Direct naar artikelinhoud
onderwijs

Is er een probleem met tucht op school? “Als leraar moet je je continu verantwoorden. Voor alles wat je doet”

Patrick De Clercq, directeur van het Koninklijk Atheneum in Etterbeek.Beeld tim dirven

‘Maak van bij het begin duidelijke afspraken’, raadt pedagoog Pedro De Bruyckere leraren aan. Dat is goed voor de leerlingen én voor de leerkracht. Heeft Stijn Meuris dan toch een punt als hij stelt dat er een probleem is met tucht op school?

en

“Een klas stil krijgen? Dertig jaar geleden was dat kinderspel. Even dreigen met de komst van de prefect en je kon een speld horen vallen. Als ik dat nu probeer, word ik uitgelachen.” Aan het woord is Rita Heyrman. Jarenlang leerkracht aardrijkskunde en nu aan de slag bij de lerarenopleiding van de Artesis Plantijn Hogeschool in Antwerpen. Dat het tegenwoordig anders is om voor de klas staan, vertelt ze. Ingewikkelder vooral. “Gezag dwing je niet meer zomaar af. Je moet het verdienen.”

Hoe dat komt? Simpel, zegt Patrick De Clercq. “We willen onze kinderen opvoeden tot mondige, assertieve en kritische jonge mensen. Dat lukt niet wanneer je voor de klas gaat staan met de boodschap: ‘Zit stil, luister en doe vooral wat ik zeg.’” De Clercq was in een vorig leven leerkracht geschiedenis, maar staat ondertussen al vijftien jaar aan het hoofd van het Koninklijk Atheneum van Etterbeek. Dat er tegenwoordig met een andere blik naar opvoeden en de relatie tussen leraars en leerlingen wordt gekeken juicht hij toe. Al beseft hij ook dat het zijn lerarenkorps stress bezorgt. “Als leraar moet je je continu verantwoorden. Voor alles wat je doet.”

Militaristische structuur

Daarom ook dat klasmanagement – zoals het tegenwoordig heet – een belangrijk deel uitmaakt van de lerarenopleiding. Volgens pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool en Universiteit Leiden) is het zelfs een van de grootste uitdagingen voor beginnende leerkrachten. “Leerlingen bij de les houden, hen afspraken laten nakomen, dat blijkt allemaal niet zo vanzelfsprekend te zijn.” 

Helaas is het ook een vaardigheid die je moeilijk uit cursussen kan leren, getuigt Lisa Verhelst. Zij werkt ondertussen vier jaar voor COOVI in Anderlecht, waar ze algemene vakken doceert aan leerlingen uit het beroepsonderwijs. “Zelfs stagelessen bereiden je amper voor op de dag waarop je helemaal alleen voor zo’n klas gaat staan”, vindt ze. Zelf herinnert ze zich haar eerste dag als lerares maar al te goed. “Ik moest op die eerste september drie uur lang lesgeven aan een klas van 27 vijfdejaars. Met een stapel goed voorbereide interactieve kennismakingsactiviteiten wou ik daar een succes van maken. Maar die gasten, allemaal een stuk groter dan ik, hadden daar gewoon geen zin in. En dat zegden ze ook met zo veel woorden. Dat was best confronterend.”

Lisa Verhelst.Beeld tim dirven

Toch zijn er een aantal basisbeginselen waaraan je je maar beter houdt.  “Van bij het begin duidelijke afspraken maken, bijvoorbeeld”, zegt De Bruyckere. “En je daar dan ook aan houden.” In het Engels wordt nog vaak de uitdrukking ‘Don’t smile until Christmas’ gebruikt, wat concreet betekent dat je maar beter van bij het begin voldoende streng bent. Na een paar weken of maanden kan je nog altijd de teugels vieren. De omgekeerde beweging is veel moeilijker. Maar dat vindt De Bruyckere zelf te ver gaan. “Je hoeft echt niet maandenlang de bullebak uit te hangen. Duidelijke afspraken maken kan ook op een vriendelijke manier.” 

