© BERT DE DEKEN

Para’s evacueren landgenoten uit Sport- en Handelsschool

Ze zijn te laat, de militairen die de ambassade moeten beveiligen. Ze hebben eerst een zwaargewonde moeten evacueren nadat ze op een hinderlaag zijn gelopen. Alleen de militairen met een fluohesje waren daarvan vooraf op de hoogte.

Guy Van Nieuwenhuysen

Storm Tide 4 is een oefening, maar voor de para’s die eraan deelnemen, is het bittere ernst. “Al hebben we het scenario vooraf al kunnen lezen op de website van de stad Turnhout”, lacht een van de militairen. Zo veel mogelijk informatie inwinnen is voor hen een permanente opdracht.

Turnhout is een stad in een vreemd land, het stadhuis is de ambassade. Dat is een van de plaatsen waar expats - landgenoten die in het buitenland verblijven - kunnen worden opgevangen. Er zijn nog drie reception centers die de para’s moeten controleren en beveiligen. “Alleen als de gebouwen helemaal veilig zijn, kunnen we er expats opvangen”, legt adjudant-chef Dirk ­Biemans uit.

De ‘rekkies’ rijden de Grote Markt op. Rekkies zijn verkenners, maar eigenlijk net iets meer. Daarom mag je een rekkie geen verkenner noemen, leert de adjudant-chef ons. De naam rekkie is afgeleid van reconnaissance. De rekkies zijn maandagochtend gedropt op de luchthaven van Weelde en hebben wat voertuigen geconfisqueerd om tot in Turnhout te geraken. Geconfisqueerd? “We vragen dat wel vriendelijk”, lacht Dirk Biemans. “Vaak stellen expats ons al voertuigen ter beschikking.” De adjudant-chef kan het weten, want hij maakte zo’n evacuatie al enkele keren in het echt mee.

Streekpara

K. is een para uit de streek. “Als ze mij niet hadden meegenomen, waren ze hier los voorbijgereden”, lacht hij. Wegomleidingen, verkeersopstoppingen, het hoort allemaal bij de opleiding. Ook in het buitenland kunnen de para’s zich in het verkeer vastrijden. Daarom is het zo belangrijk dat de militairen zo’n evacuatie in een echt stadsdecor kunnen oefenen.

Laurent Verheyen slaat een babbel met een van de para’s. “Dat zouden we in een echte situatie niet toestaan”, wijst Dirk ­Biemans. “Voor je het weet, zit hij in de auto. Daarin liggen wel wapens, hé. In Afrika trekken we een cirkel in het zand rond de auto. De bewoners respecteren dat en komen niet in de cirkel. Maar deze meneer volgt ons al sinds vanochtend.” Biemans lacht: “We krijgen hem niet weg.”

Laurent Verheyen gaat wel vaker naar legeroefeningen kijken. “Ik heb in het leger gediend. Ik had een speciale dienst. In de keuken. Ik mocht met bouletten schieten.”

Ingeborg Hain woont op het ­Zegeplein en komt ook een kijkje nemen. Ze achterhaalt dat het wapen van de soldaat vijf kilo weegt. “Ik haat oorlog, maar het fascineert me wel. Mijn kast staat vol boeken over oorlogen. Daar kan ik ook niets aan doen.”

Verstekelingen

In de Sport- en Handelsschool op de Parklaan houdt kolonel ­Patrick Pannier een oog in het zeil. Hij draagt een fluohesje, dus is hij een van de scenariomakers. “De compagnie moet hier het gebouw beveiligen. Straks komen drie expats, maar er duiken ook rebellen op”, zegt hij. In de school blijken nog enkele verstekelingen te zitten. Michel en René maken normaal gezien filmpjes voor de schoolwebsite en mogen nu deelnemen aan de oefening. “We worden naar Weelde en nadien naar Melsbroek gevoerd”, weten ze al.

Kolonel Pannier ziet dat zijn jongens de jongens van de Sport- en Handelsschool grondig fouilleren, en niet vergeten ook de bagage te controleren. “Je wilt niet meemaken dat ze explosieven meenemen op zo’n C130.”

Buiten de school ontstaat kabaal. Enkele rebellen, die allemaal een blauwe overall dragen, proberen een gezin te verhinderen om naar binnen te gaan. De para’s grijpen in. De rebellen willen imponeren en lossen wat salvo’s in de lucht. “Ze hadden wat sneller mogen ingrijpen, maar ze hebben het correct gedaan”, ziet kolonel Pannier. “Onze manschappen mogen niet agressiever handelen dan hun tegenstanders. Ze hadden zo’n rebel kunnen doodschieten, maar dan zou de toestand escaleren.”

Escaleren doet het toch, want dat staat in het scenario. Op het ogenblik dat u dit leest, wordt de ambassade ontruimd en brengen de para’s de expats naar veiliger oorden. Zonder een schot te lossen, want dit is een ‘non-combatactie’, heeft Dirk Biemans ons geleerd. “We dragen ook de rode baret. Showing the flag. Dat is heel belangrijk. Alleen wanneer de druk erg groot wordt, zetten we onze helmen op.”