donderdag 20 juni 2019 - Wielrennen
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

Teuns blikt nog terug op het voorjaar. “Als ik in Luik niet als een gek voor Nibali had gereden, had een podiumplaats er wellicht ingezeten.” KH

Ronde van Frankrijk

Debutant Dylan Teuns trekt niet naar Frankrijk om te leren maar om te presteren

“Hopelijk krijg ik nodige vrijheid”

Dylan Teuns is nog eens thuis, in het Halense gehucht Zelk. In de fraai opgeknapte hoeve van zijn grootvader zaliger bekomt de 27-jarige springveer van Bahrain-Merida van zijn razendknappe Dauphiné. Met een ritzege en een zesde plaats in de eindstand in de achterzak durven we zelfs het werkwoord ‘nagenieten’ van stal halen. “Zal wel zijn. De laatste dertig kilometer van die bewuste maandagrit staan klaar om herbekeken te worden”, verklapt Teuns, die over een dikke twee weken zijn Tourdebuut maakt.

Rob RODIERS

Dylan, jouw zesde plaats in de eindstand werd afgelopen weekend overschaduwd door de prestaties van jonge landgenoten als Evenepoel, Van Aert en Lambrecht.

“(Grijns) Triestig, hè. Een rit winnen in de Dauphiné lukt je niet ieder jaar. Een zesde plaats in de eindstand is evenmin vanzelfsprekend. Jurgen Van Den Broeck werd vijf jaar geleden derde. Sindsdien is er geen landgenoot meer in de buurt gekomen van hem. Dus dat had best wel wat meer aandacht verdiend, ja.”

In het slotweekend moest je nog aardig je tenen uitkuisen om die zesde plaats veilig te stellen.

“(Blaast) Ik kende zondag even een moeilijk moment op het steilste stuk van de Côte des Rives. Ik kwam slechts twee kilometer in de problemen en moest de anderen laten rijden. Misschien had ik kunnen aanklampen, maar dan liep ik het gevaar dat ik me helemaal opblies. Ik nam de juiste beslissing en mede dankzij de hulp van twee ploegmaats hield ik de groep der favorieten in het vizier. Op de slotklim naar Champéry kwam ik zelfs zo kort dat de wagens er weer van tussen moesten. Uiteindelijk hield ik één seconde over op Lutsenko. Maar of ik nu zesde, zevende of achtste was geëindigd: op zich maakte me dat niet zo heel veel uit. Ik wilde vooral een toptienplaats veiligstellen.”

Na jouw ritzege onthulde je: “Hier heb ik bijna 24 maanden op gewacht”. Alsof er een grote last van jouw schouders viel.

“Zeker weten. Nu, ik stond vorig jaar wel tienmaal op het podium, hè. Waaronder één keer in een monument (Ronde van Lombardije, nvdr). Je kunt met andere woorden niet zeggen dat ik een k*tseizoen achter de rug had. Alleen: die overwinning ontbrak. Was het me één keer gelukt om af te werken, had je me deze vraag nu niet gesteld. Doordat ik keer op keer in het stof beet, bleef die vraag ‘Waarom heb je niet gewonnen?’ weerkeren. Dus ja, ik ben wel blij dat ik dat hoofdstuk heb kunnen afsluiten.”

In aanloop naar de Dauphiné trok je op hoogtestage. Je verbleef twee weken op de Teide op Tenerife. Heb je enig idee waarom deze stage wel effect sorteerde en die van vorig jaar, in aanloop naar de Ardennenklassiekers, niet?

“Vorig jaar op de Etna heb ik eveneens goed getraind, maar achteraf bleek alles te krap bemeten binnen mijn planning. Die stage was een last minute ingeving van mijn trainer. Een idee waarin ik meeging, onder één voorwaarde: ik wilde geen wedstrijden laten vallen. Zodoende hebben we die stage er toen echt tussen gepropt. Ik ging niet de gebruikelijke veertien maar tien dagen op hoogte. Trok onvoldoende tijd uit om te rusten. Met als gevolg dat ik tegen dat mijn hoofddoelen eraan kwamen, al op mijn tandvlees zat. Ik heb er de nodige lessen uit getrokken. Voor afreis naar Frankrijk was ik al gerustgesteld. Tijdens een trainingstocht over mijn vertrouwde Ardennenhellingen verpulverde ik immers de ene persoonlijke klimtijd na de andere.”

Hoe luidde jouw evaluatie van het voorbije voorjaar?

“Goed begonnen en goed geëindigd, hè. Over die vijfde plaats in de Omloop en die negende stek in Luik kan ik tevreden zijn. In de wedstrijden daartussen kende ik ups-and-downs. Achteraf bekeken had ik niet van start mogen gaan in Milaan-Sanremo. Voor het vertrek voelde ik me al ziek worden. Na mijn opgave heb ik hier een volle week op de bank gelegen. Dan verlies je natuurlijk een pak aan conditie. In de Ronde van Baskenland heb ik onwaarschijnlijk afgezien. Daar werd zó hard gekoerst, dat heb ik nooit eerder meegemaakt. Pas tegen Luik kwam ik er terug wat door. Die negende plaats was mooi. Maar er zat meer in. Vincenzo (Nibali, nvdr) gaf aan dat hij goed was, maar dat bleek niet echt het geval te zijn. Als ik daar niet als een gek voor hem had gereden, had een podiumplaats er wellicht ingezeten. Volgend jaar is Luik míjn koers, punt. (Mijmerend) Tja, er zit niet meer op dan volgend seizoen trachten beter te doen. (Snel) En dan neem ik de Ronde er ook bij.”

De Ronde van Vlaanderen, bedoel je?

“Juist. In het najaar, bij het opmaken van mijn programma, zal ik op mijn strepen staan. Geen Baskenland meer, maar Vlaanderen. En in voorbereiding daarop ook Dwars door Vlaanderen en E3 Harelbeke, als het even kan.”

Maar eerst wacht een ander Rondedebuut. Op je zevenentwintigste.

“(Knikt) Nu ik tot volle wasdom ben gekomen. Ik heb al drie grote ronden in de benen: twee Vuelta’s en een Giro. Volgens mij verschilt de Tour niet zo gek veel van die andere twee. Ik vermoed dat het verschil ‘m vooral schuilt in de nerveuze manier van koersen en het hele circus errond.”

Met welk plan stap je jouw eerste Tour tegemoet?

“Niet echt met een plan, eerder met de hoop dat ik de vrijheid krijg om mee te gaan in de vroege ontsnapping. Lukt me dat niet, dan rij ik zonder morren in functie van.”

Nibali uiteraard. Zijn kansen slinken niet echt met al die favorieten die achtervolgd worden door vraagtekens.

“Klopt. Maar in hoeverre is hij zelf hersteld van de Giro? Hou Thibaut Pinot maar in die gaten. Die gaat na één jaar afwezigheid goed uit de verf komen.”

Je hebt de ritten waarin je wil toeslaan nog niet aangekruist?

“Nee. Heel fel vooruitkijken doe ik nooit. Maar misschien dat ik ditmaal toch eens ga zondigen tegen dat principe. Overgangsetappes met een Ardennenprofiel moeten normaal gezien in mijn kraam passen.”

De kans is groot dat je dan samen met Thomas De Gendt op pad bent.

“(Grinnikt) Zoals in de Vuelta van vorig jaar. Toen trokken we bijna dagelijks op avontuur uit. Ik wist ook: als hij vertrekt, dan moet ik bij de pinken zijn (lacht).”

Je mikt dit jaar niet op het klassement. Is dat toekomstmuziek?

“Wie weet? Zolang dat niet ten koste gaat van mijn voorjaarsklassiekers. Die zou ik nooit volledig willen opgeven. Sterker nog, ik wil er één op mijn naam schrijven. Ieder jaar opnieuw wil ik tot Luik doortrekken om me vervolgens op Tour of Vuelta voor te bereiden.”

Is de combinatie die Fuglsang afwerkt – mikken op winst in klassiekers en rittenkoersen van één week - niet haalbaarder?

“(Knikt) Fuglsang is wel een gelijkaardig type als ik. Met dit verschil dat hij wat ouder is, al wat verder staat en over meer fond beschikt.”

Slotvraag: als protegé van Rik Verbrugghe, sinds dit jaar ook bondscoach, lijk jij haast een zekerheid voor het WK in Yorkshire.

“Is dat zo? Misschien ben ik wel de eerste die hij thuislaat? Ik heb een rit gewonnen in de Dauphiné, was negende in Luik, vijfde in de Omloop. Ik kan dus de nodige adelbrieven voorleggen. Daarnaast wacht ons in Yorkshire een zware omloop die het midden houdt tussen een Vlaams en een Ardennenparcours. Ik kan op beide uit de voeten. Zodus… (Haalt de schouders op) Eind september is nog veraf. Laat me eerst die Ronde van Frankrijk maar tot een goed einde brengen.”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws