Na het olielek dat vorige week donderdag ontstond tijdens een bunkeroperatie in het Deurganckdok, ondervinden schepen en terminals nog steeds grote hinder. Het selectieve opvaartverbod is woensdag nog steeds van kracht.

Met schepen, duikploegen en drones zijn verschillende bedrijven al dagen bezig met het opkuisen van de vieze brij die vorige week in het Deurganckdok belandde. Zowel het oppervlaktewater, de boten als de kaaimuren moeten worden gereindigd. Nieuwe schepen die in het dok willen, moeten eerst worden 'ingepakt' om niet met de olie in aanraking te komen.
"We kijken nauwlettend toe dat de vervuiling zich niet verder kan verspreiden", zegt het havenbedrijf. "Samen met de terminals, Brabo en andere logistieke partners bekijken we ad hoc welke schepen kunnen aanmeren." Zeeschepen zouden bij die beoordeling voorrang krijgen op binnenschepen.
Volgens bronnen die het havenmagazine Flows citeert, was het olielek het gevolg van een menselijke fout. De stop aan een zijde van een containerschip zou niet goed zijn afgesloten. Bij het starten van het bunkeren, vloog de stop eraf en werd de olie gewoon door het schip heen geblazen. Op die manier kwamen mogelijk tonnen stookolie in het water terecht.
Wanneer de brij volledig weg is, valt moeilijk in te schatten. Ook het weer kan een invloed hebben.