Kees Hanse wil een eerlijke prijs krijgen voor zijn uien
Zierikzee
Uienboer Kees Hanse (48) uit het Zeeuwse Zierikzee verstuurde vorige week een emotionele brief aan een medewerker van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een jaar lang heeft hij keihard gewerkt, schrijft hij. Zijn gezin moest soms bijspringen om alles geregeld te krijgen. Maar aan het einde van het jaar hield hij onder de streep niets over. ‘Wat zou u ervan vinden als u tegen uw kinderen moet zeggen: jullie krijgen niets voor de spaarpot, want een medewerker van het CBS heeft een fout gemaakt?’
Die fout bestaat volgens Hanse uit een verkeerde inschatting van de uienopbrengst. Akkerbouwers moeten jaarlijks in mei aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) doorgeven hoeveel hectares ze inzaaien. Die cijfers belanden bij het CBS, dat een schatting maakt van de opbrengst. Op basis daarvan bepaalt de industrie de inkoopprijs van de gewassen. Dit geldt niet alleen voor uien, maar bijvoorbeeld ook voor aardappelen, graan en suikerbieten.
Na afloop van het oogstjaar is er nog een meetmoment: een enquête onder akkerbouwers waarmee het CBS de daadwerkelijke opbrengst vaststelt. Vorige week stelde het CBS – niet voor het eerst – de uienoogst naar beneden bij: in 2017 werd niet 1,5 miljoen ton uien verbouwd, maar 1,4 miljoen ton.
Dit lijkt een klein verschil, maar volgens boer Hanse zijn de gevolgen dramatisch. ‘Het komt neer op bijna drieduizend vrachtwagens vol uien’, zegt hij. ‘En in de landbouw kan een paar procent verschil tussen raming en opbrengst de inkoopprijs halveren of verdubbelen. Al jaren wordt de opbrengst na afloop naar beneden bijgesteld. Hierdoor moeten wij onze producten ver onder de kostprijs weggeven.’ Hanse roept boeren op hun cijfers pas vrij te geven als de definitieve opbrengst bekend is.
nat najaar
Volgens Cor Pierik, landbouwwoordvoerder van het CBS, is de voorlopige raming er niet voor niets. ‘De handel wil weten hoeveel kilo er uiteindelijk op de markt komt.’ Dat er sprake is van een ‘beperkte bijstelling’, zoals Pierik het noemt, is simpel te verklaren. ‘Het was een nat najaar. Daardoor zijn veel uien op het land blijven liggen.’
De uienmarkt is nou eenmaal gevoelig, vervolgt Pierik. Weersomstandigheden en de vraag vanuit met name het buitenland bepalen de afzet.
Dat weten de boeren volgens hem maar al te goed. ‘Die staan met hun laarzen in de klei en kunnen aan de hand van de weersomstandigheden inschatten hoeveel uien de kwaliteitstoets doorstaan. Het blijft uiteindelijk handel. De ui is een vrij gewas. Iedere akkerbouwer bepaalt zelf wanneer hij zijn uien verkoopt.’
Nu het Centraal Bureau voor de Statistiek de uienoogst naar beneden heeft bijgesteld, gaat de prijs weer iets omhoog. Maar voor Kees Hanse en veel van zijn collega’s komt dit te laat. ‘Ik heb mijn uien al verkocht, voor zeven cent per kilo. Onze kostprijs is het dubbele en in de winkel worden ze verkocht voor anderhalve euro per kilo.’
Zijn 400 ton uien liggen opgeslagen in zijn schuur. Binnenkort worden ze opgehaald. De aanblik van die berg goudkleurige bollen waarin Hanse ‘zo veel kosten, tijd, energie en risico’ heeft gestoken doet hem pijn. ‘Vooral nu blijkt dat ik er meer voor had kunnen krijgen.’
Wachten tot het CBS met zijn definitieve raming kwam, kon Hanse naar eigen zeggen niet. ‘De kwaliteit van de uien gaat achteruit. We konden de verkoop niet blijven uitstellen.’
De hartenkreet van Hanse blijft niet onopgemerkt. Verschillende akkerbouwers hebben bij de vakbladen al hun beklag gedaan over de ‘foutieve berekeningen’ van het CBS. En CDA-Kamerleden Jaco Geurts en Joba van den Berg hebben deze week Kamervragen ingediend bij ministers Eric Wiebes (Economische Zaken) en Carola Schouten (Landbouw). Zij willen weten hoe het kan dat de uienoogst al jaren lager uitvalt en in hoeverre boeren verplicht zijn deel te nemen aan de oogstraming van het CBS
eerlijke prijs
Die laatste vraag kan Pierik al beantwoorden. ‘Het gaat om een verplichte enquête’, zegt hij. ‘Alle akkerbouwers in de Europese Unie moeten hun gegevens doorgeven.’ Wie weigert, riskeert vanaf dit jaar zelfs een boete.
Voor Hanse is de maat vol. Hij wil vrijemarktwerking en een eerlijke prijs voor zijn producten. Anders blijft er in de toekomst geen boer meer over, vreest hij. ‘Onze kinderen gaan deze ellende niet voortzetten. Ik heb een zoon die het bedrijf eventueel kan overnemen, maar niet op deze manier.’ <