeker die er is (de laatste, uit 2011) of de bezoekers klampen Pierre Denier (63) al aan. “Wij hebben nog samengespeeld bij FC Winterslag, hé!”, klinkt het.

Denier maakte álles mee: van FC Winterslag tot Racing Genk in 1988 en de 31 jaren van de fusieclub die erop volgden. Ze zouden voor de aimabele teammanager – “Ik zal een lekkere koffie voor je maken, want ik ben hier ook de koffiemeneer”, klinkt het – een aparte nis moeten optrekken. Vier titels, vier verschillende voorzitters, maar Pierre: die was er altijd bij. Hij zit intussen al aan acht prijzen. En laat dat net evenveel zijn als het aantal keer dat hij als assistent moest depanneren als hoofdcoach. Moet zowat een wereldrecord zijn. “Soms was het voor één match, maar het was ook al eens voor zes maanden”, vertelt hij. “Als hoofdcoach de beker pakken in 2009 was voor mij het mooiste moment.”

En toch. Toch vindt hij alle prijzen eigenlijk allemaal even mooi en even belangrijk. Alhoewel: deze titel misschien toch nog net iets meer. “Omdat die na enkele moeilijke jaren komt. Meer dan ooit is deze titel die van de hele club. De supporters zijn teruggekeerd en de sfeer is terug.” Of zoals het op de borden in de stad staat: “Iedereen Genkie.”

© BELGA

Waarop de Opper-Genkie mag gaan vergelijken. “Ik heb met alle trainers voortreffelijk gewerkt”, klinkt het voorzichtig. Maar van de kampioenmakers was Aimé Anthuenis wel de zenuwachtigste, dat mag gezegd worden. “Hoe Aimé tekeerging omdat manager Paul Heylen al een feestpodium had opgetrokken vóór de buit binnen was… Waarop we met 2-5 verloren van Anderlecht. Gelukkig kwam het nog goed in Harelbeke.” En Philippe Clement was de rustigste van allemaal, ook toen de afgelopen dagen zo ging spannen. “Merkwaardig toch, hoe Philippe al na twee seizoenen alles beheerst. De beste van allemaal? Ik zeg liever: één van de besten.” En wat we zeker ook moeten vermelden: “Alle vier de kampioenenmakers hebben de spelers beter gemaakt. Dat is voor mij nog steeds de belangrijkste taak van een trainer.”

Over die spelers van nu: “Ik sta er als teammanager minder dicht bij dan als assistent-coach, maar ik weet wel dat deze jonge ploeg merkwaardig volwassen bleef. (nadenkend) En ik weet zeker dat het kwalitatief de sterkste is van de vier kampioenenteams. Collectief en individueel. Ik vind ook dat we het beste voetbal brengen van de vier ploegen. Als je ziet wie hier nog allemaal op de bank zit...”

© Isosport

Ha, dit wordt leuk. We zetten even de héle kampioenenploeg op de bank, Pierre selecteert zijn dream team uit de drie vorige kampioenenploegen én moet dan drie wissels doorvoeren.

Hij zucht, kreunt, peinst, wikt en weegt en wil niemand ook maar iets tekortdoen. Maar we komen er wel.

DOEL: Courtois

“Sneu voor Istvan Brockhauser (1999-2002), maar dit is geen moeilijke keuze. Thibaut Courtois (2011) is nu eenmaal buiten categorie. Hij is wereldtop en speelt bij de beste ploeg van de wereld.”

