Direct naar artikelinhoud
Column

Waarom mannen moeite hebben met wijvenvoetbal kijken

Paul Onkenhout

Op de dag van Nederland - Nieuw-Zeeland, een vervelende wedstrijd van laag niveau, zette cabaretier Hans Teeuwen een filmpje op Instagram waarin hij het WK in Frankrijk duidde. Hij zong een liedje.

Het begon keurig en politiek uiterst correct. Het niveau is dan misschien wel wat lager, en de balcirculatie wat trager, de vrouwen stáán er potverdomme toch maar mooi, zong Teeuwen. ‘Dus hou eens op met zeiken, en je hele misogyne zooi.’

Het was een schijnbeweging. Teeuwen bleek gekleed te zijn in een jurkje met een laag decolleté. Ook droeg hij een stropdas, en klompen. Hij begon harder te zingen en het lied werd een platte carnavalskraker:

Want wij gaan wijvenvoetbal kijken,

lachen man, lachen man, hoi hoi hoi.

Wijvenvoetbal kijken,

rennen rennen rennen rennen rennen met je kut.

Leg die bal stil op je tieten,

op de wreef en keihard schieten.

Wijvenvoetbal kijken, lachen man, lachen man, hoi hoi hoi,

wijvenvoetbal kijken, rennen rennen rennen rennen rennen met je kut.

De provocerende platheid overviel me in eerste instantie, moest dit nou echt, maar als analyse van het WK, een toernooi dat de afgelopen weken door media en marketeers buitenproportioneel groot is gemaakt, was het lied geslaagd. Het WK roept een dubbel gevoel op. Bij mannen. Ze weten zich er geen raad mee.

Het Franse tijdschrift Charlie Hebdo trok ook een spiegel uit de kast. Op de cover was een tekening geplaatst van een vagina. Er zat een retro zwart-wit balletje in. We gaan er een maand likkebaardend naar kijken, was vrij vertaald de tekst. Toen was het punt me wel duidelijk, ja.

De Telegraaf liet een oud-international reageren op het filmpje van Teeuwen, Anouk Hoogendijk. Ik kan hier wel om lachen, zei ze. Teeuwen is iemand die je sowieso niet serieus moet nemen, legde ze uit, dit is zijn vak. Het zou volgens haar anders zijn als Teeuwen een analyticus was geweest. De presentator deed een laatste poging Hoogendijk te verleiden tot een uitspraak die clickbaitwaardig was. Wat zou je tegen hem willen zeggen, vroeg hij. Ga zo door, zei Hoogendijk.

Ergerlijk vond ze het lied van Teeuwen niet vanwege het tweede, maar vanwege het eerste deel. Altijd maar die vergelijking met mannenvoetbal. Voetbal is de enige sport waarin dat altijd en eeuwig gebeurt, zei ze, bij tennis of hockey wordt het nooit gedaan. Het is een aparte sport, je moet het niet willen vergelijken met de mannen.

Dat hoor je vaak. Foppe de Haan, een wijze man die hand-en-spandiensten heeft verricht bij de nationale ploeg, heeft het me eens omstandig uitgelegd. Vrouwenvoetbal vereist een aparte blik.

Het is makkelijker gezegd dan gedaan. De meeste mannen kunnen het niet. Ze vergelijken automatisch, met een voor de hand liggend gevolg. Ze vinden het voetbal van Oranje (v) waardeloos. Met vrouwenhaat of vooringenomenheid heeft dat niets te maken. Dat het bij tennis en hockey niet gebeurt, zoals Hoogendijk zei, heeft een andere reden.

Het verschil met de mannen is in die sporten kleiner. Wie Dafne Schippers of de volleybalvrouwen in actie ziet, denkt er niet aan dat mannen harder lopen of harder smashen. Die vergelijking wordt nooit gemaakt, zelfs niet onwillekeurig.

Het verschil tussen het ene en het andere Oranje is kolossaal. De eeuwige vergelijking dringt zich voortdurend op, bij mannen. Het kan niet anders. Het niveau is veel lager en de balcirculatie veel trager. De vrouwenploeg staat aan het begin van de ontwikkeling, het professionalisme is nog maar nauwelijks begonnen. Het is nog niet eens zo heel lang geleden dat mannen er alles aan deden om te voorkomen dat meisjes en vrouwen voetbalden.

Vrouwenvoetbal toont daardoor op het hoogste niveau talloze gebreken. Wie het niet ziet, wil het niet zien.