Direct naar artikelinhoud
Opinie

Polarisering is de regel, de afwezigheid ervan de uitzondering

Luc Huyse.Beeld ID / Franky Verdickt

Luc Huyse is socioloog en emeritus hoogleraar aan de KU Leuven. Veel publicaties van de auteur zijn te lezen op luchuyse.be.

Wat bisschop Johan Bonny, komiek Michael Van Peel en burgemeester Bart Tommelein gemeen hebben? Dat zij alle drie in recente interviews, en Van Peel ook in zijn eindejaarsconference, gewaarschuwd hebben voor de gevolgen van polarisering. En ze zijn niet alleen. Het p-woord is populair. Een duik in het digitaal archief van de Vlaamse pers (Gopress) laat dat goed zien. Deze krant alleen al leverde de lezer sinds begin 2016 215 artikels waarin de term voorkomt. Het migratieprobleem is de aanstoker. Al eerder zorgden het stemrecht voor migranten, de hoofddoek, en het multicultureel gedachtegoed voor nerveuze berichtgeving, met het p-woord in de hoofdrol. Maar toen doofde de opwinding wel snel uit. Dat is nu anders.

Waar gaat het om, als polarisering ter sprake komt? Het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal kent het woord niet eens. Het geeft wel een definitie van polarisatie: ‘het ontstaan of toenemen van (tot dan toe verborgen) spanningen en tegenstellingen in een groep’. Een snel oplopende koorts, zeg maar, die zoals in het nu woedende migratiedebat, een conflict doet ontsporen. Als omschrijving is dat aan de magere kant. Geen nood, in ons land is hevige onrust van alle tijden. De geschiedenis zit er vol van. 

1950, de koningskwestie: de ene helft van de bevolking wil Leopold III terug op de troon, de andere helft zegt neen. Er vallen doden tijdens betogingen. De chaos is totaal. In 1954 barst een oude zweer, het gevecht om de ziel van het schoolkind, weer open. Twee kampen, een katholiek en een vrijzinnig, splitsen het land. Wederzijds wantrouwen slaat om in grimmige vijandigheid. Vanaf 1960 zal communautaire polarisering geregeld regeringen doen struikelen. Wat valt er uit die episodes te leren?

Sociale media zijn snelwegen naar gescheiden werelden en naar vrijwel onbeperkte mobilisatie van medestanders

Vijf lessen

1. Polarisering leidt naar zelfgekozen apartheid in denken en doen. De diepgang daarvan varieert. Ook de levensduur verschilt. Soms is de zucht naar gescheiden levens tijdelijk. Soms is zij van generatie op generatie doorgegeven. Vlaanderen is daar lang een voorbeeld van geweest. Het was politiek verkaveld in twee grote percelen (een christelijk en een socialistisch) en een derde (liberaal) dat meer bescheiden was. Bij ons heet dat verzuiling. Zo zag Louis-Paul Boon in Zomer te Ter-Muren (1956) de rode versie daarvan: “Nu was het 1 mei, en de socialen gingen uit: het was een reuzenstoet. Zij hadden een volkshuis en een cinema en een bibliotheek en een ziekenhuis, een vakbond en een apotheek en een drukkerij: zij waren een wereld.”

2. In de heenreis naar zelfgekozen apartheid staan de politieke partijen niet aan de startlijn. Polarisering is aanvankelijk het werk van spelers die buiten het strikt politieke veld opereren. Maar uiteindelijk zullen zowat alle partijen de polarisering kapen. Electoraal gewin is een van de drijfveren. Dat kan door wat mensen opwindt en/of beangstigt hevig uit te vergroten. Het is dezelfde tactiek die N-VA vandaag in het migratiedossier hanteert.

3. Polarisering heeft een lelijke kant. Mensen zonderen zich af en leven in gescheiden werelden. Dat vergemakkelijkt de massale mobilisatie voor de politieke strijd, met het risico op fatale ontsporingen. Kijk naar de tijd van de verzuiling. In elke zuil waren tientallen organisaties en verenigingen als megafoon in te zetten. Daarom juist was de schoolstrijd van de jaren 50 een uitslaande brand.

