Direct naar artikelinhoud

Centraal Planbureau: Het is beter om vluchtelingen te huisvesten waar werk is

Ttijdelijke noodopvang van het COA in NijmegenBeeld ANP

De kans op een baan voor vluchtelingen stijgt als meer rekening wordt gehouden met hun situatie.

Vluchtelingen moeten slimmer over het land worden verdeeld. Als hun persoonlijke achtergrond wordt meegewogen bij het bepalen van de woonplaats, vergroot dat hun kans op werk.

Het Centraal Planbureau (CPB) stelt dit vast in een rapport dat vandaag verschijnt. Volgens het economisch bureau vergroot een andere verdeling de kans op een baan flink. En in het algemeen leidt het hebben van een baan tot betere integratie.

Tot nu toe bieden gemeenten voornamelijk op basis van het aantal inwoners huisvesting aan vluchtelingen

Tot nu toe bieden gemeenten voornamelijk op basis van het aantal inwoners huisvesting aan vluchtelingen. Hoe groter de plaats, hoe meer nieuwkomers. Zo worden vluchtelingen zo eerlijk mogelijk verdeeld over het land, is het idee.

Baankans

Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (Coa) betrekt sinds 2016 ook al de kans op een baan bij de huisvesting. Er is een gesprek met vluchtelingen om te inventariseren waar iemand met het oog op werk het beste naar toe kan verhuizen.

Het CPB bepleit in het rapport dat grondiger te doen. Onderzoeker Wouter Vermeulen: “Het gebeurt nu vrij globaal. Als je ervaringen die in het verleden zijn opgedaan met andere vluchtelingen combineert met individuele kenmerken van nog uit te plaatsen migranten, zullen de mogelijkheden enorm toenemen.”

Het CPB onderzocht hoe het is gelopen met de groep asielzoekers die na een erkenning als statushouder tussen 1995 en 1999 door het Coa werden ondergebracht in het land. Tien jaar later blijken er grote verschillen te zijn. De kans op werk is voor deze groep het grootst in de Utrechtse regio en opvallend laag in Zuid–Limburg.

Toch zijn er ook grote verschillen tussen groepen vluchtelingen. De omgeving Rijnmond en Amsterdam bleken gunstig voor mensen afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie en Joegoslavië, maar ongunstig voor anderen. Terwijl die overige groepen migranten weer beter aan de slag kwamen in Flevoland of West-Brabant. Vermeulen constateert daarom dat het goed is om preciezer te kijken naar de gegevens van een vluchteling. Door het combineren van individuele kenmerken (geslacht, opleiding, culturele achtergrond, netwerk) en ervaringen uit het verleden, wordt duidelijk waar iemand de beste kansen heeft.

Data

In het wetenschappelijk tijdschrift Science is eerder dit jaar onderzoek gepubliceerd naar de plaatsing van vluchtelingen in de Verenigde Staten en Zwitserland. Dat gaat over het bevorderen van integratie door gebruik te maken van veel data. Vermeulen: “De resultaten zijn indrukwekkend. We hebben hun methoden toegepast op de data van migranten in Nederland. De kans op werk tien jaar na vertrek uit een asielzoekerscentrum stijgt van 49 naar 59 procent.”

Het rapport van het CPB is een advies aan het kabinet en gemeenten om te bepalen hoe zij vluchtelingen het beste aan werk kunnen helpen. Voor minister Wouter Koolmees van sociale zaken en werkgelegenheid is werk een belangrijk punt. Het regeerakkoord bepleit al aan te sluiten bij individuele kenmerken: “De overheid houdt bij de plaatsing van kansrijke asielzoekers rekening met hun werkkwalificaties en het lokale baanaanbod. Het aantal verhuisbewegingen wordt door deze opzet beperkt.”

Van de groep nieuwkomers die in 2015 uit Syrië arriveerde, was na anderhalf jaar 10 procent actief op de arbeidsmarkt, zo bleek in april

Van de groep nieuwkomers die in 2015 uit Syrië arriveerde, was na anderhalf jaar 10 procent actief op de arbeidsmarkt, zo bleek in april. Uit de ervaringen in de jaren negentig komt naar voren dat dit percentage nog zal groeien, maar om toekomstige vluchtelingen sneller aan werk te helpen ‘kan het gebruik van data behulpzaam zijn’, stelt Vermeulen.

Het CPB waarschuwt ook voor nadelen. Als wordt afgeweken van de verdeling op basis van het aantal inwoners, kunnen veel asielmigranten bij elkaar komen te wonen, wat kan leiden tot segregatie. Tegelijkertijd ligt afwijken van het afgesproken aantal soms gevoelig bij de lokale bevolking, wat ten koste kan gaan van het draagvlak voor het opnemen van nieuwkomers.

Lees ook: Vluchtelingen komen nauwelijks aan het werk in Nederland

De grote stroom vluchtelingen die vanaf 2014 naar Nederland kwam, komt maar mondjesmaat aan werk. Anderhalf jaar na aankomst had vier procent van de asielzoekers een baan, een jaar later was dit elf procent, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

En: 'Zet een vluchteling niet op de kaasafdeling van de AH, als hij ook kan studeren'

Gemeenten moeten nú zorgen dat vluchtelingen aan het werk komen, anders zitten die over tien jaar massaal in de bijstand