Van Haga worstelt met ‘zaak op afstand’
Den Haag
Het bestaan van Wybren van Haga op het Binnenhof leent zich vooralsnog niet voor een wervingscampagne om meer ondernemers naar het Binnenhof te lokken. De VVD’er prijkte woensdag weer eens op de voorpagina van Het Parool. Dit keer omdat de ex-vastgoedman volgens enkele critici zijn zakelijke belangen onvoldoende op afstand heeft gezet. Een pikant verwijt, omdat de integriteitscommissie van de VVD hem eerder juist had opgedragen om dat wel te doen.
De voorgeschiedenis is bekend: kort na zijn beëdiging als Kamerlid raakt Van Haga in opspraak omdat er in acht van zijn panden in Amsterdam te veel huurders blijken te zitten. Pas na maanden dralen oordeelt de VVD-integriteitscommissie dat Van Haga door kan, maar hij moet wel onomwonden kiezen voor het Kamerlidmaatschap.
Met zijn vastgoedzaken mag hij niets meer van doen hebben. Van Haga, die als 76e Kamerlid de minieme meerderheid van het kabinet-Rutte III in handen heeft, slijt sindsdien zijn dagen als woordvoerder op het gebied van groen onderwijs en oorlogsgetroffenen, ook al ging hij de politiek in om op te komen voor ondernemers.
Volgens critici in Het Parool zijn er aanwijzingen dat hij zich nog steeds met zijn vastgoedonderneming bemoeit. De plaatsvervanger die de VVD’er heeft aangesteld bij zijn bv’s, iemand die eerder de administratie deed bij een van zijn bedrijven, zou veel weg hebben van ‘een marionet’.
‘Hij blijft zo langs de rand van het ravijn lopen’, meent hoogleraar corporate finance Jaap Koelewijn in een nadere toelichting. ‘Van Haga had zijn belangen écht op afstand kunnen zetten door drie onafhankelijke mensen te kiezen om de zaak te runnen. Nu blijft het in de sfeer van vriendjes en vriendinnetjes.’
Van Haga reageert vol onbegrip op de kritiek. Hij heeft zich al laten uitschrijven als bestuurder en zal naar eigen zeggen nog deze maand zijn aandelen onderbrengen in een Stichting Administratiekantoor met een buitenstaander als bestuurder. Dat laatste proces heeft volgens de VVD’er wat tijd gekost, omdat hij zijn bv’s moest stroomlijnen. Van Haga: ‘Ik ga verder in het op afstand zetten van mijn bedrijfsvoering dan wettelijk is vereist. Normaal gesproken wordt dit alleen van ministers en bewindspersonen gevraagd.’
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff is tevreden over de stappen die Van Haga heeft gezet. ‘Ik zie eerlijk gezegd niet wat nu nog het probleem is’, laat hij per sms weten.
landbouwfirma’s
De constructie die Van Haga kiest om zich los te maken van zijn zakelijke beslommeringen, is niet nieuw op het Binnenhof. Zo bracht oud-minister Cees Veerman van Landbouw in het verleden ook de aandelen in zijn landbouwfirma’s in Frankrijk en Nederland onder bij een Stichting Administratiekantoor. Zijn zoons dienden als bestuurders. Een garantie voor rust was het niet, want ook toen was er kritiek op het gebrek aan afstand, zeker toen bleek dat de CDA-minister door ‘een administratieve fout’ op papier nog directeur was van zijn boerderij in Frankrijk.
‘Ik stond op de voorpagina, heel mijn hebben en houden lag op straat, al mijn vennootschappen’, verklaarde de CDA’er later verbitterd in de Volkskrant. ‘Alsof ik een topcrimineel was, Cees V., en die stond nog een beetje als minister geld op te strijken ook. Toen heb ik serieus overwogen ermee op te houden.’
Een ander bekend voorbeeld is Ruud Lubbers. Ook hij had zijn aandelen in familiebedrijf Hollandia op afstand gezet via een stichting. Toch raakte de CDA’er meerdere keren in de problemen. Als minister van Economische Zaken was hij bijvoorbeeld betrokken bij het verlenen van staatssteun voor een overname door Hollandia om werkgelegenheid veilig te stellen. Het was de VVD die toen tevergeefs aandrong op zijn vertrek. Eenmaal premier lag Lubbers weer onder vuur omdat hij er bij oliestaat Koeweit op had aangedrongen om een openstaande rekening van Hollandia af te lossen.
In een recenter verleden kwam VVD-coryfee Annemarie Jorritsma als minister in zwaar weer door haar financieel belang in het bouwbedrijf van haar schoonfamilie. Ook zij schakelde een stichting in om haar aandelen op afstand te zetten, maar een van de bestuursleden daar was haar dochter. Uiteindelijk moest de Rekenkamer een onderzoek doen om te kijken of de constructie door de beugel kon. De conclusie was dat Jorritsma niets te verwijten viel.
CDA-minister Jan Kees de Jager van Financiën ging later gebukt onder zijn verleden als oprichter van een softwarebedrijf. Bij zijn entree op het Binnenhof klaagden voormalige werknemers over het personeelsbeleid. De Jager zou sociale wetgeving hebben overtreden. Een commissie deed onderzoek en oordeelde dat de CDA’er gewoon door kon als politicus.
Hoogleraar Jaap Koelewijn meent dat ondernemers in de politiek aan hoge eisen moeten voldoen. ‘Een ondernemer is al snel verdacht, dat probleem zie ik wel. De Tweede Kamer put vooral uit een reservoir van ambtenaren, onderwijzers en vakbondsmensen. Er moet plaats blijven voor ondernemers in de politiek, maar daarom is het des te belangrijker dat er een aantoonbaar schot staat tussen de eigenbelangen en de publieke zaak.’ <