In 2009 gevlucht uit Irak, nu teamleader bij NMBS

© (bdw)

© (bdw)

thumbnail: null
thumbnail: null

Dat er bij NMBS werk wordt gemaakt van diversiteit en er kansen voor het grijpen liggen, bewijst Rekan Noori Ismail (29). In 2009 ontvluchtte hij zijn thuisland Irak, in mei 2013 kon hij als pistoolschilder aan de slag in de Centrale Werkplaats (CW) van Mechelen. Sinds april 2016 vervult de ex-vluchteling er de taak van teamleader.

(wv)

“Op 18 mei 2009 ben ik in Brussel aangekomen”, begint hij zijn verhaal. “Na een verblijf van vier maanden in het asielcentrum kreeg ik mijn verblijfsvergunning en ging ik in Antwerpen wonen. In mijn thuisland hadden wij een familiebedrijf en daar ben ik gewoon mee in gerold. Ik ben op mijn vijftiende beginnen meewerken als machinist met de graafmachine en bulldozer. Maar aan die automatisch verworven kennis had ik hier niet veel om werk te vinden”, getuigt Rekan.

“Nadat ik via het OCMW een opleiding volgde als binnenhuisschilder was begin 2012 mijn eerste job uiteindelijk toch een feit. Via een contract van een jaar kon ik aan de slag als klusjesman bij de stad Antwerpen. Om mijn kansen te vergroten, ging ik via VDAB ook een opleiding als industrieel schilder volgen. Zo volgde ik een opleiding van zes maanden in de haven van Antwerpen met de belofte op werk. Maar die werd niet ingelost. Toch liet ik mij daar niet door ontmoedigen en ging ik zelf op zoek naar vacatures.”

Pistoolschilder

Zo kwam hij in mei 2013 bij NMBS terecht. “Ik zag dat ze voor de Centrale Werkplaats van Mechelen pistoolschilders zochten. Omdat ik toen nog niet zo goed Nederlands sprak, schatte ik mijn kansen niet al te hoog in. Niettemin besloot ik het te proberen. Mijn Belgische vriendin, die ik intussen had leren kennen, heeft me toen nog snel een spoedcursus Nederlands gegeven. De dag voor het sollicitatiegesprek hebben we tot diep in de nacht geoefend”, lacht Rekan. “Het sollicitatiegesprek liep vlot en ik had er een goed gevoel bij. Een week later al kreeg ik een telefoontje dat ik aangenomen was. Mijn geluk kon niet op.”

“Ik begon met een klein hartje, want Nederlands was het enige wat ik hier hoorde. Maar ik heb mij hier vanaf dag 1 welkom gevoeld”, getuigt hij. “Ik kon rekenen op veel begrip van de collega's. Als ik niet op een woord kon komen of iets fout zei, verbeterden ze mij gewoon zonder meer. Vooral aan mijn collega Catherine met wie ik in de spuitcabine stond, heb ik heel veel gehad. Zij heeft mij met plezier enorm goed geholpen om het Nederlands onder de knie te krijgen. Ik heb hier op de werkvloer ook nooit een racistische opmerking gekregen. Ik kijk er elke dag naar uit om te komen werken.”

Veel praten

Met zijn ervaringen heeft hij een goede raad voor iedere buitenlander die hier zijn geluk wil beproeven. “Leer eerst de taal”, zegt Rekan. “Dat is het belangrijkste. Als je de taal kan spreken, kan je veel meer contacten leggen met mensen en krijg je een beter beeld van hoe alles hier in zijn werk gaat. Het is de beste manier om te integreren. Soms kan ik me er kwaad in maken als ik merk hoe pover sommige kameraden en kennissen nog maar de taal beheersen. Ik wijs hen er dan op dat het nochtans de sleutel is tot meer kansen. Ik volgde slechts een jaar een cursus Nederlands, de rest leerde ik door zelfstudie. Veel praten is de beste oefening. Vijf, zes jaar geleden besefte ik dat ook niet helemaal, maar nu weet ik wel beter.”

Toen de ex-vluchteling twee jaar nadat hij bij NMBS begon het voorstel kreeg om plaatsvervangend teamleader te worden, was hij aangenaam verrast. “Ik stond er versteld van dat dit op zo'n korte tijd kon. Als je laat zien dat je wil werken en bereid bent te leren, zijn hier heus wel kansen.”

>

>

>