Die duidelijkheid is ook in het voordeel van de leerkrachten. “Het was echt schrikken toen ik hier voor het eerst aankwam”, vertelt Verhelst. “Leerlingen mogen ons enkel aanspreken met ‘mevrouw’ en ‘meneer’, moeten meteen na het belsignaal in de rij gaan staan en zitten mag pas nadat de leraar daar toestemming voor geeft. Ik vond dat heel streng. Bijna militaristisch zelf. Maar ondertussen heb ik ondervonden dat die duidelijke regels net voor houvast en rust zorgen. Bovendien is de schoolomgeving, voor de doelgroep waar wij mee werken, vaak de enige plaats waar leerlingen een vorm van discipline en respect wordt bijgebracht.” 

‘Zelfs stagelessen bereiden je amper voor op de dag waarop je helemaal alleen voor zo’n klas gaat staan’
Lisa Verhelst, COOVI Anderlecht

Ook Gerrit De Neef, al 35 jaar leraar geschiedenis aan het Atheneum Wispelberg in Gent, heeft zo zijn trucs. “Ik zet mijn banken bijvoorbeeld altijd in een U-vorm. Zo kan ik er middenin lopen. Riskant misschien, want je kan niet altijd iedereen in de gaten houden, maar het laat je wel toe makkelijker contact te maken.” Nog een om het af te leren. Een leerling aanspreken op zijn gedrag doe je beter na de les, niet voor de volledige klasgroep, weet De Clercq. “Op die leeftijd willen ze vooral niet afgaan. Als je hen er uitpikt voor een grote groep riskeer je een heel felle reactie. Vraag maar aan Stijn Meuris.” 

Naamkaartjes wisselen

Dat soort tips mogen dan al een beetje houvast bieden, toch moet iedereen voor zichzelf uitmaken welke aanpak het beste werkt. “Authenticiteit is heel belangrijk”, zegt De Clercq. “Als je van nature niet streng bent, moet je dat ook in de klas niet proberen. Leerlingen prikken er zo doorheen wanneer je een rolletje speelt.” Gebrek aan vakkennis is nog zoiets wat een kritisch leerlingenpubliek meteen doorziet. De Clercq: “Wij hebben heel veel Franstalige leerlingen. En dat heeft zo zijn gevolgen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een leraar Frans hier moet vertrekken omdat hij het niveau van de leerlingen niet aankan.” 

Alles staat of valt met een goede voorbereiding. En dat niet alleen op het vlak van leerstof. Isabel Goffa is wiskundelerares aan het Atheneum Ring in Leuven. En hoewel ze al tien jaar voor de klas staat, durven leerlingen bij het begin van het schooljaar ook bij haar weleens naamkaartjes van plaats verwisselen. “Wat ze niet weten is dat ik op voorhand via ons leerlingenvolgsysteem hun namen al heb geleerd. Eén keer zo’n grapjas met zijn echte naam aanspreken volstaat om de hele klas te laten weten dat ze met mij niet moeten sollen.” 

‘Als je van nature niet streng bent, moet je dat ook in de klas niet proberen. Leerlingen prikken er zo doorheen wanneer je een rolletje speelt’
Patrick De Clercq, schoolhoofd

Is het lesgeven moeilijker geworden? Zeker wel. Daar zijn alle leraars en directeurs die we voor dit verhaal contacteerden het over eens. Leerlingen zijn kritischer, lesvormen moeten interactiever zijn en dan zijn er nog de ouders die er, net als hun kinderen, niet voor terugdeinzen om het lerarenkorps in vraag te stellen. “Maar je krijgt er aan de andere kant ook veel voor terug”, zegt De Clercq. “Urenlang je les staan afdreunen tot verveling van jezelf en je leerlingen of op een interactieve manier met zo’n klas aan de slag gaan: ik moet er toch geen tekeningetje bij maken waar je als leraar het meeste voldoening uit haalt?”