Direct naar artikelinhoud
Eigenwijs design

Sabine Marcelis doet waar ze zin in heeft en dat betekent neon, kleur en giethars

Sabine Marcelis.Beeld Ringo Gomez-Jorge

In tijden van hygge en kamerplanten ontwerpt Sabine Marcelis (31) felgekleurd plastic en neonlampen. Haar esthetiek staat wars op de Pinterest-zeitgeist van vandaag en dat wordt erg gesmaakt.

Er is een journalist geweest die haar ­artikel over mij begon met: ‘Sabine heeft geen groene vingers. Alle planten in haar kantoor zijn dood.’” (lacht) Ergens binnen in een groot en stug industrieel pand met stalen poort aan de weidse Merwe­haven in Rotterdam-West ontmoeten wij Sabine. We praten met haar in wat zij noemt de ‘propere kamer’, een ietwat rommelige ruimte waar Apple-computers op krakkemikkige witte tafels van Ikea staan. En ja, er staan ook enkele kleine kamerplanten, levend en wel.

Dat Sabine niet zoveel heeft met ­kamerplanten komt misschien door wat er in het atelier naast de propere kamer gebeurt: het gieten van polyesterhars. Je weet wel: plastic. Sabine werd in 2014 door de designpers opgepikt voor haar ‘Candy Cubes’: gepolijste kubussen van hars in ­snoepachtige kleuren die licht lijken te geven. Voor de reeksen Voie en Dawn Light die daarop volgden, stak Sabine neonbuizen doorheen de harsen objecten die het plastic zowel langs de binnen- als de buitenkant ­verlichten.

En zo creëert Sabine sobere ­lichtspektakels in heerlijk felle en ­anorganische kleuren. De designwereld en vooral de modewereld snoepen ervan. Ondertussen heeft Studio Sabine Marcelis bijgedragen aan de interieurs van Repossi, Aesop en Isabel Marant en komt de ­ontwerpster net terug uit Milaan waar ze de volledige showroom van Salle Privée heeft ontworpen, het nieuwe merk van de ­oud-eigenaar van Scotch & Soda.

De reeks ‘Candy Cubes’ startte in 2014.Beeld RV

Hoe ben jij verliefd geworden op ­giethars?

Sabine Marcelis: “Al sinds het begin van mijn studie ben ik gefascineerd door transparante materialen. Ik denk dat dit komt omdat ik graag met het licht in de ruimte speel. Giethars biedt in dat opzicht echt veel ­mogelijkheden. Het is een transparante vloeistof die je kunt gieten in allerhande ­vormen en kunt kleuren van volledig ­transparant tot volledig lichtdicht. Ook kan ik het glanzend of mat polijsten, wat ook weer de lichtinval beïnvloedt.”

Giethars is ondertussen echt jouw ­signature-materiaal geworden.

“Dat komt omdat ik erop gefocust heb. Ik ben in wezen geen objectontwerper, maar meer een ontwerper die graag ­materialen ontwerpt. Vandaar dat mijn objecten uit eenvoudige, geometrische ­vormen bestaan. De functie van de vorm dient om het effect van het materiaal te tonen. Een weelderige vorm zou de focus ­verleggen. Simple shapes and interesting materials, zo denk ik erover.

“Die focus op het materiaal komt volgens mij van mijn vader. Hij was ingenieur en haast iedere dag legde hij me uit hoe de ­dingen in elkaar steken. Zo is er bij mij van kleins af aan een grote ­interesse gegroeid in het maakproces van producten. Mijn favoriete programma is nog steeds How It’s Made. Hoe loopt een ­tandenborstel door de productielijn? Dat soort zaken vind ik leuk om te weten.” (lacht)

Je bent eigenlijk een echte techneut?

“Ik push graag het productieproces tot de limiet en wil steeds het moeilijkste doen. Zo heb ik laatst met een bedrijf samengewerkt dat lavasteen bewerkt. Zij produceren relatief kleine objecten. Ik vroeg meteen of we geen objecten konden bakken zo groot als de oven zelf. Op de meeste van mijn voorstellen ­antwoordt de klant: ‘Dat kan helemaal niet.’ En dan probeer ik het toch te doen.”

De ‘Equals Easy Chair’ uit 2017. Het stoelgedeelte is gemaakt uit metaal, De basis is gegoten hars.Beeld RV

Je klinkt als een snowboarder die steeds naar een grotere berg zoekt. En dat zeg ik omdat ik gelezen heb dat jij ooit een carrière als snowboarder ambieerde.