VERDEDIGING: Reini, Zokora, Joao Carlos, Hendrikx

“Didier Zokora (2002) centraal achterin is een zekerheid. Een puur talent. Een voetballende verdediger, die na Genk nog een prachtige carrière heeft gemaakt, via Saint-Etienne – waar hij verdedigende middenvelder werd – naar Tottenham. Naast hem liggen Olivieri (1999) en João Carlos (2011) zwaar in de balans. Allez vooruit, een heel lichte voorkeur voor ­João Carlos. Maar dan op de flanken… Op rechts speelde onder Vercauteren Anthony Vanden Borre (2011), hé. Daar wil ik toch even over nadenken. Of Juha Reini (1999-2002)? Dat was een rechtsachter die ook vaak links speelde. Jacky Peeters is naar Duitsland vertrokken na de bekerwinst in 1998, die mag ik dus niet kiezen. Voor Davy Oyen geldt hetzelfde.Tedju… Aha: Marc Hendrikx (1999)! We speelden toen eigenlijk met drie centrale verdedigers en Marc nam de hele linkerflank voor zich.”

© BELGA

MIDDENVELD: Skoko, Thijs, De Bruyne

“Vooreerst Kevin De Buyne (2011), natuurlijk. De beste voetballer die ik hier in die 31 jaren heb gekend. Kevin speelde bij ons altijd op links. Raar eigenlijk, maar hij was daar zó goed dat we er nooit aan dachten hem centraal zetten. Op die positie is hij nu één van de besten ter wereld. Dat Kevin wereldtop zou worden, kon niemand toen voorspellen, maar ik vond hem op zijn vijftiende toch al uitzonderlijk goed. Hij deed alles zó gemakkelijk: kruispasses links en rechts, schoten, scoren, overzicht… En persoonlijkheid, hé. Hij durfde zich te roeren. Als Barda zijn bal niet snel genoeg afgaf, hoorde je Kevin, hoor. Dat heeft Trossard ook, dat kenmerkt de groten.”

“En verder keuze te over. Josip Skoko (2002), die moet er altijd bij, zonder discussie. Maar dan wordt het moeilijk. Hasi (1999), Delbroek (1999-2002), Hubert (2011), Camus (2011), Tozser (2011), Pudil (2011)… Dat waren allemaal heel goeie voetballers, maar dan in een collectief. Meer waterdragers voor de paar die erbovenuit staken: Oulare-Strupar, Sonck-Dagano, Koen Daerden... In 1999 en 2002 wonnen we daarom ook alle individuele prijzen. Dat we dit seizoen minder individuele prijzen pakten, heeft maar één reden: we hebben zoveel talenten dat veel stemmen van elkaar zijn afgenomen. Maar nog een derde middenvelder dus… (denkt na) Ik twijfel heel hard tussen Bernd Thijs en Thordur Gudjonsson. Gudjonsson was aanvallender en scoorde ook veel. Maar ik ga toch voor Thijs.”

AANVAL: Vossen, Sonck, Strupar

“Voorop staan Wesley Sonck en Branko Strupar, uiteindelijk ook allebei Gouden Schoen. Maar voor een derde aanvaller wordt het heel moeilijk. Dagano ga ik niet nemen, ik twijfel tussen Oulare en Vossen. Oulare had misschien meer kwaliteiten, maar ik heb zoveel respect voor Jelle. Die is hier begonnen bij de jeugd, werkte zich op tot aanvoerder en was jarenlang topschutter... (gedecideerd) Ik zet er Jelle bij. Een echte Genkie.”

© VUM

WISSELS: Berge, Samatta, Trossard

En nu is er dus die vierde kampioenenploeg. Denier mag drie van de kampioenen 2019 in zijn dream team droppen. “Dan ga ik meteen voor Berge in plaats van Thijs. En voor Samatta in plaats van Vossen, ook zo’n beweeglijk type en altijd nuttig voor de ploeg. En dan moet Trossard nog inkomen ook. Voor De Bruyne: een applausvervanging! (lacht) En Maehle in plaats van Reini? Oei, dat mag niet meer, zeker? Malinovskyi, Pozuelo… kwamen ook in aanmerking, hoor. Dimitri de Condé en onze scouting hebben geweldig werk geleverd. Nogmaals: de ploeg van 2019 is veruit de beste ploeg van de vier.”

Meer over KRC Genk

Meer voetbalnieuws

Keuze van de redactie

Video