Direct naar artikelinhoud
Voetbal

Waarom er zo veel Japanners in de Jupiler Pro League spelen

Ryota Morioka van Charleroi tijdens een wedstrijd tegen Moeskroen is één van de tien Japanse spelers in de Jupiler Pro League.Beeld Photo News

Geen enkele Europese competitie telt zoveel Japanse spelers als de Jupiler Pro League. “België is ideaal om kennis te maken met de Europese manier van voetballen”, klinkt het.

Japanse voetballers overspoelen de Jupiler Pro League. Junya Ito is de laatste, winger van Racing Genk en intussen al de tiende 'samoerai' in ons land. STVV, de club die in handen is van het Japanse DMM, telt er zes. Charleroi, Eupen, Cercle Brugge en Genk hebben er elk één in de rangen.

België lijkt plots het beloofde land. "Daar zijn een aantal redenen voor", vertelt Koki Harada, een Japanse sportjournalist die in London werkt. "Technisch zijn Japanse voetballers beter dan gemiddeld, maar tactisch en fysiek hinken ze achterop. België is de perfecte leerschool. Als niet-EU-speler is het ook makkelijker om in België een contract te krijgen dan bijvoorbeeld in Nederland, waar de minimumlonen hoger liggen."

Een transfer naar Europa is voor Japanse voetballers een eerste stap naar bekendheid in eigen land. "Tomiyasu is het beste voorbeeld", vertelt Toru Nakata, een in Nederland wonende Japanse sportjournalist. "Voor hij naar België verhuisde, kende niemand hem in Japan. Nu is hij een ster en maakt hij deel uit van de Japanse ploeg."

Robert Maes, een Antwerpenaar die al meer dan vijftien jaar in Japan woont en werkt, heeft daar een sportmarketingbedrijf. Hij linkt die bekendheid vooral aan vaderlandsliefde. "Japanners zijn een nationalistisch volk. Tomiyasu is een ster in Japan omdat hij international is geworden. Of hij nu voor Genk, STVV of Anderlecht speelt, maakt ze in Japan echt niets uit."

Maes staaft zijn stelling met een voorbeeld uit het tennis. "Voor Naomi Osaka de Australian Open won, was ze hier een Amerikaanse. Nu ze succesvol is, springt iedereen mee op de kar en wordt ze aanzien als Japanse. Zo redeneren ze hier. Geen enkele Japanner droomt ervan om het te maken bij Anderlecht. Maar ze zien een transfer naar België wel als gateway naar de rest van Europa en een heldenstatus in eigen land."

De eerste drie maanden spelen nieuwe Japanners de pannen van het dak bij hun nieuwe club, zegt Maes. Kubo bij Gent, Morioka bij Waasland-Beveren, Kamada bij STVV. "Nadien volgt altijd een terugval. Japanners hebben weinig zelfvertrouwen en zijn mentaal kwetsbaar. Begeleiding is cruciaal omdat de cultuurschok groot is."

Toch hebben jonge Japanners er veel voor over om de sprong te wagen. "De Japanse toplonen liggen hoger dan in België", zegt Harada. "Maar de meeste spelers zijn wel bereid om in te leveren om door te breken in Europa."

Commercieel interessant

Kiezen Japanners voor België uit puur sportieve overwegingen, dan is het voor Belgische clubs vooral commercieel interessant om hen naar hier te halen. De sociale media boomen bij Racing Genk sinds bekend raakte dat Ito zou komen. Ook in het verleden legde de transfer van Takayuki Suzuki de Limburgers geen windeieren.

"Op een bepaald moment reden er bussen met Japanse toeristen van Brussel naar de fanshop in Genk om een shirtje van Suzuki te kopen", vertelt Stephan Poelmans, commercieel directeur bij Genk. "We hadden ook een deal met een Japans bedrijf dat gadgets van Suzuki met het logo van Genk in Japan op de markt bracht. Via de Japanse voetbalbond probeer ik opnieuw in contact te komen met potentiële investeerders. Dat kan ook gaan om het verkopen van reclame op onze led-boarding rond het veld. Want onze wedstrijden zijn live op de buis in Japan."

Al denkt Maes niet dat reclame op de boarding een goudmijn wordt voor Belgische clubs in Japan. Andersom zou het wel kunnen werken. "Een Belgische club die het aandurft om gedurende een aantal seizoenen met Japanners te spelen heeft na vijf jaar het grootste budget. Dan staan de grote Japanse bedrijven in de rij om te investeren."