Eindelijk meer dan alleen het ‘stockske’

Het heeft vier eeuwen geduurd voordat Nederland zijn grootste staatsman, Johan van Oldenbarnevelt, in de armen heeft gesloten, concludeert Martin Sommer. In Den Haag loopt hij langs de belangrijkste plekken uit het eind van zijn leven. Op 13 mei 1619 werd de landsadvocaat op het Binnenhof onthoofd.

1

Het Plein

De Oldenbarnevelt-wandeling begint bij Willem van Oranje, op het Plein in Den Haag. Onze Vader des ­Vaderlands heft op dit standbeeld zijn vingertje. Heel Nederlands. In zijn geval was het vermaan dat de gewetens vrij moesten zijn. Oranje is onomstreden de Grootste Nederlander. Maar de grootste staatsman uit onze geschiedenis, ook volgens premier Mark Rutte, heet Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619).

Oldenbarnevelt kende Oranje. Hij was jurist, klom snel op en twee jaar na de dood van Oranje werd hij landsadvocaat van Holland. Ook Oldenbarnevelt hing de gewetensvrijheid in godsdienstzaken aan.

2

Het Mauritshuis

We lopen intussen langs het Mauritshuis langs de Hofvijver, over de Korte Vijverberg. Daar is in het Haags historisch museum een kleine Oldenbarnevelt-tentoonstelling ingericht. Dit jaar herdenken we de vierhonderdste sterfdag van de man die pal voor de deur van de Ridderzaal werd onthoofd. Daar komen we straks op. De Oldenbarnevelt als onderwerp van Rutte-bewondering was de uitvinder van het polderen. Hij moest de gewesten die de Republiek vormden, zien te bewegen belasting te betalen, bijvoorbeeld voor defensie. Hij was samen met Hugo de Groot de grondlegger van de vrijhandel, en ook dat sprak Rutte zeer aan. Hij hoorde bij de oprichters van de VOC, de Shell van toen, en hij was zeer actief als diplomaat. In het museum zien we zijn ‘stockske’ maar liefst in drievoud, beroemd geworden door het gedicht van Vondel. Ook brieven, met zijn zeer leesbare hand­tekening eronder, en zijn bril. Die is gepoetst en nog intact. Vier­honderd jaar geleden is ineens ­tastbaar dichtbij.

3

De Hofvijver

De wandeling voert daarna langs de Hofvijver. Halverwege kijkt zijn standbeeld naar de gebouwen van het Binnenhof. Johan van Oldenbarnevelt, 1547-1619 staat op de sokkel. Verder niets, geen uitleg. Een toerist heeft geen idee dat dit de grondlegger is van Nederland. Uit zijn hoofd steken een paar sprieten tegen de duiven, alsof hij radiografisch het contact met het hogere onderhoudt. Beeldhouwer Ludwig Wenckebach had zich van de opdracht gekweten. SP-Kamerlid Ronald van Raak, ook aanhanger van Oldenbarnevelt maar beslist niet vanwege de VOC, vindt dat dit beeld op het ­Binnenhof thuishoort. Het verhaal wil dat de Oranjes nog altijd ongemakkelijk zijn met de figuur ­Oldenbarnevelt. Prins Maurits was immers verantwoordelijk voor zijn arrestatie, proces en uiteindelijk zijn dood. Om die reden zou het ­koningshuis Oldenbarnevelt ook in standbeeldvorm nog altijd liever niet met de Gouden Koets willen tegen­komen, en moest hij buiten het Binnenhof blijven. Dat is een broodje-aapverhaal, zegt CDA-senator Ben Knapen die een biografie van Oldenbarnevelt schreef. Het was immers ­koningin Wilhelmina die al had bijgedragen aan de kosten van een standbeeld in zijn geboorteplaats Amersfoort.

4

De Kneuterdijk

We lopen verder om de hoek rechtsaf naar de Kneuterdijk. Daar bewoonde Oldenbarnevelt een huis dat nu onderdeel is van de Raad van State. De frisse rode kleur spring er nog altijd uit. De landsadvocaat was van betrekkelijk eenvoudige komaf, tooide zich met adellijke titels en liet het breed hangen. Je kunt de Italiaanse stijl goed aan het huis afzien, ook al ontbreekt de bovenkant van de gevel. Ook verdwenen zijn de twee beelden ‘prudentia’ en ‘justitia’ die in de gevel waren aangebracht. Hiervandaan liep Oldenbarnevelt dagelijks naar het Binnenhof, of liet hij zich met een koets brengen toen hij slechter ter been werd.

