Direct naar artikelinhoud

Spoorlopers veroorzaken meer treinhinder

Cameratoezicht bij een spoorwegovergang in Santpoort (ANP)Beeld ANP XTRA

Spoorlopers zorgden de afgelopen vijf jaar voor meer treinhinder. Tussen 2013 en 2017 groeide het aantal treinen dat vertraagd was door spoorlopers met 40 procent van 13.000 naar ruim 18.000 treinen, blijkt uit cijfers van ProRail.

Dat spoorlopers de afgelopen jaren meer treinhinder hebben veroorzaakt, is ook terug te zien in het aantal storingen dat ze veroorzaken. ProRail zag het aantal ‘treinstoringen door derden’ de afgelopen vijf jaar toenemen met 22 procent. Binnen deze categorie vallen ook aanrijdingen met dieren, aanrijdingen met het wegverkeer en suïcides, maar de toename wordt vooral veroorzaakt door spoorlopers. Mensen kunnen uiteenlopende redenen hebben om langs het spoor te lopen: ze wandelen bijvoorbeeld met hun hond, rennen eroverheen om op tijd te komen of ze zijn van plan een muur te bespuiten met graffiti.

Vervoerders, zoals de NS, zijn verantwoordelijk voor 43 procent van de vertragingen

Spoorlopers leiden tot relatief veel hinder: van de 823 grote treinstoringen in 2017 werden er 342 (43 procent) veroorzaakt door derden, waaronder dus spoorlopers. Zodra een machinist een spoorloper ziet, moet hij fors afremmen en ook het verkeer achter hem moet een lagere snelheid aanhouden, totdat de situatie weer veilig is.

Viaducten

Het probleem is dat het terugbrengen van het aantal spoorlopers grote investeringen vereist. Denk aan het opheffen van overgangen met behulp van viaducten, bruggen of onderdoorgangen. ProRail doet al veel om spoorlopen tegen te gaan. Zo schermt ProRail het spoor af met afscheidingen zoals hekken, geluidsschermen of bomen. Ook wordt er gesurveilleerd en zijn er camera’s. Dat een goed afgeschermd spoor zonder overwegen het minst aantrekkelijk is voor spoorlopers, blijkt wel bij de hogesnelheidslijn, waar zelden spoorlopers worden aangetroffen.

Overigens is het aantal technische storingen, waaronder wisselstoringen, tussen 2013 en 2017 juist teruggelopen met 21 procent. Dat het aantal technische storingen is afgenomen, komt volgens ProRail omdat er vaker preventief wordt ingegrepen, zegt een woordvoerder. Dit doet de spoorbeheerder aan de hand van data over bijvoorbeeld de levensduur van wissels, zegt de woordvoerder van ProRail. “Met die data kunnen we voorspellen, wanneer een wissel onderhoud nodig heeft of wanneer hij moet worden vervangen.” De techniek zorgde in 2017 voor 227 grote storingen (27 procent).

In 2017 reed 90,5 procent van alle treinen op tijd, oftewel binnen drie minuten. Wel waren ruim 400.000 vertragingen, waarbij een vertraagde trein leidde tot meerdere gemeten vertragingen, doordat deze verschillende meetpunten passeerde. Vervoerders, zoals de NS, zijn verantwoordelijk voor 43 procent van deze vertragingen. Deze vervoerdersvertragingen hebben een grote impact: de helft van de totale vertragingstijd komt voor rekening van de vervoerders.  

Meestal gaat het bij de vervoerders niet om grote storingen, want van de 823 ernstige storingen in 2017 werden er 177 (22 procent) veroorzaakt door treinvervoerders, waaronder de NS.

Lees ook: Suïcide op het spoor - het went nooit

Ruim tweehonderd keer per jaar maken mensen een einde aan hun leven door voor de trein te springen. Wat doet spoorbeheerder ProRail om suïcides te voorkomen? En hoe gaan medewerkers van ProRail om met de heftige situaties die zij tegenkomen? Een reportage.