Direct naar artikelinhoud
Column

Ik word in New York heen en weer geslingerd tussen verliefdheid en afschuw

Ik word in New York heen en weer geslingerd tussen verliefdheid en afschuw
Beeld Geert Joostens

Halina Reijn is actrice bij Toneelgroep Amsterdam en schrijft wekelijks over wat haar bezighoudt. Dit is haar laatste column.

Woedend rent een jongeman naar voren en richt zijn beide duimen afkeurend naar de grond. Zijn ogen schieten vuur. Hij wil ons ervan doordringen dat hij het niet eens is met wat we zojuist hebben uitgebeeld. Schaapachtig glimlachen wij terug, je kunt moeilijk een discussie beginnen tijdens het buigen, maar onze vriendelijke blikken maken hem alleen maar wanhopiger.

We spelen het lievelingsboek van Trump in de stad waar het verhaal zich afspeelt: New York City. Met pijn in onze buik hebben we uitgekeken naar de Amerikaanse première van The Fountainhead. Waar het boek in Europa geldt als een ode aan creativiteit en passie, is het in de VS een regelrechte bijbel voor politiek rechts. Gelukkig schrijft The New York Times een zeer positieve recensie, maar er zijn ook verbijsterde reacties. Waarom dit boek nu? Hoe kun je in een tijd van MeToo-campagnes en Weinstein-schandalen een verkrachtingsscène op toneel zetten waarbij het slachtoffer na afloop verzucht dat ze zo genoten heeft?

Mensen hier zijn warm en sociaal. Groeten elkaar en bieden een helpende hand. Misschien bij gebrek aan een moederlijke overheid

Als wij overdag door Manhattan lopen, begrijpen we hoe ‘leven voor jezelf en niet voor anderen’, zoals onze hoofdpersoon Howard Roark verkondigt, niet enkel kan leiden tot unieke kunstwerken en ingenieuze architectonische hoogstandjes, maar ook tot mensen die tegen zichzelf praten in metrowagons, bedelend door deftige straten strompelen en hongerig hun hand ophouden in de supermarkt. Pijnlijk duidelijk wordt het hoe belangrijk en veilig het is dat wij in Europa opvang hebben voor de zwakkeren, dat we ziektekostenverzekeringen hebben en zorg voor mentaal verwarden. In New York is de tweedeling tussen arm en rijk in elk facet van de samenleving voelbaar. Tegelijkertijd zindert het overal van creativiteit en beweging. Mensen zijn warm en sociaal. Groeten elkaar en bieden een helpende hand. Misschien bij gebrek aan een moederlijke overheid. Ik word heen en weer geslingerd tussen verliefdheid en afschuw als ik musea en cafés bezoek, en wandel door het mooie Central Park. De stad verkeert in kerstsfeer, compleet met reuzenboom, stemmige liedjes door publieke speakers en ijsbanen.

Ondanks alle voorpret ademt de Big Apple diepe frustratie. Overal lijkt de afschuw van de huidige president merkbaar. Als ik op mijn vrije avond dineer in het geweldige Waverly Inn, huisrestaurant van mijn favoriete maandblad Vanity Fair, prijkt er vol trots een citaat van Trump op de menukaart: ‘Waverly inn? Worst food in New York City!’

Als we de laatste avond dat we de voorstelling spelen het applaus in ontvangst nemen, vraag ik me af hoe het met de woedende jongen is. Het getuigt van moed om richting een podium te rennen na vijf uur theater, en je woede te uiten. Na zijn afkeurende gebaren die wij met flauwe glimlachjes beantwoordden, maakte hij zich rap uit de voeten en rende het theater uit, de wijde, echte wereld in. Hopelijk trekt hij vuriger ten strijde dan ooit tevoren. De huidige tijd vraagt er helaas om.