© blg

Donker december hoeft ons niet neerslachtig te maken

Een paar uur zon hebben we deze maand al gehad. Opstaan met het donker, thuiskomen in het donker en tussendoor die grijze hemel: geen wonder dat deze decembermaand ons weinig plezier geeft. Kunnen we daar iets aan doen?

Peter Vantyghem

“Ik móét gewoon naar de zon”, zucht mijn coiffeur, moe van de grijze Belgische lucht, van het sombere cliënteel, van die koude en natte atmosfeer in de straten. “Naar Senegal of zo, geef me een week Club Med.” Hij zal niet de enige zijn die de kerstdagen viert in een zonnige charterbestemming waar het begrip ‘seasonal affective disorder’ – de officiële term voor ‘winterblues’ – gecounterd wordt met een menu dat alles bevat wat de Europeaan nodig heeft: meer vitamine D, vrolijke mensen, een beetje meer beweging vooral.

Nu was het de voorbije weken inderdaad donkerder dan gewoonlijk. De ergste december sinds 1956, lazen we deze week. We halen de normale zeven tot acht uur daglicht wel, maar de miezerige grijze hemel gaf ons lang niet de lichtsterkte die een gezonde, blauwe winterhemel ­creëert. In de zomer krijgt u buiten gauw een goeie 10.000 lux in uw netvlies gestraald, maar de voorbije dagen leek het soms dat we niet eens een twintigste daarvan haalden.

Energie sparen

Daar kan onze geest niet goed mee om. Het opkomende en weer verdwijnende daglicht regelt immers enkele patronen in ons brein, en wanneer dag en nacht zo op elkaar lijken, verstoort dat mogelijk ook onze slaapritmiek. Melatonine (een slaaphormoon) wordt ’s avonds te vroeg aangemaakt en dopamine (een gelukshormoon) demarreert ’s ochtends niet snel genoeg. U bent ’s avonds dus vroeg moe en raakt ’s ochtends moeilijk uit uw bed.

Sommige wetenschappers menen dat het allemaal een erfenis is van eeuwenlange conditionering: in de winter moesten we energie sparen. Licht zou ook een invloed hebben op de productie van nog een neurotransmitter, serotonine. Die regelt of we ons angstig, gelukkig, melancholisch voelen. Minder goed blauw licht in de winter betekent dat er minder serotonine geproduceerd wordt, en bij de meest gevoeligen kan dat tot depressie leiden. Omdat er een link is met het vrouwelijke sekshormoon estradiol, zouden de dames in sommige levensfases vatbaarder zijn voor winterblues.

Dat soort ‘hormoonspeak’ is de jongste jaren trouwens zo goed doorgedrongen dat het een mindset geworden is voor velen van ons, en ook dat zou kunnen inwerken. Misschien koesteren we gewoon een negatief winterbeeld in plaats van - zoals kinderen - extatisch te zijn wanneer het sneeuwt?

100.000 lux

Het ligt voor de hand dat in toenemende mate geijverd wordt voor lichttherapie als oplossing. Al wie zoveel deugd heeft van een weekje skiën, denkt dat het te maken heeft met de sportieve beweging. Dat is ook zo, maar in de eerste plaats bent u de hele dag buiten in de bergen, vaak onder blauw daglicht en een stevige zon, die tot 100.000 lux kan geven. Dat brengt uw chemische huishouding snel weer in goeie doen.

Bovendien gaat u naar de bergen met een positieve ingesteldheid: weg van de baas, de grijze lucht, de routine. Velen zijn vooraf al zo opgewonden dat ze een hele nacht doorrijden en ’s ochtends meteen op de latten gaan staan, in volle daglicht. Dat ze daarna goed slapen, en beter eten, opnieuw vrijen en vrolijk zijn: nogal wiedes.

Lichtbril

Op het internet vindt u massa’s tips over hoe u de winterblues moet aanpakken, maar dat zijn bijna uitsluitend tips om u gelukkiger te voelen (kleurrijke kledij dragen, doen wat je graag doet, socialer zijn, komische series bekijken), om meer te bewegen (skiën, wandelen, yoga) en om je voeding beter te controleren (vooral minder koolhydraten).

Wie een serieuze depressie heeft, zoekt het best medische hulp. Wie veeleer lijdt aan wat vandaag soms ‘subsyndromal symptomatic depression’ (een lichte vorm van winterblues) genoemd wordt, kan aan de slag met enkele eenvoudige gewoontes, die wel discipline vereisen. Voldoende bewegen is goed, op tijd en stond een stevige inspanning krikt u op, en als dat gebeurt in volle daglicht, zal uw bioritme blij zijn. En daaruit volgt veel goeds.

Zelf laat ik de meeste ochtenden in de keuken een intens wit licht schijnen en zet ik aan mijn bureau meteen twintig minuten een lichtbril op. Door dat felle licht krijgt mijn hoofd een ochtendimpuls die het seizoen, en zeker deze zwaarmoedige decembermaand, niet kunnen geven.