Direct naar artikelinhoud
Ondernemen

Wanneer ondernemen hip wordt: steeds meer studenten starten eigen zaak

Jordy Plovie is een 18-jarige student met een grafisch designbureau.Beeld Bob Van Mol

Het aantal student-ondernemers stijgt jaar na jaar, zo leren we uit cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). In 2018 hielden maar liefst 6.931 studenten hun nieuwe onderneming boven de doopvont.

en

Dat is een fikse stijging vergeleken met 2017, toen nog maar 5.008 studenten zich aan een eigen onderneming waagden. “Het student-ondernemerschap zit in de lift en surft duidelijk mee op de golven van het optimistische economische klimaat”, legt Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO uit. “Een eigen bedrijfje starten is hip geworden, ook bij jongeren.”

Jonge ondernemers getuigen

“Iemand noemde me ooit een kind terwijl ik voor een volle zaal sprak”
  

De populariteit van ondernemerschap bij studenten stijgt bovendien in alle Belgische gewesten. Wel frappant: het leeuwendeel van de Belgische student-ondernemers is nog steeds mannelijk. In 2018 startten 4.213 mannelijke studenten hun eigen onderneming op, terwijl maar 2.718 vrouwen voor diezelfde keuze gingen. “Ik denk dat we vooral met een gebrek aan vrouwelijke ondernemende rolmodellen zitten”, probeert Peter Coenen, directeur van de Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo), die scheefgetrokken balans te verklaren.

Professor computerwetenschappen Koen De Bosschere (UGent) zette een aantal jaren geleden Durf Ondernemen op. Dat is vandaag uitgegroeid tot hét expertisecentrum van de UGent dat studenten begeleidt bij het opzetten van hun eigen zaak. Ook hij ziet een exponentiële stijging bij het centrum. “Ik vermoed dat een deel van de stijging ook te maken heeft met organisaties als Deliveroo en andere bedrijven uit die gig economy”, nuanceert De Bosschere. “Ik sta daar ook niet per se negatief tegenover. Intussen zijn ze effectief zelfstandig geweest, hebben ze facturen gemaakt, iets bijgeleerd en eens geproefd van het zelfstandig zijn.”

Hij zag inmiddels ook een aantal van zijn pupillen doorgroeien tot heuse ondernemers met soms tientallen werknemers. “Al blijft het gros eerder kleinschalig. Vooral het thema duurzaam is erg in trek, van het recycleren van voedseloverschotten, tweedehandskleding of juwelen, tot zelfs een fietsenmaker die werkt met bamboe.” Ook rolmodellen zijn niet te onderschatten, zegt De Bosschere. Dat deze generatie is opgegroeid met de digitalisering speelt ook mee, zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). “Met een laptop en een smartphone kan je al beginnen. Terwijl je vroeger als het ware een heel kantoor moest hebben.” 

‘Met een laptop en een smartphone kan je al beginnen. Terwijl je vroeger als het ware een heel kantoor moest hebben’
Stijn Baert, professor arbeidseconomie (UGent)

De rol van scholen

Peter Coenen is ervan overtuigd dat we nog lang niet bij de piek van het aantal student-ondernemers zijn beland. In 2018 werd immers een nieuw decreet van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) goedgekeurd dat ondernemingszin aan de eindtermen van scholen toevoegt. “Nu wordt ondernemerschap nog te vaak beperkt tot economische studierichtingen”, zegt Coenen. “Het nieuwe decreet moet daarin verandering brengen en is van kracht vanaf 1 september voor alle studierichtingen in de eerste graad. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat het aantal student-ondernemers daardoor nog veel meer zal toenemen.”

Dat de hogescholen en universiteiten straks ook bij elke opleiding aandacht zullen moeten geven aan het zelfstandige statuut doet ook Koen De Bosschere hopen op een boost. “Studenten verpleegkunde zullen bijvoorbeeld stage kunnen lopen bij een zelfstandige thuisverpleger, wat hen een breder beeld geeft op hun werkterrein. Het beleid van de overheid is vandaag veel meer ondernemingsgezind.” 

Van Assche wijst dan weer naar het gunstige sociaal statuut voor student-ondernemers, waardoor veel meer studenten hun grote ideeën met de wereld durven te delen. “Dat statuut maakt het voor jongeren die hun studies combineren met een eigen onderneming mogelijk om nog steeds fiscaal ten laste te blijven van hun ouders. Jongeren die hun inkomsten beperken tot 6.505,33 euro per jaar moeten bovendien geen bijdragen betalen”, laat hij optekenen. “Student-ondernemers die die grens toch overschrijden, bouwen meteen sociale rechten op als ondernemer.”