Stijgende zeespiegel vraagt actie bij riviermondingen
Utrecht
De strijd tegen het water is voor Nederland vanzelfsprekend. We bouwen dijken, ingenieuze waterkeringen als de Deltawerken en de Afsluitdijk, pompen water weg en geven rivieren ruimte op momenten dat ze dat nodig hebben. Zo houden we in een dichtbevolkt land droge voeten waar dat nodig is.
‘We hebben veel kennis over hoe rivierpatronen zich ontwikkelen, zo weten we hoe bijvoorbeeld een meanderende rivier kan ontstaan’, vertelt Jasper Leuven van de Faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. ‘En met hulp van computermodellen rekenen we uit waar en hoeveel ruimte je kunt geven aan overtollig rivierwater.’
Echter, het wordt een stuk ingewikkelder te begrijpen hoe het watersysteem werkt op de plek waar de rivier de zee of oceaan in stroomt, weet hij. ‘Daar heb je met zowel de stroming in de rivier als met getijdestromen te maken. Wat het effect van die tegengestelde stromen is op de natuurlijke ontwikkeling van het waterpeil in de rivier, de natuur in de omgeving of bevaarbaarheid van rivieren, weten we eigenlijk niet.’
vorm
Voor Leuven was het reden de riviermondingen nader te bestuderen. Hij ontdekte dat de vorm van de monding – breed, smal, recht of juist onregelmatig – iets vertelt over het patroon van geulen en zandbanken. Vandaag promoveert hij op zijn bevindingen.
‘Deze nieuwe informatie kan over de hele wereld gebruikt worden en is van cruciaal belang om de gevolgen van en weerbaarheid tegen zeespiegelstijging te begrijpen en passende maatregelen te nemen’, vertelt hij.
De onderzoeker illustreert: ‘We baggeren de vaargeul in de Westerschelde steeds dieper uit om al die groter wordende schepen naar bijvoorbeeld de haven in Antwerpen te laten gaan. Intussen denken we minder na over de gevolgen daarvan op lange termijn. Door dat baggeren staat in Antwerpen het hoogwaterpeil nu al hoger dan anders. Bedenk eens wat dat betekent als de zeespiegel verder gaat stijgen.’ De verklaring: ‘Door te baggeren haal je drempels weg uit de geul, die anders van nature ontstaan en een vloedstroom remmen.’
dichtbevolkte gebieden
Ons gerommel in zo’n vaargeul is dus niet zonder gevolgen. En dat kan gevolgen hebben voor dichtbevolkte gebieden. Saillant detail: 21 van de dertig grootste steden ter wereld bevinden zich nabij riviermondingen. Met een voorspelde stijgende zeespiegel als gevolg van de klimaatverandering is het de vraag of blijven baggeren wel zo verstandig is.
Ook de natuur kan hinder ondervinden van ingrijpen door de mens in het watersysteem, zegt Leuven.
vogels
Hij wijst op vogels en plantensoorten die juist gedijen bij af en toe droogvallende zandbanken, in een gebied waar zoet en zout water zich mengen. ‘Het in stand houden van biodiversiteit verdient ook aandacht.’
Leuven benadrukt met zijn bevindingen ‘geen waardeoordeel’ te geven, maar wel ‘objectief’ te willen beschrijven wat er gebeurt als we wel of juist niet ingrijpen in het gebied van de riviermonding. Samen met professor Maarten Kleinhans ontwikkelde Leuven een schaalmodel van een riviermonding om beter te begrijpen wat er gebeurt. ‘Dat was een grote zandbak, twintig meter lang en drie meter breed. Een kraantje leverde het water voor de rivier en door de bak heen en weer te kantelen creëerden we de getijdestroming. Op die manier konden we allerlei situaties simuleren en zagen we hoe een riviermonding uit zichzelf ontstaat.’
De opgedane kennis projecteerde de onderzoeker op wereldwijd verzamelde data – onder meer via luchtfoto’s – van veertig verschillende riviermondingen, ook wel estuaria genoemd. ‘We zagen hoe zandbanken lagen en geulen liepen.’
zeespiegelstijging
'Op dit moment laten we er computermodellen op los om te zien wat de effecten zijn van zeespiegelstijging op langere termijn.' De resultaten worden naar verwachting rond de zomer gepubliceerd in een toonaangevend wetenschappelijk vakblad. Leuven wil daar nog niet te veel op vooruitlopen, maar laat wel weten ‘verbaasd’ te zijn over de eerste resultaten. ‘Er kwamen dingen uit die we niet verwacht hadden.’
Vooral kleine riviermondingen lopen risico op een toename van hoogwaterstanden als ze onvoldoende sediment ontvangen om bank- en geulpatronen aan te passen aan de nieuwe zeespiegel. Bij grotere riviermondingen is de kans groter op ‘zandhonger’ (afkalvende oevers en verdrinkende zandbanken), vooral als het getij afneemt bij de monding.
Leuven zag eind 2018 met eigen ogen in Myanmar wat de kracht van het water kan doen met onbeschermde oevers. ‘Dat kan om kilometers landverlies gaan. Hele dorpen verdwijnen daar in de riviermonding. Een watersysteem kan zichzelf verleggen als je niets doet.’
Volgens Leuven is het zaak goed te reageren nu zijn onderzoek aantoont hoe het systeem werkt. Zo kunnen in Nederland nadelige effecten van de zeespiegelstijging mogelijk deels ongedaan gemaakt worden door riviermondingen op een bepaalde manier te verbreden. Hiervoor zullen dan mogelijk wel dijken verlegd moeten worden. <