Direct naar artikelinhoud
AnalyseInkomsten toprenners

Op de bankrekening sprint Van Aert zijn rivaal Van der Poel wel uit het wiel

Wout van Aert (Visma-Lease a Bike) zou tot de top vijf van grootverdieners in het peloton behoren.Beeld BELGA

Eindelijk een tweestrijd waarin Wout van Aert nog eens Mathieu van der Poel kan kloppen. In 2023 verdiende de Vlaamse wielerchouchou meer dan zijn Nederlandse rivaal. Zo blijkt uit de nieuwe jaarrekening. Nooit eerder fietste Van Aert zo’n nettowinst bijeen en betaalde hij zoveel belastingen.

Het regent opkikkers voor Wout van Aert (29) nadat hij zijn voorjaar volledig verpest zag door die rampzalige val in Dwars door Vlaanderen. Niet alleen mag hij intussen weer volop buiten trainen, ook van een blik op zijn financiën zal Van Aert zich snel beter voelen. Want met Nientedeve, de vennootschap waarin hij al zijn inkomsten verzamelt, zette hij in het jaar 2023 een financieel recordresultaat neer. Zoveel mag blijken uit de jaarrekening die hij zopas bij de Nationale Bank indiende. Een waarmee hij zelfs zijn eeuwige Nederlandse rivaal Mathieu van der Poel (29) weet af te troeven.

Nochtans leek ook Van der Poel op financieel vlak onklopbaar. Hij legde zijn jaarrekening enkele weken geleden al neer. Daaruit bleek dat VDP Sports vorig jaar een recordresultaat van 1.364.256 euro netto had neergezet. Ietwat logisch, aangezien Van der Poel in 2023 onder meer Milaan-Sanremo, Parijs-Roubaix en het WK in het Schotse Glasgow won. Van Aert moest zich in datzelfde jaar tevreden stellen met winst in de E3 Saxo Classic en de tweede plek op datzelfde WK in Glasgow.

Maar kijk, tussen 1 januari en 31 december 2023 wist Van Aert liefst 1.584.248 euro netto bijeen te fietsen, bijna 220.000 euro meer dan Van der Poel. Finishfoto overbodig, heet dat in wielertermen. Daarmee beleefde Van Aert het voorlopig riantste jaar uit zijn carrière en komt hij voor het eerst boven het symbolische miljoen uit. In 2022 vergaarde hij nog 908.587 euro nettowinst. Groter kan ook het contrast met zijn beginjaren als prof niet zijn. In zijn allereerste boekjaar 2015, toen hij voor de ploeg Vastgoedservice-Golden Palace bijna uitsluitend in de cyclocross uitkwam, liet zijn vennootschap ‘slechts’ 87.828 euro winst optekenen.

Pas vanaf zijn steile opmars op de weg ging het ook met zijn verdiensten crescendo. Vooral 2021, met onder meer drie gewonnen ritten in de Tour de France waaronder een over de mythische Mont Ventoux, bleek een financieel scharnierjaar. Waar zijn jaarinkomsten voordien telkens tussen de 130.000 à 200.000 euro netto schommelden, spurtten die in 2021 ineens naar 637.064 euro netto. Sinds de oprichting van zijn vennootschap kon hij in totaal al 4.045.005 euro aan netto-inkomsten vergaren.

Om zichzelf te belonen voor al dat leiden en lijden op de fiets trakteerde van Aert zich afgelopen jaar op een recorddividend van 896.108 euro. Ook de voorbije jaren deed hij dat geregeld: in totaal keerde van Aert al 2.446.382 euro aan zichzelf en zijn vrouw Sarah De Bie uit. Zij zetelt sinds het prille begin als medebestuurder in de vennootschap, waarop momenteel 1.617.187 euro aan eigen vermogen prijkt.

Privésponsor Red Bull

De belangrijkste locomotief van al die winstgevende cijfers is natuurlijk Van Aerts hoofdinkomen bij Visma-Lease a Bike. Ondanks zijn gedwongen forfait van de voorbije weken is hij als kopman van de Nederlandse wielerploeg een van de grootverdieners in het peloton.

Liet Van Aerts manager vorig jaar het achterste van zijn tong niet zien – “Wout zit in de top vijf qua sportieve prestaties in het peloton en zo wordt hij ook verloond” – dan noemde La Gazzetta dello Sport bij aanvang van het huidige seizoen wel cijfers. Volgens de Italiaanse sportkrant strijkt Van Aert jaarlijks een brutoloon van 3,5 miljoen euro op. Al wordt dat bedrag binnen het wielermilieu nog altijd tegengesproken, daarmee zou hij op de vijfde plaats kamperen, na Tadej Pogacar (6 miljoen), Primoz Roglic (4,5 miljoen), Jonas Vingegaard (4 miljoen) en, jawel, Mathieu van der Poel (4 miljoen, sinds begin dit seizoen).

Mathieu van der Poel verlengde onlangs zijn contract bij Alpecin-Deceuninck tot 2028.Beeld Photo News

Daarnaast heeft van Aert al enkele jaren trouwe privésponsors in de vorm van onder meer verzekeraar Ethias en energiedrankproducent Red Bull. Voor die laatste rijdt hij sinds 2018 in de vertrouwde helm in zilverblauwe merkkleuren rond. De contractcijfers daarrond blijven tot op vandaag een goed bewaard geheim.

Omgekeerd zet Van Aert zijn zuurverdiende centen (deels) aan het werk. Nadat hij zich in 2022 met een minderheidsparticipatie had ingekocht bij het Antwerpse vastgoedbedrijf Heylen werd hij eind vorig jaar aandeelhouder van het West-Vlaamse bedrijf Mon Dada, dat luxekaarsen in betonnen potten vervaardigt (en waarin ook ondernemer Bruno Descamps van Lamett en Van Aerts manager Jef Van den Bosch investeerden).

Tot slot zal Vadertje Staat ongetwijfeld een vurig supporter van Van Aert zijn. Met zulke recordresultaten in 2023 mocht de overheid een recordbedrag aan belastingen van de renner ontvangen: 628.301 euro. In 2022 was dat al 427.998 euro. Sinds het begin van zijn profcarrière in 2015 droeg Van Aert alles samen 1.657.741 euro aan belastingen af. Want het mag ook gezegd dat Van Aert, in tegenstelling tot heel wat andere toprenners, de voorbije jaren niet is ingegaan op de lokroep van belastingparadijzen als Monaco maar zijn Kempense kleigrond trouw is gebleven.