“Net toen ik mijn handen van positie aan het veranderen was op de fiets, reed ik over een boomwortel en kwam ik ten val”, doet Merlier aan de start van de negende etappe het verhaal achter zijn val. “Ik zal aan een snelheid van 45 à 50 kilometer per uur gereden hebben, zoiets. Doordat ik een schaafwonde heb ernaast, zitten de mijn klieren in mijn lies ontstoken.”

Rustdag

“Ik heb toch wel redelijk wat pijn aan mijn lies. Maar ik ben ook niet de enige in het peloton, denk ik. Daags na mijn val heb ik een zware bergetappe overleefd, nu hoop ik dat de rustdag wonderen doet.”

Meesprinten in de rit richting Napels was dus zeer onwaarschijnlijk, dat gaf Merlier achteraf ook eerlijk aan. “De mogelijkheden waren gewoon heel beperkt met die blessure. Ik had op voorhand gezegd dat ik zou laten lopen als dat kon, dus dat deed ik dan ook. Of de rest van mijn Giro in gevaar komt? Dat kan ik nog niet zeggen. Het is nu kwestie van die rustdag morgen ten volle te benutten en zo goed mogelijk te herstellen.”