4. Pas wanneer het land balanceert op de rand van de chaos zie je hoe politici, die buiten het gewoel waren gebleven, aan het onderhandelen gaan. En een compromis vinden. Leopold III verdween, het koningschap bleef. Het schoolpact bracht vrede tussen katholieken en vrijzinnigen. In 1968 ging een eerste kalmerende staatshervorming van start. Met heel veel overheidsgeld de brand blussen hielp daarbij. Zo was het schoolpact één grote injectie van kredieten in het vrij en het gemeenschapsonderwijs. 

Problematischer is de demobilisatie van de achterban. Die is volop in de strijd gegooid en moet nu terugkrabbelen. Daar is een oplossing voor, schrijft Jean-Luc Dehaene in zijn Er is nog leven na de 16 (2003). Als een pact was gesloten, werd het aan de troepen verkocht. Dat ging goed, want er waren sterke organisaties “die hun leden strak omkaderden. Zowel partij als middenveld hadden het vertrouwen van hun leden en konden namens hen spreken. De leden bleven de organisatie trouw van de wieg tot het graf.”

5. Wat er op de publieke en politieke agenda’s voorrang krijgt is zelden voorspelbaar. De geschiedenis toont het ons. Een ontsporend conflict is als een zwart gat. Het zuigt alle energie naar zich toe. Maar eenmaal het onder controle is, rukken verdrongen problemen en frustraties op. Polarisering is de regel, de afwezigheid ervan is de uitzondering.

Terug naar vandaag

Sinds 2016 bracht De Morgen een paar honderd artikels over polarisering in het migratiedebat. Alarmkreten domineren. Moet dat? De geschiedenis doceert dat het uiteindelijk altijd goed komt, niet? Want geef toe, rond migratie is de maatschappelijke en politieke verkaveling niet ver doorgeschoten. Zuilachtige toestanden zijn er niet. Toch twijfel ik, en wel om twee redenen.

1. De sociale media zijn de digitale versie van wat ik de lelijke kant van de verzuiling noem. Ze zijn, door hun fabelachtige toegankelijkheid en hun immens bereik, snelwegen naar gescheiden werelden en naar vrijwel onbeperkte mobilisatie van medestanders. Twitter, bijvoorbeeld, is een sterk ‘apartheidskanaal’ – de uitdrukking is van Jean Paul Van Bendegem. Maar anders dan in het verleden is er geen traject dat naar een geslaagde aanpak leidt. Er zijn geen remmen. Er zitten geen bruggenbouwers op de reservebank.

2. Vroeger ontstond polarisering rond inheemse strijdpunten. De rol van de koning. De ziel van het kind. De toekomst van de unitaire staat. Maar migratie is, net als klimaatopwarming en terrorisme trouwens, een uitheems probleem. Voor de behandeling daarvan zijn de armen van onze politici te kort.

Voor de omgang met polarisering is een heel nieuw tijdperk aangebroken. Er zijn geen beproefde scenario’s meer

Voor de omgang met polarisering is een heel nieuw tijdperk aangebroken. Er zijn geen beproefde scenario’s meer. Sociale media en globalisering zijn op dit punt even disruptief als elders. Dus is bijna alles opnieuw uit te vinden. Ook de pers staat voor die uitdaging. Zij kan zich daarbij richten op het oudste bericht, althans volgens het digitaal archief, waarin deze krant polarisering ter sprake bracht (DM 15/1/1998). Eenentwintig jaar geleden en nog altijd even relevant. Lees maar. De werkgroep Media en Migranten van het Algemeen Verbond voor Belgische Beroepsjournalisten raadt zijn leden aan om in hun berichtgeving “onverantwoorde veralgemeningen, nodeloze polarisering, problematisering en dramatisering te vermijden”. 

Dat is wat Bart Eeckhout recent in de krant deed. De werkelijkheid buiten Twitter ziet er veel grijzer uit, schrijft hij. “Wie kijkt naar zichzelf of naar de mensen rondom zich, zal veel nuance aantreffen, veel interne tegenspraak en veel inconsequentie.” Hij relativeert en dat is een eerste stap in de goede richting.

Hoop doet leven.