© EPA-EFE

Tim Merlier eert Wouter Weylandt met zegegebaar na eerste sprintzege in deze Giro: “Dit was m’n zwaarste overwinning tot nog toe”

Het is stilaan zijn handelsmerk, een ‘Merlierke’ doen. De eerste massasprint in een grote ronde is er eentje voor Tim Merlier (31). In Fossano flikte hij het al voor de derde keer in zijn vierde wedstrijd van drie weken. Met Cameron en zoontje Jules op de eerste rij om het mee te maken en met een knipoog naar Wouter Weylandt.

Stijn Joris

Spurters komen in verschillende soorten en types. Je hebt de mannen met de eindjump. Zij die het liefst van ver aan gaan, of de sluwere types die zo lang mogelijk in het wiel blijven zitten, de krachtpatsers die van een rechte lijn houden die oploopt… Tim Merlier is degene die steevast met de eerste rit aan de haal gaat. Als u het ons vraagt, is hij degene die op feestjes de eerste bitterbal pakt. Vroeger in school was hij allicht de eerste om naar buiten te lopen als de bel ging. Over pakweg 60 jaar zit hij elke dag als eerste aan de kaarttafel.

“Ik kan het niet goed uitleggen”, lacht Merlier. “Ik weet ook niet waarom het mij zo vaak lukt in de eerste rit van een ronde. Ik geef alles, hou de focus… Ach, ik ben heel blij met mijn eerste zege hier. Zo heel veel kansen krijg je niet. Als sprinter moet je alles geven als je mee kan doen voor winst. Het is mooi dat ik deze al op zak heb.”

Bron: discovery+

Pogacar niet gezien

Pas in de laatste 500 meter rolde een aanstormend peloton de losgebroken Pogacar op, die bijna nog roet in het eten van de snelle mannen strooide. Alleen had Merlier daar niet zo veel van mee gekregen. “Ik zat een beetje ver op die laatste klim”, gaf hij toe. “Ik was vooral bezig met weer in positie te komen. Toen ik weer zat waar ik moest zitten, waren ze al nagenoeg gegrepen. Ik wist dat er een paar renners voorop reden, maar ik had echt niet kunnen zien wie. We kunnen hem (Pogacar, red.) misschien maar best niet boos maken of hij probeert ons te flikken. (lacht)”

In de sprint zelf moest Merlier tot het uiterste gaan. Waar Milan vrije baan leek te hebben naar winst, kwam het paradepaardje van Soudal Quick-Step plots aan de andere kant opzetten. Hij was zeker van zijn stuk en gooide de armen in de lucht. “Ik zag Milan langs links gaan en ik kwam van rechts. Ik wist dan al dat het eerste of tweede zou zijn en ik ben blij dat ik won, maar het heeft moeite gekost. Dit was misschien wel één van mijn lastigste zeges.”

Dubbele ‘W’

Het gebaar waarmee hij over de meet kwam, was de ‘W’ van Wouter Weylandt. Een déjà-vu naar 2021. Toen deed Merlier exact hetzelfde bij zijn ritwinst in de Giro. 13 jaar na zijn onfortuinlijke val in de Giro die hem het leven kostte, hernieuwde Merlier zo nog eens de herinnering aan Weylandt. “Ik was trots om als jonge renner met Wouter in het Scheldepeloton te rijden. Ik ben hem nog niet vergeten. Zijn val herinner ik me nog alsof het gisteren was. Die sloeg in als een bom. Zijn beste vriend Iljo Keisse is onze ploegleider in deze Giro.”

Dan kwamen er op de gebruikelijke persconferentie van de ritwinnaar enkele vragen uit Italiaanse hoek voor Merlier. Een van de lokale journalisten wilde graag weten of hij iets met Novara had. Bij zijn vorige etappezege lag de meet in dat stadje tussen Milaan en Turijn, deze keer ging de rit er van start. “Ik hou van Italië, misschien moet ik me maar eens een huis zoeken in Novara”, grapte Merlier.

Een volgende Italiaanse vraag leerde hem dat hij in Italië ook wel eens de ‘Tovenaar’ genoemd wordt, allicht omdat Merlier met dezelfde letters als ‘Merlijn’ begint. Merlier antwoordde verbolgen. “Thuis noemen ze me wel eens de Raket van Wortegem, maar de Tovenaar is voor mij ook prima.”

Al 8ste zege

Patrick Lefevere mag deze Merlier dankbaar zijn. Hij heeft al acht streepjes achter zijn naam staan dit jaar en is daarmee verantwoordelijk voor meer dan de helft van de zeges van Soudal Quick-Step. In zijn eentje oogstte hij al meer dan 1.000 UCI-punten. Dat hij een etappe wint met een nijdige helling diep in de finale, bewijst dat hij op zijn 31ste nog groeit als spurter. “Ik denk dat ik opnieuw toon dat ik geen slechter renner ben. Ik doe mijn ding en weet wat ik kan. De dagen waarop ze verwachten dat ik niet kan overleven, wil ik net tonen dat ik dat wel kan.”

Voor Merlier is deze Giro al een succes, maar waar hij steevast de eerste spurtersrit kaapt, wacht er hem straks een nieuwe uitdaging: meer dan een ritzege pakken in een grote ronde en waarom niet de puntentrui? “Dan zal ik toch nog een tweede en een derde rit moeten bijkomen.”

© Getty Images

Aangeboden door onze partners
Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer