Direct naar artikelinhoud
Column

In de ode aan het vrije woord mag best een strofe gewijd zijn aan Philip Roth

Hugo Camps.Beeld Bob Van Mol

Dissidentie mag ook, onder die vlag vaart Hugo Camps elke week.

De overleden schrijver Philip Roth (85) was zijn tijd vooruit. In zijn omvangrijk oeuvre ging het over de politieke cultuur van Amerika, schuivende identiteiten van de mensheid en de onweerstaanbaarheid van erotiek. Al vroeg in de vorige eeuw hekelde hij de hypocrisie van de Amerikaanse samenleving als het over seks ging. In zijn boek De menselijke smet koos hij resoluut de kant van Monica Lewinsky na haar affaire op het Witte huis. Hij beschimpte de hypocrisie van de Amerikaanse samenleving die met seks niet uit de voeten kan. En al te gemakzuchtig de vlucht neemt in morele oordelen.

Philip Roth was zelf een groot liefhebber van seks en erotiek. Hij mag gezien worden als een pionier van erotische literatuur, meer dan Jan Cremer en Jan Wolkers. Meer dan Hugo Claus. De schrijver was nooit zonder vrouwen om hem heen, in en buiten het huwelijk. Humor en ironie versluierden zijn obsessie.

Bewind van puriteinen

In zijn roman Portnoy’s Complaint (1969) heeft hij het over een van masturbatie bezeten Joodse jongen met een dominante en gefrustreerde moeder. Masturberen met als hulpmiddel een plak lever was zijn grootste genot. De rabbi’s in de Joodse enclaves van Amerika konden er niet mee lachen. Zeker in zijn literaire vertaling van seksuele vrijheid, durfde Roth controversieel te zijn. Sterker, hij zocht de controverse op als antigif tegen het bewind van puriteinen.

Ook anticiperend op de obsessie van vandaag analyseerde Philip Roth de westerse samenleving als een optelsom van schuivende identiteiten. Zijn belangstelling voor de identiteitskwestie was het gevolg van zijn persoonlijke achtergrond: het leven als Joodse Amerikaan. Chroniqueur van diversiteit avant la lettre.

Roth ging de kleine kanten van het jodendom niet uit de weg. Zijn dubbele identiteit bezorgde hem enig onbehagen, al wist hij dat vakkundig te camoufleren met zelfspot, humor en ironie. Maar het speelde wel – hij ging zelf in Praag op zoek naar zijn Joodse wortels.

De laatste jaren van zijn leven had hij het schrijven opgegeven. Hij had geconstateerd dat lezers uitsterven. De schermindustrie (bioscoop, tv, computer) was in de plaats gekomen van het boek. Maar hij troostte zich meteen: “Waarom hebben we lezers nodig? Aantallen zeggen niets. Boeken zeggen wel wat.”

In zijn roman 'Portnoy’s Complaint' (1969) heeft hij het over een van masturbatie bezeten Joodse jongen. De rabbi’s in de Joodse enclaves van Amerika konden er niet mee lachen

Aan literaire prijzen geen gebrek

De Nobelprijs is hem nooit gegund, terwijl hij een van de grootste Amerikaanse auteurs is. Het is niet bekend of hij door het verzuim gefrustreerd was. Aan literaire prijzen ontbrak het trouwens niet. Zijn debuut met Goodbye, Columbus werd met de National Book Award bekroond. In de verhalenbundel steekt hij de draak met de Joodse middenklasse. Zijn Amerikaanse pastorale I married a communist sleepte de Pulitzer in de wacht.

Philip Roth werd door zijn ex beschuldigd van vrouwenhaat. Allicht woorden van onmacht. Wel heeft hij ongegeneerd de mannelijke lust beschreven. Het machismo van de schuinsmarcheerder beproefde hij bij nacht en ontij. En in de vorige eeuw bestond geen #MeToo. Ook wat zijn seksuele appetijt betreft, was hij een contrapunt in de Amerikaanse way of life. Maar het zou intriest zijn om Philip Roth weg te zetten als begenadigd voyeur. Ingrijpender was hoe hij de Amerikaanse cultuur in beeld bracht met op de achtergrond grote gebeurtenissen als de Vietnamoorlog en de jacht op communisten. Daarbij was hij een stilist pur sang.

In de ode aan het vrije woord mag best een strofe gewijd zijn aan Philip Roth.

Ook wat zijn seksuele appetijt betreft, was hij een contrapunt in de Amerikaanse way of life