© JEFFREY GAENS

Waarom KRC Genk zondag eindelijk nog eens gaat winnen in eigen huis

Het thuispubliek vergasten op een overwinning. Al heel het seizoen blijkt dat voor Genk een hels karwei. Tweemaal lukte het: tegen staartploeg KV Mechelen en - verrassend - het ‘ongenaakbare’ Club Brugge. Maar acht keer werd het dus geen driepunter. Die reeks moet dringend worden gestopt. Maar kan dat met een onthoofd team? Philippe Clement: “Ik merk dat de twijfel in de hoofden stilaan plaats maakt voor meer lef, we gaan ook nu vol voor winst.” Analist Gert Verheyen: “Het soort voetbal dat Genk vorig seizoen liet zien, kan ook nu nog.”

Roger COX

Een anonieme plaats in de buik van de klassering, meer is er tot nader order niet weggelegd voor Genk. Het gevolg van vooral de abominabele resultaten voor eigen publiek. Met de uitslagen buitenshuis is niets mis, een 16 op 33 is zelfs nog goed voor de top vijf, achter Charleroi (23/33), Antwerp (21/33), Club Brugge (20/30) en Anderlecht (18/30). Maar een schamele 11 op 30 is verantwoordelijk voor de 13de (!) plaats in het thuisklassement. Alleen Zulte Waregem, Lokeren (beiden 10/33) en Oostende (9/30) doen nog slechter. Het is ook veruit de slechtste Genkse thuisreeks sinds 2009-2010, toen uitgerekend huidig Anderlecht-coach Hein Vanhaezebrouck aan het roer stond. Op het moment van zijn ontslag had Racing zes punten gepuurd uit acht thuismatchen. Sinds die periode pakte Racing voor eigen publiek gemiddeld ongeveer twee punten op drie. Tot dit seizoen. Kan dat schrijnende gemiddelde door Philippe Clement worden opgekrikt? Gert Verheyen, die bij Club Brugge zes jaar samenspeelde met de Fille, gelooft van wel. Maar hij heeft ook zijn bedenkingen.

“Clement is een coach die gaat voor veel beweging zonder bal. Maar als je dat goed wil uitvoeren, moet de fysieke paraatheid van de spelers heel groot zijn. Daar begint alles mee. Ik lees en hoor overal dat het met die conditie niet optimaal gesteld is. Tja, dan vrees ik dat Philippe niet zal kunnen doen wat hij wil. Probleem is ook dat hij daar momenteel niet echt aan kan werken. Acht matchen in minder dan een maand, dat gaat ten koste van de trainingsarbeid.”

Progressie

De Genkse coach spreekt hem niet tegen, maar ziet wel progressie. “Er was een pak werk, toen ik hier begon. Ik zag ook veel twijfel. Op dat vlak hebben we al stappen gezet. Ik merk dat ik iedereen mee heb in mijn verhaal. Maar er blijven natuurlijk werkpunten. Op dit ogenblik zijn we nog voornamelijk bezig met het basisprincipe. Samen aanvallen, samen verdedigen. Als we in de aanval zijn, moeten de verdedigers zich afvragen of ze goed staan. Als we achteruit moeten, moeten de aanvallers zich op één of andere manier nuttig maken. Aan de hand van beelden probeer ik dat verhaal te verduidelijken. Als je dan zo’n overwinning kan boeken als in Oostende, is dat een enorme opsteker. Ondanks de vele details die beter kunnen. Wat zoal? Eén voorbeeldje: we zijn intensief met Ingvartsen bezig over hoe hij zich moet vrijmaken van een tegenstander. Dat doet hij nog niet goed. Maar dat is wel essentieel voor het team om onder druk uit te voetballen.”

Dat lukte vorig seizoen wonderwel. Zeker in Europa. In play-off 2 was Genk dan weer constant de dominante ploeg, die gehakt maakte van de tegenstand. Van die machine zag je dit seizoen zeker thuis niks terug. Clement wil niet achterom kijken. Onder het verleden staat voor hem een streep. Verheyen doet dat wel.

“Volgens mij begint alles bij vorig seizoen. Genk speelde toen gigantisch veel matchen. Vaak waren het ook dezelfde jongens die op het veld stonden. Dat heeft zeker zijn invloed gehad op dit seizoen. De fysieke én mentale paraatheid was aangetast. Onder andere door het gebrek aan frisheid werd een team dat het gewoon was om te winnen, een team dat moeilijk won. Daardoor groeide de twijfel. Voeg daar aan toe dat de centrale driehoek, het hart van de ploeg, uit vorm was en dat de ploeg geteisterd werd door blessures. Tja, dan zijn er genoeg valabele excuses te verzinnen voor de terugval. In Oostende moest Dries Wouters defensieve middenvelder spelen. Hij deed dat goed. Maar dan heb je als ploeg geen overschot.”

Die blessurelast is ook Clement een doorn in het oog. “De vraag is: hoe kunnen we dat structureel oplossen?” zegt hij over dat delicate thema. “Je hoort mij niet verkondigen dat ik een toverformule heb. Maar ik durf wel stellen dat we in de toekomst geen twaalf blessures meer op hetzelfde moment zullen kennen.”

Kritiek op Stuivenberg

Een niet mis te verstane verwijzing toch wel naar de manier van werken voor de winterstop. Bepaalde spelers gaan nog verder, zij laten in hun commentaren na Nieuwjaar weinig spaanders heel van Clements voorganger Stuivenberg.

Heel goedkoop, vindt Verheyen dat. “Er wordt nu heel makkelijk gezegd dat Genk onder hem te veel lateraal voetbalde. Maar denk je nu echt dat hij zijn ploeg niet meer vooruit wilde jagen? Natuurlijk wel. Ik ken geen enkele trainer die niet naar voren wil voetballen. Het is dus te simpel van bijvoorbeeld Pozuelo om alle schuld in de schoenen van Stuivenberg te schuiven. Hij krijgt positie 10 nu cadeau. Ten koste van Schrijvers. Een heel krachtig signaal. Een zwaar offer ook. Als er iemand is die geen reden tot klagen heeft, is het dus Pozuelo. Awel, dat hij nu dan ook maar eens opstaat.”

In Oostende was dat nog niet het geval. Maar Anderlecht is het uitgelezen podium voor de Spanjaard om weer een hoofdrol voor zich op te eisen. Al moet dat dan wel gebeuren in een zwaar gehandicapte ploeg. Clement: “In verhouding tot wat wij vooraan missen, staat Anderlecht er een stuk beter voor. Zij hebben nog Teo en Ganvoula. De ene was vorig seizoen topschutter, de ander had ik graag naar Waasland-Beveren gehaald. Komt daar nog bij dat we een nieuwe defensieve middenvelder hebben, die pas een paar keer heeft meegetraind. In die positie is een goede verstandhouding met de rest van de ploeg belangrijk. Wonderen mag je van Seck dus niet verwachten. Maar hij kent wel mijn principes, dat is een pluspunt.”

Eén van die principes is een tomeloze inzet. Aan de kust zat het op dat vlak al behoorlijk goed. “Ik heb achteraf veel positieve reacties gekregen”, aldus Clement. “Strijd van de eerste tot de laatste seconde, dat is waar onze fans naar verlangen. Het is belangrijk dat we hen weer meekrijgen. Alleen moeten we wel opletten dat het hart het niet haalt van het verstand. Zoals tegen Kortrijk.”

“Het verbaast me wel dat de supporters van Genk dit seizoen zo massaal wegblijven”, stelt Verheyen. “Morren, oké, dat is menselijk. Maar niet meer komen kijken, ik dacht dat Genk dat stadium voorbij was. Het is per slot van rekening toch een familieclub. Maar goed, als de vlam vanop het veld weer overslaat naar de tribunes, keren ze misschien weer snel terug. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat deze ploeg opnieuw kan brengen wat ze vorig seizoen bracht. Genk moet naar play-off 1. Maar het moet nu wel gaan gebeuren. De cijfers, zeker in eigen huis, moeten omhoog."