1 op 5 Limburgers rijdt met fiets naar het werk

De fiets is aan een echte tussensprint bezig in het woon-werkverkeer. In 2017 reed voor het eerst bijna een of vijf Limburgers met de fiets naar het werk, een kwart meer dan het jaar tevoren. En het plafond is volgens mobiliteitsexperten nog lang niet bereikt.

Timmie VAN DIEPEN

De fiets is al een tijdje aan een opmars bezig in het woon-werkverkeer, maar 2017 was volgens het sociaal secretariaat Acerta een uitzonderlijk goed jaar. Uit gegevens van 40.000 Vlaamse werknemers uit de profit- en non-profitsector blijkt dat vooral in Limburg het gebruik van de fiets spectaculair is toegenomen. In 2016 gebruikte nog 15 procent van alle werknemers de fiets voor het woon-werkverkeer, in 2017 was dat percentage toegenomen tot 18,9 procent. Dat is een stijging met meer dan een kwart (+26,3%) in een jaar tijd.

“Na een jarenlange stapsgewijze stijging is de fiets bezig aan een echte tussensprint”, zegt Gert Mertens, kantoordirecteur van Acerta Hasselt. “We merken dat ook in onze contacten met bedrijven. Steeds meer werknemers vragen een bedrijfsfiets. Vaak is dat een elektrische fiets, die het gemakkelijker maakt om lange afstanden te overbruggen. Woon-werkafstanden van 25 km en meer zijn nu ook behapbaar met de fiets.”

Volgens Mertens hebben ook de overheidsinvesteringen in fietsostrades bijgedragen aan de groeicijfers.

Achterstand

Afgemeten op Vlaams niveau, doet Limburg het wel nog altijd minder goed. Traditioneel ligt het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer in onze provincie lager. Vooral de grotere afstanden en de lagere verstedelijkingsgraad spelen in het nadeel van de fiets. Dat vertaalt zich in een forse achterstand tegenover het Vlaamse gemiddelde. In heel Vlaanderen nam vorig jaar 24,21 procent van de werknemers in 2017 de fiets naar het werk. Aan de andere kant gaat de opmars in Vlaanderen wel trager dan in Limburg. Vorig jaar nam het gebruik van de fiets op Vlaams niveau toe met 8,2 procent, na een stijging van 13,1 procent in 2016.

Bedrijfswagen stagneert

Ondanks het succes(je) van de fiets, blijft de auto nog altijd veruit het populairst in het woon-werkverkeer. Het gebruik van de wagen daalde in Limburg wel met 0,6 procent, maar blijft met 81,1 procent op eenzame hoogte staan. In vergelijking met Vlaanderen (76,7 procent auto) blijft de wagen in Limburg ook nog altijd populairder dan elders.

Anderzijds lijkt het gebruik van de bedrijfswagen in Limburg wel te stagneren. In 2017 reed 19,9% van de bedienden in Limburg met een wagen van het werk. Daarmee scoort de bedrijfswagen in Limburg iets hoger dan de nationale 19,5 procent, maar de toename is veel minder sterk. In Limburg groeide de bedrijfswagen met 1,2 procent, in heel Vlaanderen met 10,3 procent.

Openbaar vervoer pijnpunt

Tot slot blijft het openbaar vervoer in Limburg een pijnpunt. Terwijl er in Vlaanderen in 2017 een lichtjes hogere interesse was in trein, tram, bus en metro, is dat in Limburg niet het geval. Amper zes procent van alle Limburgse werknemers zegt het openbaar vervoer te gebruiken om op het werk te geraken. In Vlaanderen is dat 7,42 procent. “Maar aangezien ons onderzoek enkel over de profit- en non-profitsector gaat en niet over de openbare sector, valt de realiteit wellicht iets anders uit. Net de openbare sector vertegenwoordigt de grootste groep van trein- en busreizigers.”