Direct naar artikelinhoud
Column

Ik kijk naar mijn kleinkind en denk aan de gekooide migrantenkinderen in de VS, die immense angst moeten voelen

Hilde Van Mieghem.Beeld Bob Van Mol

Hilde Van Mieghem (°1958), acteur, regisseur en auteur, neemt u mee in haar leefwereld.

Vier hele dagen en drie nachten ga ik logeren bij Gloria, Glorissima, Glokje Klokje, mijn kleindochter. Haar ouders moeten naar Amsterdam om er op het Hollandfestival JR, hun laatste theaterproductie, te spelen. Ik maak een klein logeertasje klaar, het hoogstnodige, en spoed me naar haar toe.

Mijn dochter vuurt, terwijl ze afscheid neemt van Gloria, de ene instructie na de andere op me af. Wat ik vooral niet mag vergeten, waar ik zeker aan moet denken, wat Gloria’s rituelen zijn, dat ze last heeft van nachtmerries maar dat dat normaal is volgens de ‘oei-ik-groei-app’, niks om je zorgen over te maken, meestal jammert ze wat in haar slaap, tutje geven en troostdoekje en dan slaapt ze verder.

Gekus en geknuffel 

Ik installeer onmiddellijk die app en vul de geboortedatum van Gloria in en lees: Uw ukje experimenteert nu met emoties: oefent allerlei gedrag en gezichtsuitdrukkingen, van zielig tot lief en blij. Ze wil alles zelf doen, begint vooruit te denken, kan opeens rare angsten hebben, neem deze altijd serieus, want voor haar zijn die angsten dat ook.

Natuurlijk zijn ze dat, denk ik.

Na veel gekus en geknuffel wervelt mijn dochter samen met haar man de deur uit. Met Gloria op mijn arm zwaaien we hen vanuit het raam na. De rust is weergekeerd.

Moederlijke bezorgdheid 

Gloria troont me mee naar haar speelhoek, zoekt boekjes uit die ik moet voorlezen. Eén boekje geeft bij elk plaatje een stuk muziek uit bekende opera’s of symfonieën. ‘Casta Diva’ uit de opera Norma van Bellini, de Negende van Beethoven, Die Zauberflöte van Mozart. Bij elk muziekje glijdt ze van mijn schoot en danst, ze beweegt haar kleine heupjes heen en weer, pakt haar beer op en laat me zien hoe goed die kan dansen, trekt me recht, ook ik moet dansen.

In de keuken ontdek ik een uitgebreid verslag van alles waaraan ik moet denken, opgedeeld in ochtend, middag en avond. De moederlijke bezorgdheid en de nauwkeurigheid waarmee mijn dochter alles heeft genoteerd, ontroert me.

De moederlijke bezorgdheid en de nauwkeurigheid waarmee mijn dochter alles heeft genoteerd, ontroert me

Gloria en ik gaan samen op stap. Eerst naar galerie De Zwarte Panter waar de tentoonstelling Ex Voto loopt van Jan Vanriet. Aandachtig kijkt het hummeltje naar elk schilderij, ik probeer met dezelfde openheid en verwondering te kijken. Zonder vooropgestelde ideeën. Kijken als een peuter, onbevangen.

Gloria charmeert iedereen die de galerie inkomt, onweerstaanbaar is ze. Ze gooit kusjes naar de schilderijen, zwaait naar mensen die voorbijkomen, hoort op straat het melodietje van een ijscrèmekar en begint weer te dansen. Een bejaarde dame danst even met haar mee. Gloria straalt en de dame krijgt handkusje na handkusje toegeworpen.

Blik op oneindig

Op naar de speeltuin. We klimmen op toestellen, glijden samen van de schuifaf en ze wil urenlang schommelen, haar blik op oneindig. Herinnert ze zich het geschommel in de baarmoeder?

’s Avonds, als ze in haar bedje ligt, plof ik in de zetel en raak er bijna niet meer uit. Gekraakt ben ik van het vele bukken, optillen, weer neerzetten, worstelen met buggy op en af voetpaden, het gesleur met boodschappen de trap op, kind op de heup. Het dansen, springen en achter haar aan rennen. Ik ben bekaf.

Ik kijk lang naar haar en denk aan de kinderen van migranten in Amerika, die in kooien zitten en waar niemand opstaat om te wiegen en troost te bieden

Midden in de nacht word ik wakker van gejammer, spring verwilderd het bed uit, weet in eerste instantie niet waar ik ben, zie dan het kinderbedje. Snel zoek ik het verloren tutje en steek het in haar mond, ze slaapt nog, maar licht. Ik neem haar in mijn armen en wieg haar tot haar ademhaling dieper en rustiger wordt. Heel even slaat ze haar ogen op, kijkt me ernstig aan, herkent me en met een slaperige, hartveroverende glimlach dommelt ze weer in.

Ik kijk lang naar haar en denk aan de kinderen van migranten in Amerika, die in kooien zitten en waar niemand opstaat om te wiegen en troost te bieden. Ik denk aan de immense angst die ze moeten voelen en die hen voor eeuwig zal tekenen.

Mijn hart breekt.

Wat een gruwel, wat een misdaad.