5

De Kloosterkerk

Tot het fout ging. Nauwelijks twintig meter rechts van het woonhuis staat de Kloosterkerk, nog altijd in gebruik. De kerk staat er nu vredig bij maar speelde een hoofdrol in de langzame staatsgreep die prins Maurits tegen Oldenbarnevelt pleegde. Met zijn tweeën waren ze jarenlang een succesduo geweest, Maurits als stadhouder en opperbevelhebber, Oldenbarnevelt als bestuurder en plannenmaker. Maar ze waren uit elkaar gegroeid en dat uitte zich in een theologische twist. Oldenbarnevelt vond dat de staat boven de kerk ging en koos om politieke redenen voor een liberale kerk, Maurits liet zich ­demonstratief zien bij de orthohoxen toen die de Kloosterkerk kraakten. Daar ontstond in juli 1617 pal voor de deur van Oldenbarnevelt een volksoploop, die de voorbode was van het einde van de landsadvocaat.

6

Het Binnenhof - Mauritstoren

We lopen nu langs museum de ­Gevangenpoort en de haringkar onder het poortje door het Binnenhof op. Links onder de bogen bevindt zich een kleine deur die naar de Mauritstoren leidt. Daar woonde op dat moment de stadhouder. Op 29 augustus 1618 stapte Oldenbarnevelt daar uit de koets om naar zijn kantoor van de Staten van Holland te gaan. Oldenbarnevelt werd aangesproken op wat nu de Mauritstrap heet, of hij even mee wilde gaan naar de prins. Hij gaf zijn tas aan zijn knecht, Jan Francken, die de laatste maanden van de lands­advocaat heeft opgetekend. Op dat moment werd Oldenbarnevelt gevangen genomen. Maurits heeft hij nooit meer gesproken.

We gaan al een beetje bedrukt die trap op, naar de Eerste Kamer die zetelt in wat toen de Staten van Holland was. De publieke tribune is op dinsdagen openbaar dus als u de bode aardig aankijkt, kunt u daar naar binnen. De schitterende zaal kent u van het Dictee van Philip Freriks. En als u goed kijkt, ziet u aan de linkerkant van de tribune boven uw hoofd een medaillon met het konterfeitsel van Oldenbarnevelt. Op de weg terug naar de trap bevinden zich links in de corridor ramen die uitkijken op het Binnenhof en de Ridderzaal. Het verhaal wil dat tijdens de executie van ­Oldenbarnevelt ongeveer op deze plaats Maurits door de vitrage stond te kijken. Volgens een latere verklaring die aan Oldenbarnevelts knecht Jan Francken is toegeschreven, zou de prins hebben gezegd: ‘Kijk het oude hondsvot beven.’ Maar de knecht was daar niet bij en volgens bevoegde historici heeft hier de anti-Maurits-propaganda zijn werk gedaan.

7

De Hofkapel

Na zijn executie op 13 mei 1619 is het lichaam plus hoofd vliegensvlug weggestopt in de grafkelder van de Hofkapel. De plek mocht vooral geen pelgrimsoord worden van de Oldenbarnevelt-aanhang.

De Hofkapel werd in 1879 gesloopt en er zijn wel nazoekingen gedaan, maar de resten van de landsadvocaat zijn niet gevonden. Ronald van Raak van de SP zet zich al jaren in om een nieuwe zoektocht te beginnen. Sinds kort heeft hij daarbij de machtige steun van Mark Rutte. Zelfs zijn de laatste twee nazaten van Oldenbarnevelt gevonden, die ook bereid zijn dna af te staan. Op het blog van Van Raak, te vinden via The Post Online, is te zien hoe hij door de kelders scharrelt, op zoek naar het gebeente van de staatsman. Binnenkort begint de renovatie van het Binnenhof en dan zal ook de nieuwe zoektocht naar Oldenbarnevelt beginnen.

8

De Ridderzaal

Nu gaat het bedrukt voor de Ridderzaal langs, waar het schavot heeft gestaan. Daarvan na vier eeuwen uiteraard geen spoor. Volgens de gravures was het Binnenhof afgeladen. De bekende laatste woorden van Oldenbarnevelt waren ‘maak het kort’ – waarschijnlijk niet tegen de beul gericht maar tegen Jan Francken die afscheid van zijn leidsman wilde nemen. Na zijn dood spraken de Staten van Holland hun treurnis uit over de dood van ‘een man, groot in zijn activiteit, taakuitoefening, geheugen en sturing, ja, bijzonder in alles’.

U kunt bij de Ridderzaal naar binnen met een rondleiding van Prodemos, waarvoor u zich op Hofweg 1 moet melden. Binnen laten we de grote zaal voor wat hij is. Die kent u van de televisie en de Troonrede. Rechts achterin bevindt zich de Oldenbarnevelt-trap. Niet het originele exemplaar, wel de trap die hij nam op weg naar zijn einde. Boven aan de trap bevindt zich de Rolzaal, waar het doodvonnis werd uitgesproken. Oldenbarnevelt werd veroordeeld wegens hoogverraad, vooral in verband met de ondermijning van de religie en staatsorde. Het landverraad, de andere beschuldiging, werd niet bewezen geacht.

9

Het Torentje - Vale plaquette

Eenmaal weer buiten, gaat de tocht over het Binnenhof in de richting van het Torentje van Mark Rutte. Halverwege de Eerste Kamer is het enige zichtbare spoor van ­Oldenbarnevelt te zien: een vale plaquette aan de gevel waarop staat dat hier de Hofkapel heeft gestaan, en dat daar ook de overblijfselen van Oldenbarnevelt rusten. Dat is mager voor de founding ­father van Nederland.

10

De Wees­kamer

Wij lopen naar buiten en om het gebouw heen, aangezien de Wees­kamer waar Oldenbarnevelt ruim acht maanden heeft vastgezeten niet toegankelijk is. Tegenover het huisje met de geveltekst ’t Gout­smits Keurhuis kijkt u omhoog naar de twee ramen met zuiltje in het midden. Daar zat Oldenbarnevelt gevangen in ‘mijn camer der droeffenisse’, zoals hij schreef in zijn laatste brief. Voor wie wel het voorrecht heeft om binnen te komen, is deze absolute topplek voor de Nederlandse herinnering vooral het bewijs van het vaderlandse onvermogen met de geschiedenis om te gaan. De zaal waar Oldenbarnevelt zo lang vastzat, is al tijden in gebruik als meubelopslag. De muren zijn er slecht aan toe. Biograaf Ben Knapen spant zich in om de ruimte toegankelijk te maken voor publiek. Staatssecretaris Raymond Knops die over het vaderlandse vastgoed waakt, schijnt er wel voor te voelen. Maar onlangs bleek dat er te weinig geld is voor de renovatie van het Binnenhof, en je kunt betrekkelijk veilig voorspellen dat de lift die noodzakelijk is voor publieke toegang, snel zal afvallen. ­Nederland en geschiedenis blijven een moeizame combinatie.

11

De Gevangenpoort

Tot slot lopen we terug naar de ­ingang waar we het Binnenhof ­betraden. Schuin aan de overkant van het Buitenhof is museum de Gevangenpoort, waar de gebroeders De Witt opgesloten zaten voordat ze door het gepeupel werden vermoord. Dat is een ander verhaal, voor nu is van belang dat het beulszwaard waarmee Oldenbarnevelt aan zijn eind kwam in Dresden is teruggevonden. Dat zwaard was eigendom van een oorspronkelijk Duitse beul, Hans Pfraum of Pruijm, die als invaller optrad. Voor het beulswerk was een soort hbo-opleiding noodzakelijk. Ook de zoon van Oldenbarnevelt werd hier na een mislukte aanslag op prins Maurits terechtgesteld.

We bestellen bij de viskraam aan de overkant een haring, voor een laatste overweging. Oldenbarnevelt was eeuwenlang omstreden. Vandaar dat zijn nagedachtenis die we nu bij elkaar gewandeld hebben, tamelijk bescheiden is. ‘De drievuldigheid God-Vaderland-Oranje verdroeg geen eerbetoon voor Oldenbarnevelt’, schrijft Ben Knapen in zijn boek. Met dit vierde ‘eeuwfeest’ van zijn dood heeft ­Nederland zijn grondlegger in de armen gesloten. Oldenbarnevelt is een symbool voor verdraagzaamheid geworden. Dat is dan wel onze verdraagzaamheid, niet die van 1619.

De volledige route