© BFM

Agent schiet op Yannick H.: “Mijn cliënt moet leven met een kogel in zijn hoofd”

Yannick H. uit Borsbeek riskeert vijf jaar cel voor drugshandel en poging tot doodslag op een agent. Bij de feiten, in 2015, werd H. zelf in het hoofd geschoten. “De kogel zal er voor altijd blijven zitten”, zegt zijn advocaat.

sam reyntjens

De recherche van de politie­zone Zara (Zandhoven, Ranst) stelde zich op vrijdag 25 september 2015 met enkele anonieme wagens op in de buurt van de bushalte aan café Den Tablo in de Doggenhoutstraat in Ranst. Ze hadden informatie dat er drugs verkocht zouden worden. De speurders zagen hoe Yannick H. (30) uit Borsbeek zijn auto parkeerde en hoe even later een klant van het café bij hem instapte.

“De inspecteurs wilden de auto en de inzittenden controleren”, vertelde de aanklager gisteren. “De beklaagde gaf gas en reed in op de politie.” Een van de inspecteurs loste een schot, de kogel belandde in het hoofd van beklaagde Yannick H. De inspecteur werd buiten vervolging gesteld. Er werd geoordeeld dat hij uit wettige zelfverdediging handelde.

“Schrikschot”

Yannick H. wordt nu, ruim twee jaar na de feiten, vervolgd voor poging tot doodslag en voor drugshandel. Dat laatste betwist hij niet. Zijn advocaat vroeg voor de poging tot doodslag echter de vrijspraak.

“Mijn cliënt had hier net zo goed niet kunnen zitten”, stelde advocaat John Maes. “U kunt het litteken naast zijn neus zien, waar de kogel zijn hoofd binnenging. Die kogel zit nog steeds in zijn hoofd, achteraan in zijn nek.”

Na het schot lag H. negen dagen in coma en hij verklaarde steeds dat hij zich van de bewuste avond niets meer herinnert.

“Toch geloof ik niet dat mijn ­cliënt op de politie wilde inrijden”, pleitte Maes. “Uit het onderzoek blijkt dat de kogel door de zijruit gegaan is voor hij mijn ­cliënt raakte. Dat strookt niet met de verklaring dat Yannick H. frontaal op de politie afreed.”

Volgens Maes was het schot dat de politieman loste dan ook een “schrikschot”. “En ik verwijt hem die reactie niet, door de piepende banden van de auto kan de perceptie gewekt zijn dat mijn cliënt op hem zou inrijden”, sprak de advocaat. “Maar het rijden was vluchten en zeker geen poging om iemand te doden.”

De advocate van het slachtoffer herhaalde dat de wapen­deskundige er wel zeker van was dat de inspecteur vóór en niet náást de auto stond toen hij vuurde.

Vrijspraak

Maes vroeg in zijn pleidooi om zijn cliënt vrij te spreken voor de feiten van poging tot doodslag. Over de drugs legde H. uitvoerige verklaringen af. Advocaat Maes vroeg de rechter om een straf onder de drie jaar uit te spreken, zodat zijn cliënt niet opnieuw naar de gevangenis zou moeten.

“Na zijn negen dagen in coma, vastgeketend aan zijn bed, verbleef hij twee maanden in de ziekenboeg van de gevangenis in Brugge”, ging de advocaat verder. “Daarna werd hij nog twee weken in de Begijnenstraat opgesloten, in mensonwaardige omstandigheden voor iemand die continu zorg nodig heeft.”

Vandaag heeft H. werk. “Het gaat wonder boven wonder goed met hem. Hij is volgens mij al hard genoeg gestraft, de man moet de rest van zijn leven met een kogel in zijn hoofd door”, zei Maes nog.

Uitspraak op 9 januari.