(lacht) “Weet je, in een competitieve sport moet je ook doorzetten en nimmer opgeven. Ik houd ook van de snelheid van deadlines. Daar krijg ik echt energie van. Ik heb op dit moment zo’n twintig projecten lopen waardoor er gewoonweg niet de tijd is om te ­‘overdesignen’. Van het moment dat het ­ontwerp goed aanvoelt, laat ik het los.

“Ik moet toegeven dat ik best ongeduldig ben. De projecten die ik twee jaar geleden gerealiseerd heb, daar ben ik nu op ­uitgekeken. Ik wil steeds verdergaan naar een nieuw experiment met nieuwe materialen en kleuren. Zo ben ik helemaal klaar met roze.”

Sabine Marcelis: ‘Voie Lights Series #1’.Beeld RV

Je bent misschien klaar met roze, maar je gebruikt wel ongebruikelijke kleuren zoals paars en neon. In feite ben jij de antipode van de huidige designtrend: in ­tijden van keramiek, hout en aardse ­tinten, ­ontwerp jij felgekleurd plastic. Bewust?

“Ik kies mijn kleuren intuïtief. Mijn ergste nachtmerrie zou zijn om de trends te volgen in plaats van ze te zetten. Je moet als ­designer vooroplopen. Ik vind Pinterest-boards en designblogs die allemaal dezelfde trend ­brengen gevaarlijk. Door alle ontwerpers dezelfde input te geven, ga je dezelfde output krijgen. Ik wil daar niet in meegaan en kijk gewoonweg niet naar designblogs. Oké, ik heb één Pinterest-board, een heel oud. Het is een board voor zonnebrillen.” (lacht)

Zonnebrillen?

“Ik vind dat zo’n mooi en leuk object. Binnen het mode­segment is de zonnebril zowat het enige product waar ik vaak geld aan besteed.”

In alle eerlijkheid: hoeveel heb je er?

“Ik heb er zo’n dertig. Dat valt mee, niet? Je koopt toch sowieso ieder jaar een nieuwe?”

Eigenlijk niet. Maar vertel eens: waarom dan zonnebrillen?

“Wat me zo fascineert, is de manier waarop een zonnebril het licht filtert; het optisch manipuleren van de dingen.

'Wat me zo fascineert, is de manier waarop een zonnebril het licht filtert; het optisch manipuleren van de dingen'

“In mijn tijd als snowboarder interesseerde dat me al: hoe ­brillen in verschillende kleuren een bepaald effect veroorzaken, afhankelijk van het type zonlicht. Ik had naast de zonnebrillen ook een hele verzameling van skibrillen.”

Blitse kleuren en transparante ­materialen leiden vaak tot kitsch. Speel je bewust met de grens van wat smaakvol is?

“Ik vind dat je de dingen moest pushen, ja. Als een kleur te gemakkelijk is, dan zit die kleur niet goed voor mij. In dat opzicht ben ik een selfish designer: ik doe wat ik interessant vind en houd geen rekening met de eindgebruiker. Ik wil niet in de huid van de klant kruipen – dat vind ik niet de juiste insteek.”

Jij hebt trouwens vanaf je negende in Nieuw-Zeeland gewoond. Waarom ben je terug naar Nederland ­verhuisd?

“Na twee jaar industrieel design gestudeerd te hebben in Nieuw-Zeeland ben ik op mijn 23ste teruggekeerd om in Eindhoven te ­studeren. Ik wilde meer ­artistieke vrijheid.”

Liefde voor neon: ‘Voie Light’ in Palau de Casavells in Girona.Beeld RV

En nu woon je in Rotter­dam, een ­eclectische stad die naar mijn mening wel bij je past.

“Sinds 2012. Ik had daarvoor hier al in een kraakpand verbleven, tijdens een stage. Rotterdam lééft gewoon en is lekker rauw. En er is ruimte. Ik heb net samen met mijn vriend een etage van een fabriek gekocht die we zullen omtoveren tot woning.”

Vandaar die kofferbak vol glasdallen die ik op jouw Instagram-account zag?

“Met die glazen brikken zullen wij een grote buitenmuur ­bouwen.”

Hout komt niet jouw kot in?

“Toch wel. De bergruimte zal volledig uit hout bestaan.” (lacht)

Sabine Marcelis (31)

Woonde tot haar 23ste in Nieuw-Zeeland / neon, gradiënten en felle kleuren zijn haar kenmerken / veroverde in 2014 de designwereld met objecten uit giethars en heeft sindsdien samengewerkt met Repossi, Isabel Marant en onlangs Salle Privée / laakt de online designtrends