De StandaardAtletiek

Hoe hoog kan zwevende Zweed Mondo Duplantis nog? “Hij heeft nog enkele wereldrecords in zich”

© Getty Images

Meer dan ooit vertoeft Armand Duplantis op eenzame hoogte. De 24-jarige Zweed zweefde zaterdag bij zijn eerste outdoorwedstrijd van het jaar over 6m24, zijn achtste wereldrecord in vier jaar tijd. Hoe hoog kan hij nog gaan? “De 6m30 is al in zicht, en hij is nog maar een jonkie.”

Marc Vermeiren

Centimeter per centimeter, wedstrijd per wedstrijd en titel per titel neemt Armand Duplantis afstand van de concurrentie. Op zijn 24ste brak ‘Mondo’ afgelopen weekend al zijn achtste wereldrecord in amper vier jaar tijd. “Als ik de beelden van dat record bekijk: dat was een heel zuivere sprong. Hij had nog enkele centimeters overschot boven de lat”, vertelt Steffen Vandermeulen, hoofdcoach polsstokspringen bij de Vlaamse Atletiekliga. “Bovendien was het nog maar zijn eerste wedstrijd van het outdoorseizoen, wat voor de meeste springers een soort opwarming is. Maar dus niet voor hem.”

Nochtans waren de omstandigheden door de natte baan en de killige temperaturen zaterdag in het Chinese Xiamen niet optimaal. “Voortgaande op de andere resultaten moet het daar inderdaad niet ideaal geweest zijn, maar omdat Duplantis zo op gevoel springt, zijn er weinig omstandigheden waarin hij niet kan presteren. Hij behaalde fantastische resultaten in de regen, terwijl de concurrentie stond te bibberen van de schrik. Geef hem een zonnetje en een rugwindje en er kan nog wat bij.”

Tegenstand gezocht

Dat de wereldrecordhouder amper 24 jaar oud is, sterkt ook bij Vandermeulen het vermoeden dat hij zijn limiet nog niet bereikt heeft. “Omdat Duplantis centimeter per centimeter opschuift, heeft hij nog een aantal wereldrecords in zich. En dan komt de 6m30 snel in beeld. Hij en zijn entourage kiezen ervoor om weinig te springen op training, wat de zware belasting op zijn lichaam vermijdt. Naar verluidt springt hij op training slechts één keer per week. Ze mikken dus echt op een lange en gezonde loopbaan. Allicht zou hij zwaarder kunnen trainen, maar Duplantis heeft de luxe dat hij boven de rest uitsteekt. Ook op 95 procent kan hij nog wereldrecords springen of wedstrijden winnen.”

Duplantis had in China nog overschot boven de lat.

“De enige beperking die ik momenteel zie, is de vraag of hij gezond en gemotiveerd kan blijven”, zegt Vandermeulen. “Misschien zou het helpen als er ergens extra tegenstand opduikt die hem uitdaagt. Sowieso pieken de meeste polsstokspringers op hun 27ste à 28ste. Ondanks dat gigantische palmares is hij dus eigenlijk nog een jonkie.”

Tadej Pogacar

Voor Duplantis gelden – à la Tadej Pogacar of Novak Djokovic – andere wetten dan voor zijn rivalen, verklaart Vandermeulen. “Nochtans zitten we met een heel sterke generatie. Technisch valt niemand met hem te vergelijken. De meeste trainers zouden hun atleten afraden om op die manier te springen, maar hij heeft zich van kindsbeen af die technieken eigen gemaakt. Sowieso is hij de snelste polsstokspringer aller tijden. Tijdens zijn aanloop haalt Mondo een waanzinnige 10,4 meter per seconde, terwijl een springer die boven de 10 meter per seconde gaat al zeer uitzonderlijk is.”

Me een aanloopsnelheid van 10,4 meter per seconde is Duplantis buitengewoon snel voor een polsstokspringer.

Vandermeulen probeert het geheim van Duplantis te ontrafelen. “Je hebt polsstokspringers die je alles van A tot Z moet uitleggen: de pas moet zo lang zijn, de hand zo hoog, de stok zo schuin … Maar Duplantis kan door zijn feeling een sprong doen werken in de meest uiteenlopende omstandigheden. De meeste springers hebben een pendel met één been, maar hij zwaait met beide benen naar boven. Veel springers duwen hun stok weg voor hun hoofd, hij doet dat achter zijn hoofd. Ook de plek waar zijn stok de achterkant van de bak raakt, is biomechanisch niet ideaal, maar voor hem werkt het. Eigenlijk springt hij nog steeds op dezelfde manier dan toen hij als tienjarige al wereldrecords vestigde.”

Nieuw tijdperk

En zo is het polsstokspringen in een nieuw tijdperk beland. “Een jaar of tien geleden had Renaud Lavillenie al duidelijk gemaakt dat het mogelijk was om het wereldrecord van de legendarische Sergej Boebka te verbeteren. Lavillenie bracht de piekprestatie op 6m16, maar dat er vervolgens een fenomeen zou opstaan dat spelenderwijs en aan de lopende band wereldrecords zou springen, kon destijds niemand vermoeden. En op 6m25 had niemand veel geld ingezet hoor. Duplantis is een fenomeen van de natuur, zoals Usain Bolt er een was. En zo sierlijk dat Mondo springt, heerlijk om naar te kijken.”

Tot de doorbraak van Duplantis was de Oekraïner Boebka king of the hill in deze discipline. Vandermeulen vindt het moeilijk om hen beiden te vergelijken. “Boebka heeft natuurlijk een heel lange carrière gehad en heeft veel meer wereldrecords gevestigd (35 stuks, red.), ook al omdat het record toen veel lager stond. Boebka is na zijn loopbaan in de hoogste regionen van de internationale atletiekfederatie beland, waar hij wat regels zou hebben aangepast waardoor de lat sneller valt en dus zijn eigen record beschermd was. Sommige berekeningen suggereren zelfs dat Boebka met het recente materiaal even hoog zou kunnen klimmen als Duplantis. Maar als Duplantis blessurevrij blijft, gaat hij zonder twijfel ook Boebka duidelijk overstijgen.”