© BELGA

COMMENTAAR. Gouden Schoen voor Hans Vanaken is keuze van het verstand

Het is een uitbundig feest, die Gouden Schoen. Iets te uitbundig, misschien zelfs. Waar gras, modder, zweet en plastieken bekers bier als decor plaats moeten maken voor potten schmink, (te krappe) kostuums, stijlvolle glazen en decolletés. Minstens zo vermakelijk is ook de prelude op het jaarlijks gala. Weken op voorhand wordt traditiegetrouw een topfavoriet naar voor geschoven, waarna de heisa stap voor stap wordt opgeklopt.

Peter Goris

LEES OOK. Vanaken en Wullaert winnen Gouden Schoen

Alle goden en hun orakels lopen elkaar voor de voeten om de topfavoriet (liefst) te bewieroken. En dan leest een mens de vreemdste dingen. “Hans is de Kevin De Bruyne van België”, bijvoorbeeld. Hebben we het écht over Hans Vanaken? Ooit, lang geleden, speelde een niet nader genoemde voetbalcommentator het zelfs klaar om Vanaken te vergelijken met de legendarische Braziliaanse middenvelder Socrates. Gekker zal het nooit meer worden.

Niet dat ik het Hans Vanaken niet gun. Vorig jaar rond deze tijd stond hier, op dezelfde plek in deze krant, dat Ruud Vormer de Gouden Schoen won ‘bij gebrek aan beter’. Dat zouden we nu moeiteloos kunnen herhalen. Maar het zou toch een beetje oneerlijk zijn. Vanaken is zo veel meer voetballer, speelt en beweegt met zo veel meer gevoel, is zo veel intelligenter en preciezer dan zijn bonkige voorganger. Koppel daar uitmuntende statistieken, de prijzen met Club, een enkele schittering in de Champions League en zijn eerste selectie voor de Rode Duivels aan vast en je hebt een winnaar. Naar Belgische normen, althans.

Maar toch. Eerlijk? Ondergetekende had gehoopt op Pozuelo als Gouden Schoen. Of Malinovskyi zelfs. Maar helaas gaat de Gouden Schoen niet écht over de beste voetballer op dit moment op de Belgische velden, maar over de meest regelmatige speler in het voorbije kalenderjaar, even helaas gespreid over twee halve seizoenen. Pozuelo zal nog enkele maanden moeten wachten, voor hij – hopelijk – tot Profvoetballer van het Jaar wordt verkozen. Zeker nu de Genkse balvirtuoos toch in België blijft.

En ondertussen gaat het leven verder. Met Hans Vanaken als Gouden Schoen. Zouden er écht veel mensen die géén supporter zijn van Club Brugge op het puntje van hun stoel gaan zitten als Vanaken het veld betreedt? Is de Limburger daarvoor niet té nuchter, té minzaam, té kleurloos? Vanaken mag zonder twijfel een zeer goede voetballer zijn, de liefhebber wil meer. Ook zij weten dat de ideale schoonzoon doorgaans niet de meest sexy in de rij is.

Het zal Club Brugge worst wezen. Na Izquierdo en Vormer scoren Verhaeghe en co nu met Vanaken drie op een rij in de Gouden ranglijst. Een unicum. Maar het wordt toch tijd dat de (andere) Belgische clubs nog eens een échte voetbalheld binnenhalen, die met vlag en wimpel de Gouden Schoen mag winnen. Zodat de grootste voetbalprijs niet alleen meer naar de ‘meest verdienstelijke én constante’ speler gaat. Want die kan doorgaans enkel het verstand bekoren, zelden het hart.